dinsdag 31 juli 2012

Ervaringen: HAVO/VWO

Ik vraag me af of ik deze post wel moet schrijven, omdat hij natuurlijk heel erg samenhangt met mijn log waarin ik mijn ervaring op het VMBO deel. Ach, laat ik het toch maar doen voor de compleetheid.

Ik heb drie keer op een HAVO/VWO-school stage gelopen. Mijn eerste stage was op mijn eigen middelbare school. Ik heb er slechts drie keer lesgegeven, daarna had ik het al snel gezien. Ik kon totaal niet overweg met mijn stagebegeleider, daarover later meer, en mijn begeleidster van de hogeschool zei ook dat het beter voor me was als ik daar weg zou gaan. Mijn tweede stageschool was de school met internationale schakelklassen. Dit is absoluut niet te vergelijken met een reguliere HAVO/VWO-school, omdat de nadruk vooral ligt op het leren van correct Nederlands. Mijn derde HAVO/VWO-ervaring is op de school met daltononderwijs. Pas hier zag ik goed het verschil tussen een VMBO-school en een HAVO/VWO-school.

Mijn voorkeur ging altijd uit naar een hoger niveau om les aan te geven. Ik ben ook begonnen op de universiteit, omdat ik graag de bovenbouw van HAVO en VWO les wilde geven. Ik heb zelf een VWO-diploma gehaald en ik kon me totaal niet inleven in VMBO-leerlingen. Daarnaast vond ik het niveau van de stof op HAVO en VWO beter bij mij passen. Er zat meer uitdaging en diepgang in. Ook heb ik gemerkt dat de leerlingen veel nieuwsgieriger zijn, wat ik alleen maar leuk vind.

Als je mijn ervaringen op het VMBO leest, weet je dat mijn mening over deze leerlingen heel erg is veranderd. Ik denk dat ik de leerlingen op dit niveau juist leuker vind dan op het VWO. Ze zijn veel directer, ze staan vaker open voor andere werkvormen en je kunt veel meer met ze lachen. Ik twijfel dan ook heel erg wat ik leuker vind. De reden dat ik nu heb gekozen om op een HAVO/VWO-school te werken, heeft puur te maken met de veiligheid. Ik heb op het VMBO vaker problemen gehad met orde houden dan op de hogere niveaus en omdat ik vanaf nu (veel) minder begeleiding ga krijgen, leek het mij verstandiger om te kiezen voor een HAVO/VWO-school.

Nog even mijn voor- en nadelen op een rijtje.

Voordelen
Het is makkelijker op orde te houden
De stof is uitdagend en heeft diepgang
Ervaring op een hoger niveau is makkelijk als je door wilt stromen naar een eerstegraadsopleiding

Nadelen
De leerlingen zijn minder direct
De leerlingen staan minder open voor activerende werkvormen

Liefs!

#Klik hier om te lezen over mijn andere ervaringen

vrijdag 27 juli 2012

282 tips voor leerkrachten

Toen ik net drie weken deze website had, surfde ik eens rond op internet om te zien of er meer van dit soort blogs waren. Weblogs kwam ik niet tegen, maar ik kwam wel al vrij snel op de website van ‘Straks voor de klas’, een website voor alle starters in het onderwijs. Op deze website zag ik een aanbieding van de Algemene Onderwijsbond. Als studentzijnde mocht je gratis lid worden en daarbij kreeg je ook nog eens het boekje “282 tips voor leerkrachten”. Ideaal nu ik deze site ben begonnen! Helaas ben ik aan een begin van mijn studie al eens gratis lid geweest, dus ik dacht dat ik niet opnieuw lid kon worden. Ik wilde al bijna het boekje los bestellen, maar ik besloot het toch nog even te proberen. Wat bleek? Ik kon nog wel gratis lid worden. Bonus!

Eén dag later lag het Onderwijsblad al op de deurmat, inclusief het tipsboekje. Ik kon natuurlijk niet wachten, dus ik bladerde er meteen doorheen. Het boekje is ingedeeld in dertig hoofdstukken, van “Stage” tot “ADHA” en van “Collega’s” tot “Lerarenbeurs”. Per hoofdstuk staan er ongeveer tien tips beschreven. Ontzettend leuk en handig en het komt precies op het juiste moment. Elke week zal ik één tip bespreken op mijn website, de zogenaamde “tip van de week”. Daarbij zal ik vertellen wat ik van de tip vind, waarom ik de tip wel of niet ga uitproberen/heb uitgeprobeerd en mocht ik de tip hebben uitgeprobeerd zal ik hier ook iets over schrijven.

Starttips voor het lezen
Een boekje vol tips om direct te gebruiken op school. Handig als je net begint in het onderwijs. En minstens zo praktisch voor wie al een leven voor de klas staat. Tips bijvoorbeeld om de vaart in je les te houden, samen te werken met collega’s of lastige onderwerpen op een open manier te bespreken. Een boek vol advies uit de dagelijkse schoolpraktijk. Succes verzekerd, toch?
Was het maar zo simpel. Als een tip altijd werkt, dan zou elke les gesmeerd verlopen, toverde je elk kind om in een modelleerling en raakte geen docent meer overspannen. Tips zijn handig, maar het zijn geen algemene waarheden. Probeer ze daarom uit, speel er mee en besprek ze met collega’s. Dan ontdek je wat deze tips voor jou betekenen en hoe jij ze kan gebruiken in je werk.
Je collega’s van de AOb.

Liefs!

dinsdag 24 juli 2012

Ervaringen: VMBO

Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Aan het eind van mijn tweede studiejaar was ik te lui geweest om een stageplaats te zoeken, waardoor alle HAVO/VWO-scholen geen plek meer hadden voor mij. Er zat toen maar één ding op: op zoek gaan naar een stageplek op een VMBO-school. Ik had er totaal geen zin in aan het begin van het jaar. Wat als de leerlingen echt met wapens naar school komen? Zal ik echt geen orde kunnen houden? Wat als één van die leerlingen me bedreigt? Nee, VMBO leek niets voor mij.

Totdat ik in de eerste weken merkte dat die kinderen helemaal niet gewelddadig zijn. De leerlingen waren ontzettend leuk, heel direct en hadden heel veel humor. Orde houden was wel een aandachtspuntje, maar daar hadden alle studenten het moeilijk mee op dat moment. Ik merkte dat je in een VMBO-klas veel meer kunt qua werkvormen dan in een HAVO/VWO-klas. Ook het inrichten van de lessen is een stuk leuker. Omdat de doorsnee VMBO-leerling een hele korte concentratieboog heeft, is het belangrijk dat er heel veel afwisseling zit in de les. Een leerling kan vaak maximaal tien minuten hetzelfde doen, daarna is het belangrijk dat er een leswissel plaatsvindt. Aan het begin vond ik dat erg lastig. Ik wilde gewoon uitleg geven en de leerlingen vervolgens aan het werk zetten, maar dat bleek niet te gaan. Door veel te oefenen ging het me steeds beter af om elke tien minuten iets anders te verzinnen. Een activerende werkvorm, een wiskundig spelletje, een klassengesprek of gewoon een nieuw stukje stof uitleggen… Halverwege het jaar vond mijn stagebegeleidster dat het zo goed ging, dat ze me haar klassen toevertrouwde terwijl zij thuis met ziekteverlof zat. Ik snap natuurlijk wel dat het voor de school makkelijker (en goedkoper) is om de uren op te laten vullen door een stagiaire dan door een nieuwe docent, maar ik weet ook dat ze me absoluut niet zouden aannemen als ze geen vertrouwen in me hadden.

Of ik weer op een VMBO-school zou willen werken? Ja. Ik zou zeker nog eens aan VMBO-tl les willen geven, omdat ik dit type leerlingen erg leuk vind. Lager dan de theoretische leerweg zou ik niet willen gaan, omdat er dan nog maar heel weinig uitdaging in de stof zit.

Nog even mijn mening op een rijtje.

Voordelen
Leuke leerlingen, heel direct
Vaak kleine klassen, waardoor je goed overzicht hebt
Veel mogelijkheden wat betreft werkvormen
Door de openheid van de leerlingen krijg je sneller een band met ze

Nadelen
Het is lastiger om orde te houden
Er zit weinig diepgang in de wiskunde

Liefs!

vrijdag 20 juli 2012

De diploma-uitreiking

O, help, waar moet ik beginnen? Allereerst: vorige week heb ik absoluut geen leuke week gehad. Het had een feestelijke week moeten worden; mijn diploma-uitreiking stond op het programma en ik had, samen met twee anderen, een feestje georganiseerd om te vieren dat we klaar zijn met mijn studie. Uiteindelijk is het allemaal in het water gelopen. Wegens privéredenen heb ik het feest moeten cancellen en was mijn diploma-uitreiking alles behalve een feest.

Voor mijn blog noteer ik ruim van tevoren de onderwerpen waar ik het in een week over wil hebben. Deze week stond er een post over mijn ervaringen op het programma en op vrijdag had er een leuk stukje moeten staan over mijn diploma-uitreiking. Omdat ik niet graag van mijn planning afwijk, ga ik toch proberen om iets leuks te schrijven over mijn diploma-uitreiking.

Ik had mijn diploma-uitreiking heel anders voorgesteld. Ten eerste waren er slechts dertien studenten die werden toegesproken, heel iets anders dan de tweehonderd (?) die werden toegesproken bij de uitreiking van mijn vriend. Dat we nu met een hele kleine groep waren, had wel als voordeel dat iedereen een lange toespraak kreeg waar meer diepgang in zat. Ik heb eens een diploma-uitreiking gezien waarbij iedereen in drie woorden werd samengevat, omdat er geen tijd was voor lange toespraken. Dan is mijn diploma-uitreiking toch wel even wat anders. Het nadeel vond ik wel dat ik elf van de dertien studenten niet kende. Ik heb dus elf toespraken aan moeten horen over studenten die ik nooit eerder heb gezien en als alle toespraken zeker wel vijf minuten duren, kan dat saai worden. Erg saai. Ik was als eerst aan de beurt en geloof me: ik had heel graag halverwege weg willen sneaken. Ik zat ook het dichtst bij de deur, waardoor de verleiding extra groot was. De reden dat ik toch ben blijven zitten, naast respect voor de anderen uiteraard, is dat er een drankje en een hapje beloofd werd. ;-)

Wat een tegenvaller was dat uiteindelijk. De hapjes bestonden uit een paar toastjes die er niet heel lekker uitzagen. En ik maar hopen dat er bitterballen zouden staan…

Ik had verwacht dat mijn diploma-uitreiking een heel ander gevoel zou geven. Alsof ik nu echt klaar ben met mijn studie. Dat gevoel heb ik nu nog steeds niet. Ik denk dat dat gevoel pas komt als ik eenmaal bezig ben met mijn baan en ik daarnaast geen huiswerk en scripties meer hoef te maken. Pas dan heb ik het hoofdstuk “De lerarenopleiding” volledig afgesloten.

Liefs!

dinsdag 17 juli 2012

Ervaringen: Kleine school

Vorige week had ik het over een grote school. Deze post zal in het teken van een kleine school gaan. Mijn mening daarover zal makkelijk te raden zijn na het lezen van mijn mening over een grote school, maar ik zal het allemaal nog een keer op een rijtje zetten.

Om te beginnen: een kleine school zie ik als een school met minder dan duizend leerlingen, of zelfs nog minder.
Ik heb twee ervaringen met een kleine school. De eerste kleine school was een school met internationale schakelklassen. Hier is al eerder een post over geweest (klik). Ik weet niet precies hoeveel leerlingen op deze school zaten, maar ik schat tussen de vierhonderd en vijfhonderd leerlingen.
Mijn tweede ervaring was op een school met VMBO-tl-leerlingen, waar volgende week een post over zal komen. Op deze school zaten ongeveer zeshonderd leerlingen.

Voordat ik begon met mijn stage op een kleine school had ik geen idee van het bestaan van dit soort kleine scholen. Ik dacht altijd dat middelbare scholen standaard rond de tweeduizend leerlingen hadden. Daarom noemden we het op de basisschool ook altijd “de grote school”. Toen ik mijn eerste stage had gelopen op een kleine school, had ik nog steeds geen benul van wat een kleine school was. Oké, ik had een half jaar doorgebracht tussen slechts vijfhonderd leerlingen, maar dat was toch omdat het speciaal onderwijs was? Niet dus. Er zijn dus blijkbaar ook kleine scholen waar ze wel regulier onderwijs geven. Wat een eyeopener.

Op de tweede kleine school kwam ik een oud-docent van mij tegen. Ik vroeg haar waarom ze was geswitcht van school en daarop antwoordde ze dat ze liever op een kleinere school les wilde geven. Vanaf dat moment ben ook ik de voordelen in gaan zien van een kleine school. Je kent alle leerlingen, er is vaak een goede band met de collega’s, je kent behalve de docenten ook al het andere personeel, je kent het hele gebouw van onder tot boven en van links naar rechts… Er zijn voor mij genoeg redenen om een kleine school boven een grote school te verkiezen. Omdat ik voor deze post de voor- én de nadelen van een kleine school wil noteren, heb ik diep zitten graven. Ik zie zelf geen nadelen van een kleine school, maar ik kan me voorstellen dat anderen deze wel zien. De twee grootste nadelen zijn dat er maar weinig klassen zijn en dat je er dus niet altijd zeker van bent dat je je favoriete klassen lesgeeft, en dat er weinig sectieleden zijn. Op een grote school is de kans veel groter dat je het met iemand van je sectie goed kunt vinden dan op een kleine school. Ik heb hier absoluut geen last van gehad, maar ik kan me voorstellen dat anderen dit als een nadeel kunnen zien.

Dan, zoals altijd, nog even mijn voor- en nadelen op een rijtje.

Voordelen
Je kent alle leerlingen.
Je kent al het personeel, zowel de docenten als het personeel van de administratie, de conciërges, het personeel van de kantine etc.
Je kent het hele gebouw.
De vaksecties zijn klein, waardoor er vaak een goede band onderling is.

Nadelen
Er zijn weinig klassen, dus de kans is klein dat je je favoriete klas mag gaan lesgeven.
Als je het niet met je sectiegenoten kunt vinden, heb je pech. Heel veel pech. De secties zijn namelijk erg klein.

Liefs!

vrijdag 13 juli 2012

Personeelsdag

Laatst was het zo ver: de personeelsdag van mijn nieuwe werk stond op de agenda. Ik had er onwijs veel zin in om mijn nieuwe collega’s te ontmoeten. Op de dag van de rondleiding heb ik er wel een paar ontmoet, maar lang niet allemaal. Deze personeelsdag leek me een mooie gelegenheid om meteen met iedereen eens de hand te schudden.

Voor deze dag was er een ochtendplanning, een middagplanning en een avondplanning. De ochtend bestond uit een vergadering, een voorstelronde van de nieuwe docenten, een uitgebreid afscheid van de vertrekkende docenten en een fotosessie voor een groepsfoto van al het personeel en een individuele foto voor in het smoelenboek. De middag bestond uit vier, voor mij véél te sportieve, activiteiten. De avond bestond uit een barbecue op het strand. Omdat ik totaal niet sportief ben en ik geen zin heb om na vijf minuten (met een rood hoofd!) te vragen of ze alsjeblieft wat langzamer willen fietsen/wandelen, heb ik besloten om alleen bij het ochtendprogramma aanwezig te zijn.

Teruggekeken op de ochtend vond ik het erg gezellig. Ik heb een hele hoop collega’s mogen ontmoeten en ook de andere nieuwe collega’s heb ik uitgebreid besproken. Ik was af en toe iets te veel mezelf, teruggetrokken dus, maar ik hoop dit na de vakantie helemaal goed te maken. Ik vond deze dag de ideale manier om het personeel te leren kennen. Het was een fijne, relaxte sfeer, omdat iedereen al uitkeek naar de vakantie. Het was wellicht nog fijner geweest om de collega’s tijdens één van de activiteiten beter te leren kennen, maar ik hou het er voor nu gewoon bij dat ik liever heb dat ze, zeker in het begin, vooral mijn positieve kanten mogen zien. Mijn slechte conditie bewaar ik liever nog even geheim!

Liefs!

dinsdag 10 juli 2012

Ervaringen: Grote school

Voordat ik begon aan het schrijven van deze log heb ik even opgezocht wat een grote school (en een kleine school) precies is. Ik heb nergens de grens hiertussen kunnen vinden en daarom heb ik deze grens zelf gesteld. Een grote school vind ik een school met meer dan duizend leerlingen. Een kleine school is een school met minder dan duizend leerlingen.

Ik heb zelf op een grote middelbare school gezeten. Mijn school telde ongeveer 2200 leerlingen, verdeeld over twee locaties. Dagelijks liep ik tussen zo’n 1500 andere leerlingen en na verloop van tijd weet je niet beter. Ik was niets anders gewend, dus ik heb er nooit problemen mee gehad.

Als docent kijk ik heel anders tegen een grote school aan. Mijn eerste stageschool was mijn oude middelbare school, dus tot zover vond ik het niet vervelend. Mijn mening over een grote school veranderde pas toen ik, twee jaar nadat ik op een kleine school stage had gelopen, terugkeerde naar een grote school. Ik heb mijn periode op de kleine scholen als heel positief en warm ervaren (daarover later meer) en een grote school voelde ineens heel kil en koud aan. Ik kende slechts een beperkt aantal docenten en van de leerlingen kende ik alleen mijn eigen klassen. Als ik de school binnen liep, voelde ik me heel klein worden. Sterker nog, ik voelde me net een leerling. Daar kwam ook nog eens bij dat ik halverwege het jaar binnen kwam en dat ik nooit een goede rondleiding heb gekregen. Ik wist de lokalen te vinden waar ik les moest geven, maar de aula? Geen flauw idee.

Natuurlijk heeft een grote school ook wel voordelen. Op een kleine school is er maar een kleine wiskundesectie, vaak van hooguit vier of vijf docenten. Op een grote school bestaat een wiskundesectie uit vijftien tot twintig wiskundedocenten, soms zelfs nog meer. Behalve het feit dat de kans kleiner is dat je vervelende taken op je bordje krijgt, is de kans ook heel groot dat je kunt opschieten met je collega’s. Er zit tenslotte altijd wel iemand tussen met wie je het kunt vinden. Dat is met die vier docenten op een kleine school wel anders. (Overigens kon ik het ook met die vier goed vinden, maar het had natuurlijk gekund van niet…)
Daarnaast zijn er natuurlijk veel klassen. Ik vind het zelf erg leuk om de brugklassen les te geven. Als er daar veel van zijn, is de kans groot dat jij (onder andere) de brugklassen toegewezen krijgt.

Nog even mijn voor- en nadelen op een rijtje wat betreft de “grote school”.

Voordelen
Je hebt veel collega’s, wat het wel zo gezellig maakt.
Er zijn veel klassen, dus de kans is groot dat je je favoriete klas mag gaan lesgeven.

Nadelen
De band met veel collega’s is niet diepgaand, omdat je vaak 100 collega’s hebt.
Je kent niet alle leerlingen, en zij kennen jou niet, wat er bij mij voor zorgde dat ik me een “niemand” voelde zodra ik het gebouw in liep.
Het gebouw is enorm en daar houd ik niet van.
Het is er vaak koud en kil en daar houd ik ook niet van.
Liefs!

vrijdag 6 juli 2012

Rondleiding op mijn nieuwe werk

Het is alweer een paar weken geleden dat ik op mijn nieuwe werk werd rondgeleid. Direct na mijn tweede gesprek, waarin ik flink wat papieren heb uitgewisseld en waarbij ik veel informatie heb gekregen over de gang van zaken, werd ik “neergezet” in de personeelskamer. Ik heb daar even op mijn gemak wat boekjes door kunnen nemen met informatie voor het personeel en niet veel later ging de bel die aankondigde dat de pauze was begonnen. In die pauze heb ik al veel van mijn (wiskunde)collega’s mogen ontmoeten. Stuk voor stuk aardige mensen, mét humor. Ik voelde me meteen op mijn gemak bij hen en ik kon lekker meepraten over de lerarenopleiding, mijn eigen middelbare school waar één van mijn nieuwe collega’s een aantal jaren heeft gewerkt en over de taakverdeling van volgend jaar. Ik wist meteen dat ik me hier wel thuis zou voelen.

