Vorig jaar heb ik het bijna nooit gedaan. Aantekeningen
geven. Ik kon me niet herinneren dat ik vroeger bij wiskunde (of bij welk ander
vak dan ook) een aantekening kreeg, dus daarom deed ik het ook niet. Tot ik
vorig jaar andere leerlingen hoorde dat ze zo veel aantekeningen kregen bij
wiskunde. Maar… Hoe dan?
Eén van de dingen die ik dit jaar wilde veranderen, maar wat
ik niet bij de ‘officiële’ veranderingen heb neergezet, is het geven van
aantekeningen. De aantekeningen van vorig jaar zijn op twee handen te tellen.
En dan heb ik het ook echt over het gehele jaar, voor zowel de brugklas als de
tweede klas. Dit jaar wilde ik het anders. Die schriften van de leerlingen
moeten vol komen met aantekeningen!
We zijn nu twee weken verder en mijn brugklasleerlingen
worden al helemaal gaar van de aantekeningen. ‘Moeten we alweer schrijven?’
hoor ik dan. ‘Ja,’ antwoord ik dan, ‘en morgen ook.’ Blijkbaar kan ik geen
tussenweg vinden tussen nauwelijks tot geen aantekeningen en élke les een
aantekening. Maar… Ik kan ook eigenlijk niet de schuld alleen bij mij
neerleggen. Het eerste hoofdstuk bij de brugklas bestaat uit heel veel nieuwe
begrippen. Heel veel. Ik móet wel aantekeningen geven, anders slaan ze de
begrippen misschien niet op.
Het volgende hoofdstuk is gelukkig een rekenhoofdstuk. Een
hoofdstuk met nauwelijks begrippen, dus dat betekent ook nauwelijks
aantekeningen. Daar zullen de leerlingen blij mee zijn!
Maar, aantekeningen overnemen, wel of niet? Wel dus. Ik was
er voorheen niet zo van, maar ik zie er nu echt wel de voordelen van in. Ik
blijf dus lekker doorgaan. En die leerlingen… Ach, die moeten niet zeuren!
Liefs!
P.S. Op sommige momenten vind ik het oprecht jammer dat ik
weinig lezers/commenters heb. Ik stoor me er nooit aan, maar hoe leuk zou het
zijn als ik lezers-dillema’s kan voorleggen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten