vrijdag 29 juni 2012

Waarom kiezen voor het onderwijs?

Laatst werd mij de vraag gesteld waarom ik voor het onderwijs heb gekozen. Daar moest ik toch wel even over nadenken. Ze zeggen dat het onderwijs een roeping is. Je hebt het of je hebt het niet. Ik heb het duidelijk niet. Ik ben doodzenuwachtig als ik voor grote groepen een presentatie moet geven en ik kan pubers af en toe niet uitstaan. Zeker niet als ze ook nog eens ontzettend kinderachtig zijn. Toch heb ik voor dit vak gekozen. Ik vond wiskunde een heel leuk vak en omdat een universitaire studie te hoog gegrepen bleek voor mij, heb ik het op het HBO geprobeerd in de vorm van een lerarenopleiding. Door mijn omgeving werd ik niet echt begrepen en toen ik tijdens mijn eerste stage ook nog eens de grond in werd geboord, was het eigenlijk wel duidelijk. Ik ben gewoon geen docent.

De simpele reden dat ik toch ben doorgegaan, is omdat ik geen zin had om weer te stoppen met een studie. Ik had hiervoor gekozen, dus ik ging het afmaken ook.

Gelukkig duurde het maar een paar maanden voordat ik helemaal om was. Ik weet het nog precies. Het was mijn laatste stagedag van het jaar en ik stond ’s avonds met tranen van geluk en met vlinders in mijn buik op de trein naar huis te wachten. Ik kwam zojuist terug van een feestavond op mijn toenmalige stageschool. Alle leerlingen moesten die avond iets te eten meenemen wat afkomstig was uit hun geboorteland. (Het was een zwarte school, dus geloof me: er was een hoop variatie wat betreft het eten!) Tevens was het de avond dat er afscheid werd genomen van de stagiaires en de vertrekkende collega’s.

Het moment dat ik zeker wist dat ik door wilde gaan in het onderwijs kwam toen de leerlingen huilend afscheid namen van de docenten. De oprechtheid straalde er vanaf en het verdriet was in hun ogen te zien. Toen ook ik een knuffel van de leerlingen kreeg, was ik om.

Hoe irritant, kinderachtig, slechthorend en eigenwijs de pubers ook zijn, momenten als dit kunnen alles weer helemaal goed maken.

En uiteraard zijn er ook heel veel andere voordelen aan het onderwijs. Docenten vinden het natuurlijk heerlijk om hun kennis over te dragen aan de leerlingen om zo hun steentje bij te dragen, maar stiekem doet iedereen het voor de korte werkdagen en de twaalf weken vakantie per jaar! Maar dit allemaal terzijde.



Liefs!

dinsdag 26 juni 2012

Diploma is binnen!

Het was niet de bedoeling dat er twee posts per dag zouden komen, maar ik vind dat ik nu een goede reden heb om dat wel te doen: mijn diploma is binnen! Gistermiddag heb ik mijn eerste presentatie gehad over mijn scriptie voor mijn minor Rekenen, vandaag heb ik een presentatie gehad voor mijn afstudeerscriptie voor het vak wiskunde zelf. Het was vanochtend nog even spannend of ik het nog wel echt zou halen vandaag, omdat ik op het laatste moment hoorde dat mijn scriptie deels onvoldoende is beoordeeld. Gelukkig heb ik dit binnen een half uur weten te “repareren” en heeft de docent het snel nagekeken. Aan het eind van de dag stonden er twee mooie cijfers in mijn mailbox: een 7,8 en een 7,9. Net niet genoeg om cum laude af te studeren, als dat al mogelijk was, maar toch wel twee cijfers om trots op te zijn.

Het voelt voor mij nog heel onwerkelijk. Ik krijg felicitaties aan alle kanten naar mijn oren geslingerd, maar het gevoel dat het klaar is, heb ik nog niet. Misschien ook omdat ik stiekem helemaal niet wil dat het klaar is. De afgelopen drie jaar (ik heb mijn studie versneld gevolgd) heb ik als heel positief ervaren. Tijdens mijn opleiding ben ik slechts één obstakel tegengekomen, waar ik verder niet dieper op in wil gaan, maar de rest is mij heel goed afgegaan. De hoge cijfers vlogen me om mijn oren en ik ben toch wel negen van de tien keer vrolijk opgestaan om naar school te gaan. Ik moet dan nu ook met pijn in mijn hart afscheid nemen van de hogeschool, van de docenten, van mijn klasgenoten en helaas ook van mijn studiefinanciering en mijn OV-kaart. Toch heb ik het gevoel dat ik ooit weer in de schoolbanken zit.

Maar nu eerst genieten van mijn vakantie!

Liefs!

Ervaringen: ISK

Gedurende mijn opleiding heb ik stage gelopen op verschillende scholen. Ik heb kennis gemaakt met het Daltononderwijs, maar ook met internationale schakelklassen. Ik heb stage gelopen op grote scholen, maar ook op kleinschalige scholen. Ik zal de komende weken inzoomen op al deze verschillende stagescholen en daarbij vertellen wat ik de voordelen en de nadelen van dat type onderwijs vind.

Deze post staat in het teken van de internationale schakelklassen. Dit was één van de eerste scholen waar ik stage mocht lopen. Mócht lopen, inderdaad, want ik vind het nog steeds een groot voorrecht dat ze mij hebben gevraagd om daar gedurende een paar maanden stage te lopen. In mijn log met de titel “Waarom kiezen voor het onderwijs?” laat ik al doorschemeren dat ik op een zwarte school heb gewerkt. Dit was niet zomaar een school. Dit was een school met internationale schakelklassen. Op zo’n school komen kinderen uit allerlei landen om vakken als Engels, wiskunde en aardrijkskunde te leren, maar ze krijgen vooral veel Nederlands. Heel veel Nederlands. Om welke reden dan ook zijn de kinderen naar Nederland gereisd. Soms met hun ouders, soms met hun broers of zussen en heel soms zelfs alleen. De verhalen hebben we heel erg ontroerd en in de tijd dat ik daar stage heb gelopen heb ik meer dan ooit geboft dat ik “gewoon” in Nederland ben geboren.
Omdat de school zo klein is, zaten alle niveaus bij elkaar in de klas. Er werd in de lessen erg veel gedifferentieerd. Dat maakte het lesgeven soms wel ingewikkelder, maar daardoor niet minder leuk. Er werd veel gewerkt met materiaal, omdat de taal soms een belemmering kon zijn. In de lessen moest ik heel veel rekening houden met de taalbarrière en alle moeilijke woorden moest ik goed articuleren en vaak ook meer dan eens uitleggen. Ondanks dat ik mezelf soms afvroeg of ik een docent wiskunde of een docent Nederlands was, had de school ontzettend veel voordelen. Het is een kleinschalige school, wat ik zelf erg fijn vind. Ik kende alle leerlingen en alle leerlingen kenden mij. De band met de collega’s was goed. De leerlingen zijn negen van de tien keer ontzettend dankbaar dat ze naar school mogen en dat ze op school veel positieve aandacht krijgen. De glimlach op hun gezicht zorgde er dan ook voor dat ik altijd met plezier voor de klas stond.

Nog even alles op een rijtje:

Voordelen
Het is een kleinschalige school.
Goede band met de leerlingen en de collega’s.
Hele fijne leerschool: je leert les te geven met materiaal, met verschillende werkvormen en met differentiëren op niveau.
De leerlingen zijn dankbaar dat ze onderwijs krijgen, waardoor het vaak ook makkelijk is om orde te houden.

Nadelen
Er is weinig diepgang in de wiskunde. De docenten die zich meer met wiskunde bezig willen houden dan met lesgeven, voelen zich hier vast niet thuis.  
Liefs!

vrijdag 22 juni 2012

Laatstse schooldag

Ik vond het vroeger geweldig om mijn laatste schooldag te hebben. Op de basisschool mochten we spelletjes van huis meenemen en deze met elkaar spelen, op de middelbare school keken we vaak een filmpje. Nu ik (bijna) docent ben, kijk ik toch heel anders tegen zo’n laatste schooldag aan. Het is leuk om met je leerlingen een spelletje te doen of een filmpje te kijken, maar het is een stuk educatiever (en leuker) als je dit in combinatie doet met het vak.

Een leuk spel wat mij is bijgebleven is het “Ik hou van Wiskunde”-spel. Ik heb dit zelf, helaas, nooit uitgevoerd, maar een medestudent van mij wel. Wat hij precies heeft gedaan in zijn les weet ik niet, maar ik – als groot fan van Ik hou van Holland – kan zelf best wat leuke dingen verzinnen die je in deze les zou kunnen uitvoeren.

Verdeel je klas in groepen van vier en zet ook de tafels in groepjes. Zorg voor voldoende creativiteit, want dat zul je nodig hebben bij het voorbereiden van dit spel. Verzin leuke spellen die lijken op de spellen uit het Tv-programma en die je kunt combineren met wiskunde (of een ander vak, uiteraard). Hieronder enkele voorbeelden.
Spellingsronde:Laat de leerlingen lastige woorden spellen, zoals “parallellogram” en “Pythagoras”.
Openvragenronde: Stel een open vraag aan de leerlingen over de stof die ze tot dan toe hebben gehad.
Geslotenvragenronde: Stel een gesloten vraag aan de leerlingen over de stof die ze tot dan toe hebben gehad.
Snelle rekensom: Geef een rekensom aan de leerlingen. De leerling die de som als snelst heeft uitgerekend, wint de punten.
Schattingsvraag: Stel een schattingsvraag. De leerling die het dichtst bij het antwoord zit, wint de punten.
Er zijn natuurlijk nog meer spelrondes te bedenken.
Laat uit ieder groepje iemand naar voren komen om een vraag te beantwoorden of om een woord te spellen. Heeft de leerling een vraag goed? Dan krijgt het hele groepje een punt erbij. Heeft een leerling de vraag fout? Dan krijgt het groepje uiteraard geen punten.
Zorg voor een leuk (wiskundig) prijsje achteraf, zodat de leerlingen ook iets hebben om voor te strijden! En beschik je over een smartboard of een ander elektronisch bord? Maak er gebruik van door daarop de punten te noteren of door de titels van de spelrondes erop te projecteren.

Dit spel is niet alleen leuk om uit te voeren op de laatste dag voor de vakantie, maar ook de laatste dag voor de kerstvakantie. Helemaal leuk om de wiskundevragen af te wisselen door vragen met betrekking tot Kerst en Oud & Nieuw!

Liefs!

dinsdag 19 juni 2012

Waarom wiskunde?

Zoals de titel al zegt, zal ik hier beschrijven waarom ik voor wiskunde heb gekozen. Wiskunde is net zoiets als de liefde: het klikt of het klikt niet. Anderen hebben die klik met een vak als Engels of scheikunde, ik heb die klik met wiskunde. Waarom de vonk is overgesprongen, is voor mij een raadsel. Ik heb een fobie voor nerds. Ik moet lachen om “The Big Bang Theory” op tv, maar ik moet er niet aan denken om daar tussen te zitten (Dat is overigens ook één van de hoofdredenen dat ik snel weg ging op de universiteit!) en ik herken mezelf er al helemáál niet in.

Toch wordt iemand die van wiskunde houdt (ja, ik hou van wiskunde…) vaak geassocieerd met een nerd. Ik deel die mening niet. Laat ik het zo schetsen, nu we toch in de EK-sfeer zijn: je hebt mensen die voetbal leuk vinden, maar die daarnaast nog normaal kunnen functioneren en je hebt mensen die zo verslaafd zijn aan voetbal dat er voor hen geen leven zonder voetbal denkbaar zou zijn. En nu weer terugvertalen naar wiskunde: je hebt wiskundeliefhebbers en je hebt nerds. Ik behoor dus duidelijk tot die eerste categorie. Ik vind wiskunde leuk, ik vind het fascinerend hoe alles in de wiskunde “klopt” en soms, heel soms, denk ik zelfs in wiskunde. Het is een voorrecht om een wiskundeknobbel te hebben, vind ik. Ik kan “analytische denken”, zoals het zo mooi heet, en ik zie daardoor al heel snel oplossingen bij wiskundige vraagstukken. Dat helpt overigens ook in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij een volle agenda. Ik ben geweldig in plannen; ik weet precies wat ik als eerst moet doen en waarom, en daardoor heb ik maar zelden gebrek aan tijd. Dat is in dit stadium van mijn studie geweldig: vrijwel iedereen zit nu in het weekend te blokken voor de laatste tentamens of is druk bezig met de scripties, en dat terwijl ik heerlijk blogs kan schrijven. :)
Dan nu weer even terugkomen op de vraag uit de titel: waarom wiskunde? De klik is er, ik vind het heerlijk om wiskundige puzzels op te lossen en de tentamens wiskunde zijn het makkelijkst: je hoeft er niet voor te leren, alleen af en toe een beetje te oefenen.
Liefs!

vrijdag 15 juni 2012

Het sollicitatiegesprek

Mijn sollicitatiegesprek van twee weken terug was meteen het eerste sollicitatiegesprek in mijn hele leven. Ik heb natuurlijk wel wat bijbaantjes gehad, maar zo’n sollicitatie is niets vergeleken bij “het echte werk”. Even kort door de bocht gezegd: bij de Albert Heijn vragen ze alleen op welke dagen je wilt werken bent, bij een sollicitatiegesprek in het onderwijs vragen ze je een concreet voorbeeld te noemen waaruit blijkt dat je competent bent in het pedagogisch handelen. Om maar iets te noemen.

In mijn vorige log was te lezen hoe ik me heb voorbereid  op het gesprek. In deze log zal ik dieper ingaan op het gesprek zelf.

De school waar ik heb gesolliciteerd is een uur reizen met het openbaar vervoer vanaf mijn huis. Onderweg moet ik twee keer overstappen. Ik heb absoluut geen problemen met het openbaar vervoer, maar één ding vind ik wel een groot nadeel: je weet nooit of alles mee zal gaan zitten of juist hartstikke tegen. Omdat ik panisch ben om te laat te komen, waar dan ook, ben ik expres vroeg vertrokken. Dat betekent dat ik vaak ruim een half uur moet wachten. Ook op de dag van mijn sollicitatiegesprek. Ik was driekwartier voor het afgesproken tijdstip op mijn plek van bestemming. Omdat ik de omgeving niet kende, ben ik eerst een stukje gaan wandelen. Dit hielp gelukkig ook redelijk tegen de zenuwen. Na een half uur had ik dat wel een beetje gehad en toen ben ik naar binnen gestapt. Het was nog best een opgave om de juiste deur te vinden. Door de vriendelijke vrouw van de receptie werd ik naar de personeelskamer gewacht en daar mocht ik, tussen al het personeel, wachten tot ik werd gehaald door de rector en zijn aanhang.

In de personeelskamer heb ik vooral om me heen gekeken. Een nieuwe omgeving zorgt er vaak voor dat de zenuwen nog meer gaan opspelen. Door de ruimte goed in me op te nemen, zakten die zenuwen gelukkig weg. Precies op het tijdstip dat we hadden afgesproken werd ik gehaald door de rector. Daar houd ik van; mensen die op tijd zijn! Ik kreeg nog wat te drinken aangeboden en samen liepen we naar zijn kamer. Ook de sectievoorzitter en de vrouw van P&O waren aanwezig. Ze stelden zich voor en toen ging het vragen(v)uur beginnen.

Tegen alle verwachtingen in voelde ik me erg op mijn gemak. Het was een gezellig gesprek en mijn indruk van deze drie (misschien) aanstaande collega’s was erg positief. Het gesprek bestond uit vragen over mijn CV, over vragen over mijn positieve en minder positieve eigenschappen en over mijn bekwaamheid. Er werden mij een paar situaties voorgelegd en ik moest bij iedere situatie uitleggen hoe ik zou handelen. Af en toe had ik geen flauw idee wat ik vertelde en ik kon ook heel moeilijk van hun gezichten aflezen wat zij ervan vonden. Aan het eind van het gesprek werd de procedure uitgelegd. Na alle sollicitatiegesprekken zou er een overleg plaatsvinden en aan de hand van dat overleg zouden de tweede gesprekken plaatsvinden. Zo’n tweede gesprek zou een gesprek worden waarin de arbeidsvoorwaarden zouden worden besproken en dat zou dus meteen betekenen of je bent aangenomen of niet. Ik zou in de loop van de week gebeld worden of ik werd uitgenodigd voor een tweede gesprek. Zo niet, dan zou ik precies te horen krijgen waarom ik het niet was geworden. Erg netjes dus.

Mijn gevoel was aan het eind van het gesprek positief. En blijkbaar was dat gevoel juist, want nog geen 48 uur later werd ik al gebeld dat ik was aangenomen!

Liefs!

dinsdag 12 juni 2012

De sollicitatie

Ik hoop dat dit een once-in-my-lifetime was, want ik was van tevoren stikzenuwachtig. Dat begon overigens al toen ik werd gebeld naar aanleiding van mijn sollicitatiebrief. Ik zag op mijn telefoonscherm een onbekend nummer, dus ik wist meteen al hoe laat het was.
“Goedendag, met (naam van de rector) van (schoolnaam),” zei hij. “Ik bel naar aanleiding van uw brief.”
“Eh… Goedemiddag,” stotterde ik en ik besefte ineens dat het pas tien uur ’s morgens was. “Morgen, bedoel ik. Goedemorgen.”
En op dat moment wist ik het zeker: wat er ook ging gebeuren, ik zou niet aangenomen worden. Niet eens omdat ik geen ervaring heb, of omdat ik mijn diploma nog niet heb. Nee, omdat ik een enorme kluns ben die niet goed uit haar woorden kan komen.
Ondertussen vertelde de rector verder, maar de helft verstond ik er niet eens van. Ik was alleen maar bezig met in mezelf mompelen wat een enorme doos ik toch ben.
“…dus ik zou een afspraak willen maken voor volgende week dinsdag,” hoorde ik hem ineens zeggen.
“Prima, prima,” zei ik. Ik weet zelf ook niet waarom ik dat twee keer zei.

De avond voor het sollicitatiegesprek heb ik urenlang lopen zoeken op Google. Wat moet ik verwachten, wat moet ik aantrekken, wat voor make-up moet ik opsmeren, welke vragen gaan ze stellen, wat moet ik meenemen?
(Vooral dat laatste is wel grappig trouwens. Ik las dat je een notitieboekje mee meest nemen, uiteraard met een pen. Tijdens het gesprek legde ik het notitieblok open op tafel met de pen ernaast. Bovenaan de bladzijde had ik – in sierlijke letters – “Sollicitatiegesprek” geschreven. Meer staat er nu nog steeds niet in. :-))
Na ongeveer drie uur wist ik het antwoord op alles wat ik wilde weten. Qua kleding moest ik vooral zorgen dat het netjes was, vrij van kreukels, vlekken en kleerscheuren. Er mocht niet teveel bloot worden gegeven. Ook was iets roods not done. Rood schrikt af, of iets dergelijks. Daarintegen was zwart of blauw wel een geschikte kleur. Dat kwam goed uit, want er hing al een zwart/blauw jurkje op me te wachten. Qua make-up was het ook makkelijk. Make-up mag, maar absoluut niet te veel. Daar ben ik zelf gelukkig ook niet van, dus mijn dagelijkse make-up voldeed prima aan de eisen. Wat betreft het meenemen van spullen: ik heb helemaal niets nodig gehad. Het notitieboekje was dus overbodig, er werd niet gevraagd om diploma’s, ze wilden (nog) geen volgende afspraak plannen en ook vroegen ze niet om een legitimatiebewijs.

Het voorbereiden op het gesprek was wel lastiger dan ik had verwacht. Op internet zijn er veel sites te vinden waarop vragen staan die je kunt voorbereiden. Waarom wilt u bij dit bedrijf komen werken? Wat heb je te bieden? Wat zijn je goede eigenschappen? Wat zijn je minpunten? Wat zijn je verdere ambities (binnen het bedrijf)? Waarom zouden we voor jou kiezen, in plaats van voor iemand anders?

Aan het eind van de avond kende ik alle vragen én antwoorden uit mijn hoofd. ’s Avonds oefende ik nog even met mijn vriend en ik zei wel honderd keer tegen mezelf dat het me ging lukken. Ik had dan misschien een slechte start gemaakt, maar mijn voorbereiding wel goed. Dat kon elkaar compenseren. Toch?

Hoe het uiteindelijk is afgelopen, is te lezen in de volgende log. Voordat ik afsluit, eerst nog mijn tips tijdens het voorbereiden:

-       Zorg ervoor dat je je kleding de avond van tevoren aan bij elkaar zoekt. Controleer alles op gaten, vlekken en kreukels en kijk of alles bij elkaar matcht. In het onderwijs nemen ze je aan op je kwaliteiten, niet op je uiterlijk, maar een eerste indruk is tijdens een sollicitatiegesprek erg belangrijk!
-       Bereid vragen goed voor, zodat er geen lange denkpauzes vallen tijdens het gesprek. Vragen die je kunt verwachten hebben te maken met je positieve kanten, je negatieve kanten en je ervaring. Vraag jezelf ook goed af wat jij te bieden hebt voor de school en waarom ze jou moeten aannemen, in plaats van iemand anders.
-       Pak de avond van tevoren je tas in. Je hebt het dan misschien niet nodig, maar spullen die eventueel handig zijn om bij je te hebben zijn een agenda, een pen, eventueel een notitieboekje, je sollicitatiebrief (met bijgevoegd een CV), de vacature en een spiegeltje. Controleer voordat je het gebouw binnengaat nog even je tanden, het zou toch zonde zijn als je ontbijt of lunch nog ergens tussen je tanden verstopt zit. Kauwgom of pepermunt is ook handig, alles draait tenslotte om een eerste indruk.
-       Doe research naar het bedrijf! Wat is de missie van het bedrijf? Waarom vind je dat je daarbij past? Het is handig om de antwoorden op de vragen zo te geven dat de mensen tegenover je het idee hebben dat jouw lesstijl past bij het onderwijs van de school.
-       Te laat komen is een no go. Mijn vader zegt altijd: “Beter een uur te vroeg dan een minuut te laat.” Solliciteer je ergens waarvan je geen flauw idee hebt waar het gebouw staat? Oefen de route, zodat je in ieder geval niet kunt verdwalen. Ga je met het openbaar vervoer? Houd rekening met vertragingen! Weet je van jezelf dat je altijd overal te laat komt? Noteer in je agenda het afgesproken tijdstip minus een half uur. Ben je een kluns in het vinden van de weg (zoals ik)? Gebruik de app “Maps” van je smartphone en je vindt het gegarandeerd. Mits de accu is opgeladen, uiteraard.

Voor iedereen die ooit nog gaat solliciteren: sterkte! ;-)

Liefs!

vrijdag 8 juni 2012

Inleiding

Mijn naam is Elseline Snelten en ik zit op dit moment in de laatste weken van de lerarenopleiding. Tijdens mijn opleiding heb ik stages gelopen op allerlei soorten scholen en heb ik gedurende zes maanden gewerkt in het onderwijs. Bij elkaar opgeteld heb ik slechts tweeënhalf schooljaar ervaring, wat het natuurlijk heel spannend maakt dat ik in augustus écht zelfstandig ga worden.

Zoals in het welkomstbericht te lezen is, wordt dit een website waarop al mijn avonturen als beginnend docent te lezen zijn. Het idee voor een blog is ontstaan toen ik besloot om mijn twee passies, lesgeven en schrijven, te combineren. Het schrijven van een boek is erg veel werk en in het begin zie je daarvan geen resultaat. Daarbij is het nog maar de vraag of een boek wordt uitgegeven. Een blog is daarom een goede oplossing. Ook op deze manier kan ik mijn belevenissen op “papier” zetten en is het resultaat na publicatie meteen te zien.

Vanaf het begin van het schooljaar zal ik drie tot vijf keer per week schrijven over alles wat ik tegenkom. De inhoud van de blogs zullen variëren. Ik zal niet “dagboekverhalen” schrijven, maar bijvoorbeeld ook mijn kennis wat betreft het gebruik van verschillende werkvormen delen. Zo zullen alle boeken van de lerarenopleiding toch nog van pas komen.

Liefs!