Aan het eind van de pauze werd ik door een wiskundedocent door het hele gebouw rondgeleid. Wauw. Ik ben gek op moderne gebouwen en dit was er zo een. De inrichting was mooi, de lokalen waren mooi, er hing in alle lokalen een digi-board (daar krijg ik gelukkig nog een cursus over aan het begin van het schooljaar) en er stond zelf een aquarium in de hal van de personeelskamer. Er is nog niet heel lang geleden een fitnessruimte ingericht waar de docenten na werktijd gebruik van mogen maken, dus dat is een groot pluspunt. Hopelijk houd ik het daar wel vol, hoewel ik me afvraag of ik het fijn vind om met een bezweet hoofd tussen mijn nieuwe collega’s te lopen.

Het is een gebouw met vier verdiepingen en allerlei gangetjes en ik weet zeker dat ik me de eerst komende weken daar ga verdwalen. Gelukkig zal ik voornamelijk lesgeven aan de brugklassen, dus die zullen net zo goed de weg kennen als ik.

Liefs!

dinsdag 3 juli 2012

Ervaringen: Daltononderwijs

Ik heb ongeveer een half jaar lang stage gelopen op een school met Daltononderwijs. Dit was op een middelbare school waar ik zelf ook naar toe wilde toen ik naar de brugklas ging. De reden dat ik toch voor het reguliere onderwijs heb gekozen is heel oppervlakkig: ik vond het gebouw niet mooi.

Toch ligt het Daltononderwijs mij wel. Ik ben zelf gek op plannen en mijn bureau, mijn computer én mijn telefoon zijn bezaaid met to do-lijstjes. Naast het eten van chocola (haha!) geeft het afstrepen van een taak op mijn to do-lijstje een gevoel van voldoening. Ik vind het dan ook heerlijk dat ik straks “Blog 8 schrijven” kan afstrepen van mijn lijstje! Ook zelfstandigheid is iets wat heel erg bij mij past en de discipline die je nodig hebt om de daltontaken af te ronden heb ik ook wel.

Of ik ook docent wil worden op een Daltonschool? Nee. Ik heb in die zes maanden tijd gezien dat leerlingen er als een berg tegenop kunnen zien om hun taken af te ronden en het komt dan ook geregeld voor dat de leerlingen grote achterstanden hebben. Deze achterstanden zijn alleen in te halen door alsnog alle stof te maken die op de studieplanners staan, terwijl je in het reguliere onderwijs vaak naar een andere (passende) oplossing zoekt. Daarbij is het de bedoeling dat alle docenten zich houden aan de studieplanners die gemaakt zijn per vakgroep. Dit is fijn voor de docenten die het zelf niet fijn vinden om een planning te maken, maar het heeft ook nadelen. Als een docent ziek is, wordt het van de leerlingen verlangd dat ze verder werken met de stof. Als de leerlingen echt zo zelfstandig zouden zijn, zou dat geen probleem zijn, maar wiskunde is nu eenmaal geen gemakkelijk vak. Het lukt de leerlingen niet om de stof voldoende te beheersen en daardoor neemt hun zelfvertrouwen af. Dat is één van de redenen dat ik niet zo willen werken op een school met vaste studieplanners. Ik heb liever een school met richtlijnen, waarbij de docent zelf de tijd mag verdelen. In dat geval is er namelijk veel meer ruimte om werkbladen te ontwikkelen die de stof uit het boek kunnen aanvullen of vervangen.

Nog even op een rijtje wat ik de voor- en nadelen van het Daltononderwijs vind.

Voordelen
Het stimuleert de leerlingen om zelfstandig te worden en om ze discipline bij te brengen.
Er zijn studieplanners gemaakt, waardoor je niet zelf de stof hoeft in te delen.

Nadelen
De leerlingen kunnen het tempo niet altijd bijbenen (of hebben gewoon geen zin in huiswerk), waardoor ze grote achterstanden hebben.
Er is weinig tot geen ruimte voor het ontwerpen met werkbladen.
Bij ziekte van een docent wordt het van de leerlingen verlangt dat ze zelf verder gaan met de stof, terwijl dit vaak onmogelijk blijkt.

Liefs!