Hoofdstuk 20, tip 1:
Wees echt aanwezig
Kennisoverdracht
begint met contact maken. Het eerste wat je in de klas moet doen is een band
opbouwen met de leerlingen. Daarbij is de eerste klap een daalder waard. Wees
écht aanwezig. Zorg dat je er helemaal bent in het lokaal. Ga dus niet achter
je bureau zitten, maar ga staan, loop rond en maak oogcontact.
Als ik terugkijk op de laatste weken en maanden van het
schooljaar, zie ik mezelf vooral achter het bureau zitten. Het voelde als mijn
thuisbasis, ik had meer overzicht op de groep en de leerlingen wisten me te
vinden. Maar volgens deze tip is dat absoluut niet de beste plek in het lokaal.
Zeker in de eerste maanden is het belangrijk om door het lokaal te bewegen.
Ik ben altijd een beetje bang dat ik het overzicht verlies
als ik door het lokaal loop. Het lokaal is maar klein, maar zodra ik iemand één
op één aan het helpen ben, lijkt het alsof de andere leerlingen allemaal
kilometers ver weg zitten. Ik zie ze niet meer en ik hoor ze niet meer.
Valkuil!
Ik moet dus een compromis zoeken tussen het zitten achter
mijn bureau en het lopen door het lokaal. Een oplossing daarvoor kan zijn de
uitleg klassikaal voor het bord te geven, tijdens het zelfstandig werken
rondlopen en de vragen aan mijn bureau te stellen. Tijdens het zelfstandig
werken, bijvoorbeeld tijdens het stiltemoment, mogen de leerlingen geen vragen
stellen, maar ik kan dan wel rondlopen om te kijken hoe het bij de leerlingen
gaat. Als ik zie dat een leerling helemaal vastloopt of ergens flink de mist in
gaat, kan ik een kleine tip geven. Maar de echte vragen behandel ik achter mijn
bureau.
Omdat ik het komende jaar meer wil reflecteren op mijn eigen
kunnen, zal ik ook over dit punt nog wat blogs schrijven. Wordt dus vervolgd!
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten