maandag 29 april 2013

Het meest saaie van lesgeven

Helaas heeft het onderwijs ook zijn saaie kanten. Vergaderen wordt bijvoorbeeld vaak als saai gezien. Ik zie vaak genoeg tijdens een algemene vergadering collega’s met hun mobieltjes of iPads spelen. Ook het nakijken vinden velen met mij ontzettend saai. Daarbij is het ook nog eens ontzettend tijdrovend. Ik ben gerust een uur bezig met het nakijken van één brugklasrepetitie. En dan heb ik er nog twee te gaan!

Maar wat ik echt het meest saaie vind… De rekenles! Op vrijdag geef ik één lesuur rekenen aan mijn 3havo-klas. En serieus, daar zie ik de hele week tegenop. Ik zal een korte beschrijving geven van hoe zo’n les er uit ziet: de leerlingen druppelen binnen, ze pakken hun spullen (nadat ik het vijf keer heb gevraagd), ze kijken de huiswerkopgaven na met de antwoorden die ik op het bord heb gezet en als ze daarmee klaar zijn, maken ze sommetjes voor het huiswerk voor de volgende les. Kortom: ik val er echt bij in slaap.

Ik weet ook niet hoe ik de lessen leuker moet maken. De leerlingen moeten uit de rekenboeken werken die door de school besteld zijn en elke week moet er één hoofdstuk gemaakt worden. Veel ruimte om daarvan af te wijken is er niet, want de proefwerken voor het hele derde leerjaar zijn hetzelfde en worden ook in dezelfde week afgenomen.
Veel uitleg hoef ik tijdens de lessen ook niet te geven. Onder elkaar optellen en vermenigvuldigen lukt de meeste leerlingen wel, rekenen met breuken krijgen ze vaak genoeg in de wiskundeles en de verhoudingstabellen en het rijtje van kilometer naar millimeter kunnen ze inmiddels dromen. Als ik dat klassikaal moet uitleggen, zit 80% van de klas zich toch te vervelen. De enkele leerling die er wel moeite mee heeft, krijgt één op één uitleg van mij. En dat komt niet heel vaak voor.

Ik weet dat mijn collega’s bezig zijn met het regelen van andere rekenboeken. Rekenboeken waarvan de inhoud meer aansluit bij het rekenexamen wat de leerlingen binnenkort op hun eindexamen kunnen verwachten. Contextrijkere sommen, waarachter een hele oplossingsmethode schuil gaat. Ik hoop dat die boeken er al snel komen, want dat maakt het voor mij ook iets leuker om les te geven. Wat serieus, hoe kun je een som als 83 × 472 leuk uitleggen?

Liefs!

zondag 28 april 2013

Vakantieplannen

Het is al lang geleden dat ik in de meivakantie naar het buitenland ging – of dat ik überhaupt op vakantie ging – en ook dit jaar blijf ik thuis. Helemaal niets mis mee, want ik heb genoeg te doen!

In mijn dagboek van gisteren schrijf ik wat ik allemaal nog wilde doen de komende twee (vrije!) weken. Tijdens het schrijven daarvan bedacht ik me ineens: waarom maak ik er geen to do-lijstje van wat ik op mijn blog publiceer? Dan heb ik meteen een inhoudelijk verhaal voor mijn vakantie-updates op zaterdag.

Week 1 (27 april t/m 5 mei)
- Hoofdstuk 5 t/m 10 van mijn verhaal ‘verbeteren’
- Blog maandag schrijven
- Blog woensdag schrijven
- Blog zaterdag schrijven
- Blog maandag 6 mei schrijven
- Blog woensdag 8 mei schrijven
- Toets 3havo nakijken
- Toets 2havo nakijken
- Werkvorm cirkels
- Boek 1 lezen
- Blog over boek 1
- Drie keer sporten

Week 2 (6 mei t/m 12 mei)
- Hoofdstuk 11 t/m 17 van mijn verhaal ‘verbeteren’
- Blog zaterdag schrijven
- Blog maandag 13 mei schrijven
- Blog woensdag 15 mei schrijven
- Werkvorm bedenken
- Boek 2 lezen
- Boek 3 lezen
- Blog over boek 2
- Blog over boek 3
- Werken aan ‘documenten’
- Drie keer sporten

Nu ik alles zo heb uitgeschreven begint het wel echt op werken te lijken. Ik wil toch meer doen deze vakantie dan ik dacht. Maar zoals je ziet hebben veel van de dingen te maken met schrijven of lezen. Beide is voor mij puur ontspannen!

Liefs!

zaterdag 27 april 2013

Dagboek: Stressvolle week? Gelukkig niet! (#31)

Van tevoren dacht ik dat dit een stressvolle week zou worden. Ik schreef het al in mijn vorige dagboek: deze week gaf ik mijn lessen verspreid over het hele gebouw. In totaal gaf ik les in elf verschillende lokalen. Dat is best even een omslag voor iemand die normaal in één lokaal zit. De zenuwen waren gelukkig voor niets. Het heeft zijn nadelen om continu te moeten wisselen, maar het had ook zijn voordelen!

Op maandag was ik ontzettend zenuwachtig. Hoe zouden de leswisselingen gaan als ik elke keer moet verhuizen? Gelukkig verliep dat allemaal redelijk goed. Het eerste lesuur had ik de brugklas die ik steeds minder leuk vind worden. Ze gedragen zich arrogant, doen net alsof ze niets snappen en hun concentratie is erg laag. De twee lesuren erna had ik mijn andere twee brugklassen. In tegenstelling tot mijn andere brugklas beginnen deze leerlingen steeds leuker te worden!

Op dinsdag verliepen mijn lessen redelijk oké. Het was alleen erg jammer dat de muis het in één van de lokalen niet deed. Dit zorgde er namelijk voor dat ik de uitwerkingen niet op het bord kon projecteren. Al dat gedoe met die muis zorgde uiteindelijk voor een best rommelige les. En dat uitgerekend in 2havo...
Daarnaast had ik een lesbezoek van mijn baas. Daarover staat meer in een vorige blog.

Woensdag had ik een vrije dag. Mijn vriend was ook vrij, dus we brachten de dag samen door. Ik heb zo goed als niets voor mijn werk gedaan en dat was wel erg lekker.

Donderdag had ik de hele tijd een vakantiegevoel. Alsof het de laatste lesdag was. Het was dan ook elke keer weer een teleurstelling als ik me bedacht dat ik vrijdag ook nog moest werken. Ik begon steeds meer te wennen aan de lokaalwijzigingen. Op maandag was het nog wel stressvol, maar dat gevoel kon ik later in de week goed van me afzetten. Ik heb geleerd dat het helemaal niet zo erg is om wat later te beginnen. Bovendien zag ik er ook wel de voordelen van in. Mijn schoolgebouw bestaat uit fijne en minder fijne lokalen. Ik zit standaard in een rotlokaal, dus nu heb ik ook eens mogen genieten van de betere lokalen!

Vrijdag ging razendsnel. Het ene moment stapte ik de school in, het volgende moment liep ik weer weg. Ik zat van mijn uren drie uur in een muzieklokaal. Tussen de bedrijven door heb ik wat melodieën op de piano gespeeld. De leerlingen vonden dat het nergens naar klonk en eigenlijk hebben ze daar groot gelijk in gehad. Ik ben amuzikaal geboren, helaas.

Eindelijk is het de vakantie waar ik al lang naar toeleef: meivakantie. Zestien vrije dagen en niets te doen. HEERLIJK! (Alhoewel, niets te doen... Vanochtend heb ik met mijn vriend de administratie op orde gebracht (wat ik eigenlijk afgelopen zomer al van plan was!), ik wil flink vooruit werken met mijn blog, ik wil mijn verhaal afschrijven, ik heb twee toetsen om na te kijken, ik wil leuke werkvormen bedenken voor na de meivakantie, ik wil documenten maken voor onder het gelijknamige kopje en ik wil heel veel lezen, zodat ik ook mijn andere blog een beetje bij kan werken...) De komende twee zaterdagen dus geen dagboekverhalen over mijn lessen maar een weekoverzichtje van mijn meivakantie.

Liefs!

vrijdag 26 april 2013

Inspiratiebron van een tiener

Nietsvermoedend zit ik, tijdens een les in mijn brugklas, achter mijn bureau. De leerlingen zitten rustig te werken en hier en daar wordt wat gefluisterd en gepraat. Dan steekt er iemand zijn vinger op. Ik knik ten teken dat hij iets mag vragen.
"Mevrouw, mag ik mijn inspiratiebron op tafel leggen?"
Inspiratiebron? Welke inspiratiebron?
"Welk inspiratiebron?" vraag ik hem dan ook.
Mijn vrouw," antwoordt hij. Ik kijk hem verbaasd aan. Wat?
"Mijn vrouw," zegt hij nogmaals, ter verduidelijking. Alsof ik er dan meer van zou snappen.
"Mag ik het laten zien?" vraagt hij.
Ik knik. De jongen opent zijn tas en haalt er een plaatje uit. Het is een foto van een vrouw in een bikini, uitgescheurd uit een tijdschrift. Er gaan allerlei gedachten door mijn hoofd heen, maar wat ik me het meest afvraag is of hij dit serieus meent.
“Is dit je inspiratiebron?” vraag ik. Hij knikt en kijkt even naar de foto. Vervolgens probeert hij de sommen uit het boek te maken. Af en toe werpt hij nog een blik op het plaatje, dat tien centimeter naast zijn schrift ligt.
“Pfff, het lukt niet. Mijn vrouw leidt me alleen maar af.”
“Is ze echt je vrouw dan?”
De reden dat ik het me serieus afvraag is omdat het een buitenlandse jongen is. Wie weet is hij wel uitgehuwelijkt. Al zal dat vast niet zijn aan een B-model van de Wehkamp.
“Ja, echt,” zegt hij. Ik kan aan de blik in zijn ogen echt niet merken of hij staat te liegen.
“Maar waarom is je vrouw dan onthoofd?” vraag ik, als ik iets beter naar het plaatje kijk. De helft van haar hoofd is eraf gescheurd.
Het antwoord was simpel.
“We hadden ruzie.”

Liefs!

woensdag 24 april 2013

10 manieren om... van je zenuwen af te komen

Ik heb wel eens flink de zenuwen. En met flinke zenuwen bedoel ik: elke vijf minuten naar het toilet, trillende benen en aan niets anders kunnen denken. Daarom hier een lijstje met tien manieren om van de zenuwen af te komen.


Mijn tien manieren om van de zenuwen af te komen:

1. Een frisse neus halen. Bij mij helpt het af en toe wel om een luchtje te scheppen. Vooral als het in een mooie omgeving is met veel groen en eventueel water.
2. Rustig zitten met een kopje thee (of iets anders). Even een momentje om te ontspannen. Er zijn speciale thee-en ontwikkeld om te relaxen.
3. Hoe moeilijk het ook is, probeer aan iets anders te denken! En dan bedoel ik natuurlijk aan iets leuks.
4. Als je de tijd hebt: ga sporten. Even een half uurtje hardlopen in de buitenlucht en je hoofd leegmaken. Heerlijk!
5. Verzin een bezigheid waar je je volle verstand bij nodig hebt. Even je gedachten verplaatsen naar dingen die wel nuttig zijn en je vergeet meteen de oorsprong van je zenuwen.
6. Schrijf het van je af. Dat helpt voor mij altijd heel erg.
7. Ga met iemand praten die je gerust kan stellen. Als ik zenuwachtig ben, ren ik altijd naar mijn vriend toe. Door zijn kalmerende woorden word ik altijd meteen weer rustig.
8. Maak een lijstje met dingen die mis kunnen gaan en denk bij elk punt na of dit wel echt zo realistisch is.
9. En bedenk wat het ergste is wat er zou kunnen gebeuren. Is dat wel echt zo realistisch?
10. Meld je zien, dan ben je overal vanaf. Grapje!

Liefs!

dinsdag 23 april 2013

Lesbezoek van de directie


Ik keek al vanaf het begin van het schooljaar op tegen de dag waarom mijn baas mijn les zou komen bezoeken. Het is alsof je een heel lastig eindexamen maakt en dat de docent, ‘de expert’, naast je staat om op je vingers te kijken. Brr…
Eind maart begon ik hem echt te knijpen. ‘Ergens in april’ zou er namelijk iemand komen. Het was ondertussen al half april toen ik er pas een mailtje over kreeg. “Ik kom volgende week dinsdag je les bezoeken. Het is het beste als je mijn aanwezigheid vergeet en zo normaal mogelijk les geeft.” Ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

Enfin, vandaag was het zover. Ik stond op met zenuwen, maar gelukkig gingen ze in de loop van de dag weg. Ik gaf eerst mijn lessen aan de andere klassen en direct na de pauze was het moment van de waarheid.
“Mevrouw, bent u zenuwachtig?” vroeg één van mijn leerlingen. Ik had ze namelijk gisteren al verteld dat er ‘iemand’ zou komen kijken.
“Nee, natuurlijk niet. Jullie zijn toch hartstikke lief? Er kan weinig misgaan.”
En dat meende ik ook. Ik had namelijk ’s morgens gezien dat er vier leerlingen afwezig waren. Precies de vier leerlingen waar ik normaal best wel wat moeite mee heb. Ik had dus echt niets om zenuwachtig voor te zijn.

En inderdaad, de leerlingen waren poeslief. Ik schrok er zelfs een beetje van. Vanaf het moment dat mijn baas binnenkwam in het lokaal (dat was een paar minuten nadat de tweede bel was gegaan) heb ik geen leerling meer horen praten. Het was fijn dat ze zo rustig waren, maar helemaal stil? Nee, dat kwam niet natuurlijk op mij over. Ik durfde zelf bijna niet meer te praten.
“Jullie hoeven niet zo stil te zijn, alleen omdat er iemand achterin zit,” zei ik tegen de klas. “Jullie mogen best met elkaar overleggen, zoals jullie normaal gesproken ook doen.”
En vanaf dat moment werd er overlegd. Wil je weten hoe? Fluisterend! Ik wist niet eens dat de leerlingen dat konden…
Ik heb de les gegeven zoals ik de les normaal gesproken ook zou geven: een stuk herhaling van de vorige les, een paar minuten uitleg en “zelfstandig” werken. Leerlingen met een vraag konden naar mij toe komen of de vraag stellen aan de buurman/buurvrouw. Het enige verschil wat er was is dat ik geen enkele waarschuwing hoefde te geven. En dat was héél raar!

Ik heb een goed gevoel over de les. Het was jammer dat de leerlingen zo extreem stil waren, want daardoor heb ik de politieagente niet in mezelf naar boven kunnen halen. Maar aan de andere kant… Beter zo dan dat ze ontzettend druk waren!

En nu is het afwachten op mijn beoordelingsgesprek…

Liefs!

maandag 22 april 2013

Daltononderwijs, wat is dat?

Een lange tijd geleden, het was één van mijn eerste blogs, schreef ik een stukje over mijn ervaringen met het daltononderwijs. Ik heb ongeveer een half jaar lang stage gelopen op een Daltonschool en ik wilde graag met ervaringen met het wereld wijde web delen. Als ik bij de statistieken van mijn blog kijk, zie ik dat ‘(nadelen) daltononderwijs’ de meestgebruikte zoekterm is om op mijn blog te komen. Blijkbaar is er dus veel interesse in dit onderwerp.

Omdat ik in mijn vorige blog nauwelijks iets heb geschreven heb over wat daltononderwijs inhoudt, wil ik dat vandaag gaan doen. Op internet heb ik feitjes opgezocht en tussendoor zal ik ook mijn ervaringen delen.

Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling dat ik stage zou lopen op deze school. Het was gewoon een samenloop van omstandigheden waardoor ik ineens een stagiair was geworden. Daar is op zich niets mis mee, zeker niet aangezien ik mijn hele opleiding al eens een kijkje wil nemen in deze keuken. Wat wel erg jammer was, is dat ik op dat moment net in een periode zat dat ik geen roze bril droeg. Dat is dan ook één van de redenen dat ik niet helemaal positief tegen het daltononderwijs aan keek.

Maar… Wat is daltononderwijs dan? Het is een onderwijssoort waarbij de nadruk ligt op de zelfstandigheid van de leerlingen. Daarnaast is er veel keuzevrijheid voor de leerlingen. Ik weet niet of alle Daltonscholen dezelfde principes er op nahouden, maar op mijn school werkte het op de volgende manier.
Iedere leerling krijgt van zijn/haar mentor een daltonkaart. Dit is een kaart waarop de leerling handtekeningen verzameld van docenten. Wanneer krijg je een handtekening? Als je de ‘daltontaak’ (een bepaald aantal opgaven die de leerlingen die week af moeten hebben) af hebt en laat zien aan je vakdocent.
In het lesrooster is lesuur 3 en lesuur 5 vrijgehouden voor “het daltonuur”. Dit is een uur waarop leerlingen zelf mogen kiezen aan welk vak ze gaan werken. Dit kan een vak zijn waarvoor ze achterlopen, een vak waar ze moeite mee hebben of een vak wat ze juist leuk vinden. Ze zoeken in het rooster het lokaal op waar hun docent zit en in dat lokaal schuiven ze aan. In dat uur gaan ze werken aan dat vak. Tussendoor gaat er één keer een bel. Na een half uur mogen de leerlingen kiezen: ze blijven bij dat vak werken of ze verplaatsen zich naar een ander lokaal om aan een ander vak te werken.
De overige lesuren krijgen de leerlingen onderwijs in een vast klaslokaal met een vaste docent en hun eigen klas. Er wordt een stuk theorie uitgelegd en de leerlingen maken de opgaven waar ze op dat moment gebleven zijn.
De leerlingen krijgen minder klokuren les dan op een reguliere middelbare school (voor wiskunde scheelt het in de brugklas 80 minuten!), maar krijgen tijdens het daltonuur dus extra tijd om aan de opgaven te werken.

De vrijheid die de leerlingen krijgen is in beperkte mate. Het toetsmoment is namelijk voor alle leerlingen hetzelfde. Alle leerlingen uit de klas krijgen dus op hetzelfde tijdstip een toets over dezelfde stof. Dat is voor mij heel logisch, want ze gaat het op mijn huidige werkplek en al mijn vorige stages net zo. Maar het is wel tegenstrijdig met wat Helen Parkhurst, de grondlegger van het daltononderwijs, voor ogen had. Op wikipedia is namelijk te lezen dat vrijheid volgens mevrouw Parkhurst gaat over het zelf kiezen van het tijdstip en het tempo waarin aan een bepaald onderwerp gewerkt wordt. Als je dit in de praktijk bekijkt, gaat dit heel anders. De leerlingen krijgen binnen de daltonuren de vrijheid om te kiezen aan welk vak ze willen werken, maar daarbuiten is er nauwelijks ‘vrijheid’. Het tempo wordt namelijk bepaald door de docent middels een studiewijzer. Elke week wordt er van je verlangd dat je een bepaald onderwerp hebt afgesloten. Als je dat niet gedaan hebt, zit je vrijdagmiddag op school. Dat is nauwelijks vrijheid te noemen.

Ik wilde er puur een informatief stuk van maken, maar ik kon het niet laten om ook even mijn eigen mening er tussen te gooien. Oeps.

Liefs!

zondag 21 april 2013

Herinnering: Zo moet het niet.

"Tempo, tempo, tempo," riep stagebegeleider nummer één tijdens een les die ik mocht observeren. De leerlingen waren rustig bezig met sommetjes maken en mijn stagebegeleider liep langs en schreeuwde constant dezelfde woorden naar de arme kinderen toe. 

"De kinderen zijn zo langzaam. Ze denken veel te lang na bij de sommen. Het moet op de automatische piloot gaan, daarom roep ik steeds dat ze tempo moeten maken." Dit vertelde hij me na afloop van de les. Ik stond er enorm van versteld. Ik had nog nooit eerder zo iemand voor de klas meegemaakt. Belachelijk!

"FOUT," schreeuwde hij toen een jongen voor het bord kwam om een opgave voor de rest van de klas uit te werken. Hij deed het blijkbaar niet goed. De jongen liep teleurgesteld terug naar zijn plaats en ging zitten. Iemand anders moest de opgave afmaken. "Iemand die het wel kan," riep mijn stagebegeleider er nog even achteraan.

"De leerlingen moeten weten wanneer ze iets fout doen. Daar leren ze van. En er is maar één manier om ze dat duidelijk te maken. Door het ze gewoon te zeggen." Ik vroeg me af of dat niet op een andere manier kon. Iets subtieler of zo, wat vriendelijker.

"Ze zijn gewoon dom," zei hij tegen mij aan het eind van het lesuur. Mijn oren klapperden na die woorden. Ze zijn gewoon dom? Mag je dat als docent zeggen?

Ik zeg niet dat hij een slechte docent was, die eerste stagebegeleider van mij. Maar ik zeg wel dat zijn manier van lesgeven absoluut niet lijkt op mijn lesstijl. Gelukkig heb ik van die man ook veel geleerd. Namelijk hoe het niet moet!

Liefs!

zaterdag 20 april 2013

Dagboek: Hatsjoe! (#30)

Wat een rare week. Het begon zo goed, maar met de dag werd het steeds erger. Gelukkig is het nu weekend, dus kan ik me een beetje oppeppen voor de komende week. Maar eerst nog even de afgelopen week nalopen!

Wat een heerlijk weer was het maandagochtend! Ik fietste naar de tramhalte, maar in de verte zag ik de tram al rijden. Die zou ik dus niet meer halen. Ik besloot op mijn gemak alvast naar de volgende halte te fietsen, maar ik genoot zo van de temperatuur dat ik meteen besloot door te fietsen naar het treinstation. Voordelen: geen extra reistijd (fietsend doe ik er net zo lang over als met de tram), gratis (dat scheelt toch weer 1,59 per enkele reis) en gezond. Nadeel: ik moest mijn fiets tussen honderden andere fietsen zetten. Gelukkig kon ik hem nog terugvinden!
Op mijn werk ging alles prima. Cijfers ingevoerd, toetsen nabesproken, de leerlingen geholpen met lastige opgaven en wat extra tijd besteed aan de leerlingen die een dramatisch cijfer hadden gehaald voor het vrij eenvoudig SO.

Dinsdag was een frustrerende dag. Althans, mijn les in 2havo. Ik startte die dag met een nieuw onderwerp: de inhoud van een prisma. Redelijk makkelijk als je het vergelijkt met een hoofdstuk over kwadratische vergelijkingen. Maar nee, zelfs het uitrekenen van de oppervlakte van een driehoek was al lastig. Oei. Ik ben benieuwd hoe dit hoofdstuk voor hen gaat aflopen.

Op woensdag werd ik wakker met een pijnlijke keel. Mijn stem klonk ook heel raar en zelfs mijn vriend twijfelde af en toe aan mijn geslacht. Ik leek wel een vent! De thee met honing heeft die dag helaas niet geholpen, want de volgende dag werd ik er weer mee wakker.

Donderdag en vrijdag waren voor mij verschrikkelijke werkdagen. Ik wilde me dolgraag ziekmelden, maar ik vind altijd dat ik dat niet kan maken. Ik wil niet achter lopen op de planning en zolang ik nog kan lopen, kan ik werken (vind ik). Helaas was dat een slechte beslissing dit keer. Mijn stem klonk steeds vreemder, het deed pijn als ik ging praten en daarbij kreeg ik ook nog een verkoudheid erbij. En dit alles bovenop de vermoeidheid waar ik al drie weken mee rondloop.

Kortom: het is tijd voor de meivakantie. Helaas laat dat nog één week op zich wachten. Normaal gesproken gaat een lesweek redelijk snel voorbij. Helaas zal ik dat idee de komende week niet ervaren. Wegens allerlei bovenbouwgedoe ben ik een week uit mijn lokaal verbannen. De zestien lesuren van komende week moet ik daardoor in elf verschillende lokalen geven. Bah!

Liefs!

donderdag 18 april 2013

Verspilde moeite

Het kost me wel eens moeite om mijn geduld te bewaren. Met name in – hoe verrassend – mijn 2havo-klas. Er zijn momenten dat ik ze echt wel achter het behang wil plakken. Maar omdat ik in mijn lokaal geen behang heb, moet ik andere maatregelen nemen.
Even een voorbeeldje van wat er zojuist in mijn les gebeurde. Eén jongen, ik noem hem even Joost, komt binnen met een verschrikkelijk humeur.
“Nee, mevrouw, ik ga echt niet bij Lisette in het groepje zitten. Ze zeurt zo erg, ik krijg er echt hoofdpijn van.”
Over zeuren gesproken… Maar ik wilde niet meteen al met een slechte start beginnen, dus ik ruilde Lisette om voor Maartje. Maar ook dit was niet goed. Want Sandra, die nu noodgedwongen bij Lisette in het groepje moest zitten, begon ook te zeuren. (Terwijl Sandra het liefste meisje van de klas is en altijd aan de kant van de docent staat!) Ik zuchtte. Hoe zou dit de rest van de les verlopen?

Dat bleek al snel. Nadat ik had verteld dat het gemiddelde cijfer voor de toets (ja, echt waar) een 4,0 was, begon Joost te lachen. En toen ik vertelde dat er zeker tien leerlingen op zitten blijven staan, alleen maar voor het vak wiskunde, begon zijn gelach weer. Mijn bloed begon een beetje te koken. Ik doe ontzettend veel moeite voor de klas. Ik maak de toetsen net iets makkelijker dan een gemiddelde toets, ik stop ontzettend veel energie in deze klas, ik wil zo vaak een pauze bijles geven als de leerlingen nodig hebben. Maar lachen na het horen van een dramatisch laag cijfer? Nee, dat gaat er bij mij niet in.

“Ga eruit,” zei ik tegen hem.
“Ah, nee, mevrouw! Nog één kans?”
“Ga eruit,” zei ik opnieuw. Ik bleef hem strak aankijken. Ik probeerde mezelf onder controle te houden.
“Please?”
En toen had ik het niet meer.
“Eruit!” schreeuwde ik. Ik keek me met grote ogen aan, pakte daarna zijn spullen en verliet toen het klaslokaal.

Alle energie die ik in dit soort leerlingen steek is blijkbaar verspilde moeite. Want wat krijg ik er voor terug? Een leerling die begint te lachen na het horen van zo’n verschrikkelijk laag cijfer…

Liefs!

woensdag 17 april 2013

Tip: Evalueer ook met je klas (#18)

Ik had laatst een rotles. Écht een rotles. Je kunt het al raden: het was een les in 2havo. Uitgerekend die les zat mijn begeleidster achterin om mij de laatste tips te geven voor het geval mijn baas binnenkort in mijn les komt kijken.

Ik stuurde drie leerlingen eruit, ik gaf honderd waarschuwingen, ik heb miljoenen keren binnensmonds gevloekt en ik bleef maar naar de klok kijken of de bel al zou gaan. Vijf minuten voor de bel had ik het echt niet meer. “Ga allemaal op jullie eigen plek zitten. Ik trek het niet meer.”

Hoofdstuk 1, tip 6: Evalueer ook met je klas
Je kunt niet alleen veel leren van het commentaar van je begeleider, ook de leerlingen kunnen je waardevolle feedback geven. Evalueer dan ook met de kinderen in je klas wat er goed is gegaan. Meestal zeggen ze eerst alleen maar dat ze het wel leuk vonden, maar dan moet je nog even doorvragen. Vaak komen ze met goede, scherpe tips en opmerkingen. Dat je zo vaak ‘ssst’ zegt, bijvoorbeeld.

“Ik ga heel eerlijk tegen jullie zijn. Ik vind het heel moeilijk om jullie te helpen én om tegelijkertijd de rest van de klas in de gaten te houden. Ik heb gemerkt dat dit in deze klas bijna niet te doen is. Ik wil iedereen dolgraag naar een hoger cijfer helpen, maar dat lukt niet als het ondertussen een dierentuin is in het lokaal. Dus hebben jullie tips voor me hoe ik jullie kan helpen én tegelijkertijd de klas in de gaten kan houden?”

En ja, daaruit kwamen een heleboel tips. Niet allemaal even bruikbaar, maar dat deed er op dat moment even niet toe. Ik wilde ze laten zien dat ik er echt wel bij stil stond dat mijn lesgeven anders moet en ik wilde hun mening daar ook over horen. De volgende dag zijn we daar op doorgegaan.

Ik heb de tip gelezen in het eerste hoofdstuk, “Stage”, maar ik vind hem hier niet helemaal op zijn plek staan. Ja, natuurlijk moet je tijdens je stage met je klas evalueren. Maar ook nog het jaar erna, en ook nog vijf/tien/twintig jaar later. Het probleem met lesgeven is dat jouw manier van werken misschien bij de ene klas wel heel goed werkt, maar in de andere klas totaal niet. Je zult dus altijd moeten blijven evalueren. Alleen of, zoals in deze tip staat beschreven, met de klas.

Liefs!

Dankbaarheidslijstje #7

Vandaag schrijf ik een dankbaarheidslijstje over gisteren. Ik had gepland om deze gisteren bij thuiskomst te schrijven, maar toen had ik plotseling geen tijd (en zin) om achter de computer te kruipen. Dus bij deze!

Gisteren, dinsdag 16 april 2013, was ik dankbaar voor/was ik blij met...
... het zonnetje dat mijn slaapkamer in scheen toen ik wakker werd. Dat was echt heerlijk opstaan!
... de fietstocht die ik maakte naar het station. Gisteren was de tweede dag op rij dat ik besloot een fietstocht van ca. 25 minuten te maken naar het station. Voor iemand die absoluut niet sportief is, is dat toch best een prestatie. Zeker als je je bedenkt wat een verschrikkelijke tegenwind ik op de terugweg had!
... de leerlingen in de brugklas, die vaak wel voor een enorme glimlach op mijn gezicht kunnen zorgen. Brugklasleerlingen zijn gewoon de leukste leerlingen die er zijn!
... de pauze op mijn werk. Tegenwoordig breng ik de pauzes iets te vaak door in mijn lokaal (om de lessen voor te bereiden) of achter de computer (om dingen uit te printen/mailtjes te versturen). Af en toe is het ook wel eens lekker om gewoon wel tussen mijn collega's te zitten en rustig te genieten van een kopje thee.
... mijn avondeten. Ik had absoluut geen zin om te koken, maar gelukkig kreeg ik hulp van mijn vriend. Binnen een korte tijd hadden we een heerlijk wokgerecht op tafel staan. Mmm!
... het spontane idee om 's avonds na het eten langs de AH te fietsen, een beker ijs te halen en deze in de duinen op te eten. Een stukje fietsen en een wandeltocht later konden we genieten van twee dingen: het geweldige uitzicht op zee en van een bak Ben&Jerry's.

Liefs!

# Dankbaarheidslijstje #1
# Dankbaarheidslijstje #2
Dankbaarheidslijstje #3
# Dankbaarheidslijstje #5
# Dankbaarheidslijstje #6

maandag 15 april 2013

NIO-toets, wat is dat?

Oké, nog één om het af te leren: de NIO-toets. Na een blog over de WISC-test en de Cito-toets kan deze niet ontbreken.

De NIO-toets is vergelijkbaar met de Cito-toets. Ook de NIO-toets (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) wordt aan het eind van het basisonderwijs afgenomen bij de leerlingen. Het verschil tussen deze twee toetsen is echter dat er bij de Cito-toets wordt gekeken naar de ‘feitelijke’ schoolprestaties, terwijl bij de NIO-toets wordt gekeken naar de ‘mogelijke’ schoolprestaties. Bij de NIO-toets wordt namelijk gekeken naar wat de leerlingen in huis hebben, niet alleen naar de kennis waarover ze beschikken.

De onderdelen
De NIO-toets bestaat uit zes onderdelen, gebaseerd op taal, rekenen en ruimtelijk inzicht. De onderdelen over taal en rekenen (bij elkaar 5 onderdelen) tellen zo’n twintig tot dertig meerkeuzevragen. Bij het onderwerp ruimtelijk inzicht krijgt de leerling acht meerkeuzevragen.

De uitslag
Net als bij de IQ-test heeft de NIO-toets een gemiddelde score van 100. Bij een score van 100 t/m 107 krijgt de leerling het vmbo-TL of vmbo-TL/havo-advies. Bij score 108 t/m 115 krijgt een leerling havo of havo/vwo-advies. Bij een score boven de 116 krijgt de leerling een VWO-advies. Boven de 118 punten zou zelfs kunnen leiden naar gymnasium, technasium of tweetalig onderwijs. (Dit laatste is vergelijkbaar met een Cito-score van 545 of hoger.)

Voor wie is de NIO-toets?
Er zijn basisscholen die ervoor kiezen om de NIO-toets te doen in plaats van de Cito-toetsen. Bij die leerlingen uit groep 8 wordt dus deze toets afgenomen. Maar de NIO-toets wordt ook afgenomen bij leerlingen die al op het voortgezet onderwijs zitten. Het gebeurt namelijk wel eens dat een leerling op een onjuist niveau zit. Eén van mijn leerlingen zit namelijk as we speak de NIO-toets te maken, omdat er allerlei redenen zijn om te twijfelen aan zijn niveau. Deze leerling zit in de brugklas, maar ook leerlingen uit klas 2 en klas 3 kunnen de NIO-toets maken.

Kritiek
Zoals op alles kritiek is, is er ook op de NIO-toets kritiek. De toets is te talig, er zitten te veel context-opgaven in, de toets is niet geschikt voor kinderen met een leer- of gedragsstoornis etc. Er is ook altijd wat te klagen…

Liefs!
 

zaterdag 13 april 2013

Dagboek: Vertraging, tafeltjesavond en toetsen (#29)

Mijn week leek niet voorbij te gaan. Dat komt ook doordat deze week ineens uit vijf werkdagen bestond in plaats van vier. En dat merk je wel! De hele donderdag had ik het gevoel dat het vrijdag was. Gelukkig is het nu weer weekend en heb ik even tijd om bij te komen én om toetsen na te kijken. En natuurlijk om te genieten, want voor je het weet is het weer maandag.

Afgelopen maandag verliep prima. Tot ik naar huis ging. Om 13.00 verliet ik het schoolgebouw, dus ik had al helemaal gepland dat ik dan om 15.00 uur thuis zou zijn, inclusief de boodschappen. Dat plan werd ruw verstoord doordat iemand op mijn traject voor de trein was gesprongen. Ik vind het sowieso al asociaal dat iemand voor de trein springt, want daarmee zit je half treinreizend Nederland dwars. Maar als het net op een dag gebeurt dat ik vroeg thuis had kunnen zijn... Uiteindelijk had ik bijna een uur vertraging. Daar ging mijn lange, vrije middag!

Dinsdag verliep iets moeizamer dan maandag. Vreemd genoeg ging mijn les in 2havo beter dan in de brugklassen. Nou ja, misschien is het niet heel vreemd als je je bedenkt dat de drie drukste jongens uit 2havo er niet waren.

Over woensdag schreef ik al een blog. Ik was ontzettend zenuwachtig voor de tafeltjesavond. Achteraf was het natuurlijk nergens voor nodig, maar dat is eigenlijk altijd zo... Tijdens het avondeten op mijn werk was ik absoluut de gezelligste niet en alle gesprekken van mijn collega’s gingen ook eigenlijk compleet langs me heen. Gelukkig vielen alle gesprekken mee, kon ik met de ouders goed praten over de voortgang van de kinderen, werden er geen lastige vragen gesteld en lag ik op tijd weer in mijn bedje!

Donderdag was een rustig dagje. Aan mijn drie brugklassen gaf ik een SO. Ik heb dus drie keer 30 minuten kunnen genieten van de stilte! Ook mijn les in 2havo viel mee. Hopelijk blijft die kleurenkaartjesmethode nog even werken!

Vrijdag had wat mij betreft wel iets langer mogen duren. En dan vooral het moment dat ik les gaf aan mijn laatste brugklas. Normaal zijn die leerlingen echt schatjes, maar vandaag hadden ze geen zin. Logisch, want het was hun (en mijn) laatste lesuur van de dag!

Dit weekend heb ik een hoop na te kijken. Drie SO's van de brugklas en één repetitie van 2havo. Gelukkig is mijn vriend vandaag aan het werk, dus ik heb er nu alle tijd voor!

Liefs!

woensdag 10 april 2013

10 stappen om... de tafeltjesavond voor te bereiden

Ik heb voor vandaag een andere draai gegeven aan mijn “10 redenen om…”-lijstjes. Vandaag geef ik tien stappen om de tafeltjesavond voor te bereiden.

Jawel… Het is weer zo ver. Vanavond krijg ik weer zeven gesprekken met ouders. Maar welke voorbereiding ging daar aan vanaf? Lees hier mijn tien stappen om zo’n gesprek voor te bereiden.

Tien stappen om de tafeltjesavond voor te bereiden:
1. Koop een kladblokje (of in mijn geval: graaf er één op uit een ladekast) en reserveer voor alle leerlingen enkele bladzijdes.
2. Soms hebben de ouders al een notitie ingevoerd waarom ze komen. Zo gaat dat bij ons op het werk. Schrijf deze notitie bij de juiste leerling.
3. Vraag aan de leerling zelf wat de reden van het bezoek is. Wat gaat er mis bij de leerling? Waar heeft hij/zij moeite mee? Noteer dat uiteraard ook in het boekje.
4. Ga in gesprek met de afdelingsleider en/of de mentor. Dit is vooral bij één leerling van mij erg nuttig. Ik had geen flauw idee waarom hij naar de tafeltjesavond wilde komen, omdat al zijn cijfers boven de 5,5 zijn.
5. Bekijk alle cijfers die de leerling gehaald heeft, zowel voor de huidige periode als de voorgaande periode(s). Deze kun je uitprinten en meenemen naar het gesprek.
6. Zoek de rapportcijfers van de andere vakken op. Hier kun je vaak ook een hoop concluderen. Is de leerling alleen slecht in jouw vak of haalt de leerling over de gehele linie slechte cijfers?
7. Ga bij jezelf na hoe het gedrag van de leerling in de klas is. Hoe is zijn/haar concentratie? Hoe is de werkhouding tijdens het zelfstandig werken? Hoe ligt de leerling in de groep? Schrijf dit ook op in het kladblok.
8. Haal je overige administratie erbij. In een multomap houd ik bij hoe vaak een leerling een boek of schrift niet bij zich heeft en hoe vaak een leerling het huiswerk niet heeft gemaakt. Als een leerling vaak zijn huiswerk niet maakt (en ook niet inhaalt) zegt dat wel iets over de leerling.
9. Bedenk alvast oplossingen. Ik vind het lastig om ter plekke een oplossing te bedenken voor eventuele problemen of moeilijkheden. Daarom bedenk ik deze van tevoren. Hierbij neem ik het heel breed: ik verzin voor allerlei mogelijke problemen een oplossing. Lukt het de leerling niet om thuis huiswerk te maken? Dan blijft de leerling ’s middags langer op school om het in een stilteruimte te maken. Heeft de leerling vaak geen huiswerk gemaakt? Dan blijft de leerling ’s middags net zo lang zitten tot alles af is. Kan de leerling zich niet concentreren achteraan de klas? Dan maak je een nieuw plattegrondje waarbij de leerling vooraan in de klas zit. Vind de leerling het moeilijk om iets te vragen? Dan vraag ik af en toe aan een leerling of hij/zij een vraag heeft. En zo zijn er nog veel meer problemen én oplossingen.
10. Verzin over iedere leerling ook iets positiefs. Bij de ene persoon is het makkelijker dan bij een ander. Maar over iedereen valt wel iets positiefs te vertellen. Schroom ook niet om deze complimenten drie of vier keer te vertellen. Hoe vaker, hoe beter. (Al is tien keer een beetje overdreven…)

Succes!

Liefs!

Zenuwen!

Vanochtend had ik ze weer: de zenuwen. Ik kan daardoor zo boos op mezelf worden. Als er iets op de planning staat wat maar een beetje afwijkt van mijn reguliere leventje dan voel ik de zenuwen door mijn hele lichaam.

En waarvoor? Voor slechts zeven simpele gesprekjes met ouders. Tenminste, dat probeer ik mezelf de hele tijd wijs te maken. Het zijn maar zeven gesprekken. Het valt best mee. Binnen tien minuten ben je van de ouders af. Hoe erg de ouders ook zijn, om 20.30 uur vanavond trek jij je jas aan en verlaat je het gebouw weer. Hoe erg kan het zijn?

In mijn ogen héél erg. Ik beeld me allerlei scenario’s in waar ik totaal niet in wíl zitten. Boze ouders, teleurgestelde ouders, verdrietige ouders, schreeuwende ouders, zwijgende ouders, ouders met rollende ogen, ouders die twijfelen aan mijn docentskills, ouders die lachend vragen hoe oud ik ben… Ieks!

Ik voor continu een tweestrijd in mijn bovenkamer. De ene stem vertelt me dus het bovenstaande, terwijl de andere stem het probeert te sussen.
“Bedenk je goed dat de ouders en jij en om dezelfde reden zitten: jullie willen beide het beste voor het kind/de leerling.”
“Je bent omring door collega’s. Als de ouders écht agressief worden, ook al is daar totaal geen reden voor, dan zijn er genoeg anderen om je heen.”
“De gesprekken duren echt maar tien minuten, hooguit met een beetje uitloop. Mochten de gesprekken echt zo rampzalig zijn, dan ben je snel weer van ze af.”
“…want wat is nou 600 seconden op een heel mensenleven?”
“Je hoeft geen slechtnieuws-gesprekken te voeren met de ouders. Don’t worry!”

En buiten dit allemaal zit het wel goed met mijn voorbereiding. Ik ben het hele lijstje af gegaan (komt over één uur op mijn blog!), ik heb alles opgeschreven, ik heb genoeg research gedaan… Én ik heb gedoucht, mijn make-up aangebracht, mijn mooiste jurk uit mijn kast gehaald en mijn schoenen schoongemaakt.

Zo erg kan het toch niet zijn?

Liefs!

maandag 8 april 2013

Dankbaarheidslijstje #6

Gisteravond schreef ik het al in een notitie op mijn telefoon: maandag dankbaarheidslijstje maken! Dus dat deed ik! Vandaag was geen bijzondere dag en sommige dingen zaten aardig tegen (het OV op de terugweg naar huis bijvoorbeeld…). Toch heb ik wat dingetjes waar ik wél blij mee was/ben.

Vandaag, 8 april 2013, ben ik dankbaar voor/ben ik blij met…
… het snoozen op mijn telefoon vanochtend. Om 5.15 uur ging mijn wekker (ik heb altijd een uur nodig om wakker te worden), terwijl ik er pas om 6.30 uur uit ging. Heerlijk als je je nog even kunt omdraaien!
… het OV op de heenweg. De terugweg was een ramp, maar op de heenweg ging het gelukkig wel goed. Binnen een uur was ik op mijn werk én het scheelde me bijna twee euro doordat de incheckdingen in de tram het niet deden. Merci!
… de lessen in mijn brugklassen. Met 2havo ben ik altijd enorm aan het stoeien, maar gelukkig lopen de lessen in mijn brugklassen eigenlijk altijd wel goed. En als het een keer minder goed verloopt dat maak ik me ook geen zorgen, want ik weet dat het de volgende keer wel beter zal gaan!
… mijn redelijk positieve beoordeling op mijn les van vorige week. Afgelopen dinsdag kwam er iemand mijn les bekijken en die les gingen we vandaag bespreken. Ik was zelf érg negatief, maar gelukkig zag zij wel veel pluspunten. Gelukkig maar!
… met vriend. Het is iets waar ik iedere dag dankbaar voor ben, maar als we gezellig samen boodschappen doen voel ik het net nog even iets meer!

Dat waren de dingen voor vandaag. En alvast iets waar ik dankbaar ben voor morgen: uitslapen! Het is jammer dat ik morgen tot laat in de middag les sta te geven, maar het voordeel daarvan is wel dat ik pas laat hoef te beginnen. :-)

Liefs!

Cito-toets, wat is dat?

In het verlengde van de blog van vorige week schrijf ik vandaag een blog over de Cito-toets. De Cito-toets is een welbekende toets. Ik dacht altijd dat deze toets bij alle basisscholen werd afgenomen, maar toch schijnen er scholen te zijn die liever een andere toets afnemen. De Cito-toets wordt aan het eind van de basisschool, dus bij de leerlingen uit groep 8, afgenomen. Deze toets is om het niveau te bepalen voor het vervolgonderwijs.

De onderdelen
De Cito-toets bestaat uit verschillende onderdelen. Uiteraard zitten er opgaven in over taal en rekenen, maar ook over studievaardigheden en wereldoriëntatie. Het onderdeel wereldoriëntatie is hierbij niet verplicht. De verdeling van de opgaven is als volgt:

Taal: 100 opgaven
Rekenen (en wiskunde): 60 opgaven
Studievaardigheden: 40 opgaven
Wereldoriëntatie: 90 opgaven

De puntentelling
Ik had altijd gedacht dat het aantal goede antwoorden automatisch zou leiden naar het behaalde punten. Bij een score van 541, de score die ik haalde voor deze toets, zouden dan 541 goede antwoorden horen (en dus 9 foute antwoorden). Maar dat zit dus niet zo. Nogal logisch als er slechts 200 vragen zijn die worden meegeteld. Van de website van Cito haalde ik het juiste antwoord op de vraag hoe de score wordt berekend. “De standaardscore wordt berekend op basis van het aantal goede antwoorden op de Eindtoets. Het onderdeel Wereldoriëntatie telt hierbij niet mee. Deze standaardscore wordt omgezet op een schaal van 501 en 550 met behulp van een formule die jaarlijks wordt aangepast op basis van de moeilijkheidsgraad van de toets.” De reden dat het aantal punten in de vijfhonderd zit is vrij logisch: Cito wil niet dat de score wordt gezien als schoolcijfer. Een score van 536 of 547 is niet zo makkelijk om te rekenen naar een schoolcijfer als een cijfer van 94 of 67.

Het advies
Voordat je onderstaande tabel leest is het belangrijk om te weten dat het advies (van de basisschool) altijd kan afwijken van wat er in deze tabel staat. De Cito-toets is slechts een momentopname. De docent van groep 8 heeft vaak een beter beeld van de leerling en kan dus een advies geven (zowel hoger als lager) dan in onderstaande tabel staan.

501 - 520 - basisberoepsgerichte leerweg
519 - 524 - basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
523 - 528 - kaderberoepsgerichte leerweg
528 - 532 - kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde/theoretische leerweg
529 - 533 - gemengde/theoretische leerweg
533 - 536 - gemengde/theoretische leerweg en havo
535 - 541 - gemengde/theoretische leerweg en havo/vwo
537 - 540 - havo
540 - 544 - havo/vwo brugklas
545 - 550 - vwo

Wie mag de Cit0-toets maken?
In principe mag iedereen uit groep 8 maken. Er zijn een paar uitzonderingen. Leerlingen die, als ze in groep 8 zitten, minder dan vier jaar in Nederland wonen, hoeven deze toets niet te maken. Zij beheersen de Nederlandse taal onvoldoende om de vragen te kunnen lezen. Ook de leerlingen die na de basisschool naar het speciaal onderwijs of naar praktijkonderwijs gaan hoeven de toets niet te maken.

Liefs!

zondag 7 april 2013

Nieuwe documenten!

Vrijdagavond las ik wat oude blogposts van mezelf door. Onder andere die van mijn voornemens van 2013. Elke maand komt er een update over mijn vijf goede voornemens, maar over mijn zesde voornemen schrijf ik eigenlijk nooit. Mijn zesde voornemen is namelijk om meer documenten op mijn blog te plaatsen.

Dit weekend ben ik aan de slag gegaan. Een leerling uit de brugklas vroeg vorige week om extra oefensommen over herleiden. Dat was er wel, maar het sloot niet heel goed aan bij het brugklashoofdstuk. Daarom heb ik een document gemaakt met alleen sommetjes die aansluiten bij het hoofdstuk dat ik nu behandel.

Omdat ik toch bezig was heb ik meteen nog meer oefensommen gemaakt. Zowel voor de brugklas als voor de tweede klas. Volgorde bij bewerkingen, ontbinden in factoren, vergelijkingen oplossen...

Alle documenten zijn te vinden onder Documenten. Voel je vrij om het te gebruiken!

Liefs!

P.S. Ik beloof niets, maar ik hoop echt in de toekomst vaker documenten online te zetten.

zaterdag 6 april 2013

Dagboek: Ups & downs (#28)

Een korte werkweek, maar wel een week met ups en downs. Vooral dinsdag had ik een enorme baaldag. Bleh.

Maandag was het Pasen. Voor mij geen eieren verstoppen/zoeken, familiebezoekjes of culinaire maaltijden. Na een ontbijtje met mijn vriend ben ik achter de computer gekropen en heb ik geschreven, geschreven, geschreven. Eerst één blog, daarna ben ik verder gegaan met mijn verhaal. Het begint nu echt vorm te krijgen en dat geeft best wel een kick!

Dinsdag was een zware dag. Ik kreeg een lesbezoek in mijn 2havo-klas en dat was slopend. De leerlingen waren druk, waardoor mijn les niet liep zoals gepland. Ik stuurde er drie leerlingen uit... Bah! De rest van de dag verliep ook niet vlekkeloos. Ik was zo pissig door die ene les, waardoor ik de hele tijd met een donderwolk boven mijn hoofd liep. 

Woensdag heb ik geprobeerd een dankbaarheidslijstje over dinsdag te schrijven. Wonder boven wonder kon ik toch nog wat punten bedenken. De rest van de dag ben ik best lui geweest. Naar de markt gefietst, nog een blog geschreven en een toets uitgewerkt, maar verder bracht ik mijn dag door op de bank. Chill!

Gelukkig had ik donderdag een goede dag. Mijn les in 2havo verliep best goed (zie deze blog), de lessen in de brugklas verliepen (ondanks de vele vragen) ook wel oké, in mijn tussenuren heb ik veel dingen van mijn to do-list kunnen strepen en ook na werktijd heb ik mezelf nuttig gemaakt door een SO te maken en een blog te schrijven. 

Op vrijdag stond ik heerlijk op. De dag ervoor lag ik om half zeven al op bed. Inderdaad. Af en toe lijk ik wel een klein kind! Ik las eerst een boek en toen ik deze uit had, zo’n twee uur later, viel ik heerlijk in slaap. Vrijdag was ik dus fit voor een lange dag! Dat had ik wel nodig, want mijn dag begon met mijn 2havo-klas. Gelukkig deden ze redelijk goed mee. Het werken in groepjes lukte wel aardig en ik heb slechts drie groene kaarten hoeven trekken. Beter!

En dan nu… weekend. Ik heb vanavond een verjaardag, maar verder geen plannen. Afgelopen dinsdag kocht ik een nieuw boek, wie weet lukt het me om die morgenavond uit te krijgen!

Liefs!

donderdag 4 april 2013

Een geweldig idee!

Soms kan ik mijn 2havo-klas achter het behang plakken. Echt waar. Maar heel soms, zoals vandaag, komen ze met geweldige ideeën!

Afgelopen dinsdag had ik een lesbezoek. Ik zal zachtjes uitdrukken: het was een ramp. Ik weet niet wat voor pilletjes ze geslikt hadden, maar blij was ik absoluut niet met ze. Bah. Dus daar moest iets aan gedaan worden.

Ik heb voor het eerst sinds een lange tijd weer lopen piekeren in bed. Wat moet ik nou? Heel boos worden, iedereen strafwerk geven, leerlingen eruit sturen bij het minste of geringste wat ze verkeerd doen. Maar nee, dat past niet zo goed bij me. Wat wel bij me past is in gesprek gaan met de leerlingen. Dus dat heb ik gedaan.

Vanochtend had ik ze weer voor mijn neus. Ik had de tafels in groepjes gezet, dus dat was voor mij (en voor sommige leerlingen) heel spannend. Hoe zouden ze reageren? Gelukkig ging dat vrij goed. Er werd niet gemopperd over de groepjes waar ze in zaten, dus daar was ik al heel blij mee.

En toen… Er moest iets gedaan worden aan hun houding in de klas. Ik wilde regels opstellen. Zwart op wit, waar ik dus op terug kon vallen als iemand een misstap zou maken. Dus dat deed ik. Ik maakte een lijstje met acht regels. Samen met de klas natuurlijk, want dat werkt altijd beter. Schijnt. Daarna moest ik consequenties bedenken. Wat als iemand dus echt een misstap begaat? Iemand die wel door me heen praat bij de uitleg bijvoorbeeld. Of iemand die in de klas zit te eten.

En daar had een leerling een heel leuk idee voor! Ik zou ze regels onderverdelen in groepjes: een groepje met niet zo erge overtredingen, een groepje met gemiddeld erge overtredingen en een groepje met erge overtredingen. Daarbij heb ik “straffen” bedacht in drie groepen: de milde straffen (zoals iets overschrijven), een gemiddelde straf (zoals een opstel schrijven) of een erge straf (zoals nablijven). Als een leerling een regel overtreedt uit de eerste groep, die noemen we even groep ‘groen’, dan trekt de leerling een kaartje van het groene stapeltje. Als een leerling een regel overtreedt uit de laatste groep, trekt de leerling een kaartje van het stapeltje met de ergere straffen. Zo wordt een leerling gestraft naar de regel die is overtreden, hoef ik niet ter plekke een straf te bedenken en hoeft er ook geen discussie plaats te vinden of de straf wel of niet eerlijk is.

Wat een geweldig idee!

Vanavond ga ik de kaartjes maken, vanaf morgen ga ik het uitproberen. Zodra ik weet of het idee werkt of niet, komt er een blog online!

Liefs!