Vroeger – zeg maar gerust tot een
jaar geleden – dacht ik dat orde houden inhield dat het doodstil was in de
klas. Pas na het eerste lesbezoek van dit jaar weet ik dat orde houden iets
heel anders is. Vorige week sprak mijn begeleidster me daar nog op aan. “Weet
je nog, Elseline, dat je na de les zei dat je het te druk vond? Ik vond dat
totaal niet. Iedereen was aan het werk en inderdaad, er werd wel gepraat
tijdens de les, maar op die momenten waren de leerlingen met elkaar aan het
overleggen.”
Sinds ik heb geaccepteerd dat de
leerlingen niet vijftig minuten lang stil kunnen zijn en dat er in mijn les
best gepraat mag worden, is het een stuk luidruchtiger in het lokaal. En dat
vind ik prima. Een jaar terug zou ik gillend gek zijn geworden, maar nu weet ik
dat in 90% van de gevallen de gesprekken over de opgaven gaan. De leerlingen
overleggen, helpen elkaar of hebben het op een andere manier over wiskunde.
Waarom zou ik de spelbreker zijn om dat te stoppen? Als de leerlingen niet met
elkaar zouden overleggen, zou iedereen met zijn of haar vragen naar mij toe
komen en dat bezorgt mij alleen maar extra werk. Ik vind het prima zo!
Toch zijn er wel momenten dat het
– naar mijn idee – te druk wordt in het lokaal. Ik zeg er dan ook wel iets van (“Jullie
mogen best met elkaar praten, maar doe het iets zachter”) en vaak helpt het.
Helaas niet altijd. Ik merk dat ik de laatste tijd steeds weer hetzelfde
reageer op dat soort momenten. Ik vraag even de aandacht van de klas, zeg tegen
ze dat ze vijf minuten lang in stilte moeten werken – en daarbij geef ik ook de
exacte eindtijd – en dus ook niet met elkaar mogen overleggen. Alle vragen die
ze hebben schrijven ze op of onthouden ze in hun hoofd en zodra de vijf minuten
voorbij zijn mogen ze weer overleggen of de vragen aan mij stellen. Ondertussen
werken ze verder aan de volgende opgaven.
En zo’n stiltemoment is heerlijk.
Ik merk dat tijdens zo’n stilte echt iedereen aan het werk gaat en dat de
meeste vragen al vanzelf worden beantwoord doordat de leerlingen de opgave nog
eens maken en daarna nog eens. Ook de leerlingen die vaak worden afgeleid door
hun klasgenoten vinden zo’n rustmoment in de les fijn. Er zijn namelijk in elke
klas wel een paar leerlingen die me vragen of het wat zachter kan, omdat ze
zich anders niet kunnen concentreren. (Respect voor dat soort leerlingen
trouwens!) Als iedereen rustig aan het werk is, kijkt zo’n leerling me aan,
steekt zijn duim op/glimlacht naar me en op zo’n moment weet ik weer waar ik
het voor doe. Die vijf minuten zijn niet alleen prettig voor mezelf, maar ook
voor de leerlingen.
Als de vijf minuten voorbij zijn,
laat ik dat niet merken. Iedereen zou op die leeftijd moeten kunnen klokkijken
en aangezien ik van tevoren de eindtijd erbij zeg, vind ik dat de leerlingen
aan het eind van die minuten zelf mogen bepalen of ze weer gaan praten of niet.
Vaak blijven de leerlingen uit zichzelf rustig en als ze toch iets willen vragen,
doen ze dit fluisterend aan hun buurman/buurvrouw. Heerlijk, zo’n momentje!
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten