woensdag 31 oktober 2012

Tip: Kijk verder dan de stoornis (#9)

Alle tips zijn afkomstig uit het boekje “282 tips voor leerkrachten”, uitgegeven door de Algemene onderwijsbond.

De negende tip gaat over ADHD en vertelt simpelweg dat je verder moet kijken dan de stoornis. Eén op één lukt het me ook heel goed om met dit soort leerlingen te praten, maar in groepsverband blijft het toch lastig. Ik zie ze vaak als “de drukke leerlingen” en ik vergeet daarbij soms dat er een heel verhaal achter schuil gaat.

Hoofdstuk 16, tip 3: Kijk verder dan de stoornis
Probeer ook de leuke kanten te zien van het kind. Heeft het kind pit? Humor? Creativiteit? Voor zijn zelfbeeld is het goed deze kant ook te belichten. Moedig het kind aan een spreekbeurt te houden over de aandoening. Zo geef je er ook een positieve invulling aan.

Ik heb twee leerlingen waar heel duidelijk naar voren komt dat ze ADHD hebben. De twee jongens lijken in heel veel opzichten ontzettend op elkaar. Een paar voorbeelden? Ze gaan heel moeilijk zelf aan het werk, tijdens het klassikale gedeelte hebben ze moeite om op te letten, het duurt even voordat iets bij ze doordringt en ze zijn liever met andere dingen bezig dan met school. Ook vergeten ze beide heel vaak wat spullen, maar dat hebben veel klasgenoten van hen ook wel. Een andere overeenkomst is dat ze beide ontzettend gek zijn op tekenen. Mijn brugklasleerling tekent vooral (prachtige!) auto’s, de leerling uit mijn tweedeklas tekent wat lugubere dingen, zoals een hart waar een mes of zwaard doorheen is gestoken en waar druppels bloed uit druppelen.

Hoe ongeconcentreerd de leerlingen in de les kunnen zijn, zo geconcentreerd zijn ze wanneer ze bezig zijn met hun tekening. Beide leerlingen hebben bij mij aangegeven dat ze thuis een stuk rustiger kunnen werken aan hun opdrachten dan in de les, omdat ze in de les constant afgeleid worden door wat er om hen heen gebeurt. Daarom heb ik met hen de afspraak gemaakt dat wanneer ze merken dat ze hun concentratie verliezen, ze bij mij langskomen. Ik kijk dan wat ze tot dan toe hebben gemaakt. Als ze kunnen laten zien dat ze het in ieder geval hebben geprobeerd, dan krijgen ze van mij een blaadje waarop ze de mooiste tekeningen mogen maken.

Liefs!

maandag 29 oktober 2012

De experts

Tijdens mijn derde studiejaar kreeg ik het vak dat in het teken stond van samenwerkend leren – waarover ik later ongetwijfeld nog veel meer ga schrijven. Eén van de werkvormen die bij samenwerkend leren past is ‘de expertgroep’. Deze werkvorm gebruikten we ook vaak bij dit college om op een andere manier de theorie uit het boek te bestuderen.

De expertgroep werkt vrij simpel en bestaat uit een paar stappen.
Stap 1: De leerlingen/studenten krijgen een opdracht toegewezen. Dit kan het lezen van een stuk theorie zijn, zoals wij toen deden, maar ook het maken van een lastige wiskundeopdracht. Deze stof/opdracht bestuderen ze goed. Zij worden later ‘de expert’ over deze stof of opdracht.
Stap 2: De leerlingen die dezelfde opdracht hebben gekregen, vormen een groep. Zij bespreken hun “taak” met elkaar en zorgen dat ze het volledig onder de knie hebben.
Stap 3: Er worden nieuwe groepen gevormd waarbij ervoor gezorgd moet worden dat van iedere opdracht (minstens) één expert aanwezig is. Om de beurt presenteren de experts hun opdracht aan elkaar, zodat ook de anderen hier weet van krijgen.

Et voila, zo zit de expertgroep in elkaar.

Bij de studiedag van dinsdag 16 oktober hebben we ook deze expertvorm gebruikt. Ik schreef al over “OBIT” (onthouden, begrijpen, integreren en toepassen). Op de studiedag kregen wij de opdracht om nader kennis te maken met één van deze begrippen en hierover onze andere groepsgenoten in te lichten. Op deze manier leerden we al deze begrippen uitgebreid kennen, maar dan eens op een leukere manier dan simpelweg wat uitgeprinte pagina’s lezen.

Ik heb een tijdje na zitten denken hoe ik dit in de les zou kunnen gebruiken en ik denk dat er in de wiskunde twee manieren voor zijn: de korte manier en de lange manier. Bij de korte manier duurt de expertgroep slechts één les. Dit kan als volgt: je zorgt ervoor dat je vier ingewikkelde opgaven zijn die passen bij de lesstof. Je geeft de leerlingen de opdracht om één van deze opdrachten uitgebreid te bestuderen. Vervolgens laat je de leerlingen de opdrachten aan elkaar uitleggen. Dit kan in kleine groepjes, maar het kan ook klassikaal – voor de afwisseling.

De langere manier is meteen wat risicovoller, omdat het meteen een heel hoofdstuk en dus een paar lessen in beslag neemt. Je geeft de leerlingen de opdracht om één paragraaf uit het hoofdstuk te bestuderen. (Dit kan echter alleen als de paragrafen los van elkaar te maken zijn.) Ze maken hierbij enkele opgaven en zorgen ervoor dat ze de theorie op hun duimpje kennen. Dit duurt één à twee lesuren. In de lesuren daarna gaan de leerlingen de paragrafen aan elkaar presenteren. Dit kan in groepjes, maar een presentatie voor de hele klas werkt hierbij waarschijnlijk beter omdat de docent op deze manier de leerlingen nog kan aansturen. De leerlingen presenteren de paragraaf dus op een manier zoals de docent ook zou doen. Ook kunnen de andere leerlingen vragen stellen die de ‘experts’ mogen beantwoorden.

Liefs!

zondag 28 oktober 2012

De herfstvakantie

Vorige week schreef ik dat ik hoopte dat ik na de vakantie weer fris en fruitig voor de klas zou staan. Nu twijfel ik daar een beetje over. Een week is ontzettend kort, zeker als die week vol is gepland met (leuke) dingen. Naar mijn idee is mijn vakantie omgevlogen en ik schrok er gisteren een beetje van dat het ineens al het laatste weekend was. Ik zou nog veel langer vakantie willen hebben!

Aan de andere kant vind ik het ook wel weer erg leuk om mijn leerlingen te zien. Ik ben benieuwd wat zij allemaal hebben uitgespookt in de vakantie! Ook heb ik wel weer zin in mijn oude dagritme. De afgelopen week sliep ik makkelijk uit tot half elf en aan de ene kant is dat natuurlijk ontzettend heerlijk. Aan de andere kant duren de dagen ontzettend kort! Wat dat betreft kijk ik dus wel weer uit naar het om-vijf-uur-opstaan. Al zal het de eerste dagen wel even wennen zijn!

Dan nu over mijn herfstvakantie! Ik was van plan om negen dagen alleen maar te relaxen: tv-programma’s kijken, boeken lezen, tijdschriften lezen, blogs schrijven… Daar is echter weinig van gekomen. Het eerste weekend lukte dat wel aardig en sloot ik me thuis op met het boek “Vijftig tinten grijs”. Toen de week echt begon, begonnen ook de leuke dingen. Op maandag stond de bowlingbaan op het programma: twee uur bowlen samen met mijn zusje en mijn vriend. ’s Middags zijn we nog bij mij thuis gaan kaarten en ook dat was gezellig. Dinsdag stond de tandarts (alweer) ingepland. Ook bracht ik mijn dinsdag achter mijn laptop door. Niet om blogs voor deze site te schrijven, maar om een geheel nieuwe site te starten: klik. Ik vind het ontzettend leuk om over het docent-zijn te schrijven, maar ik wilde ook graag het schrijven combineren met mijn andere grote hobby: lezen. Vanaf nu ben ik dus nog vaker achter de computers te vinden: per week schrijf ik (minimaal) drie blogs over mijn werk en (minimaal) één blog over mijn hobby. Ik heb er zin in!

Op woensdag kwam mijn zusje logeren en ook de donderdag bleef ze tot het eind van de middag bij mij. ’s Avonds kwam mijn vriend weer en ik heb hem de hele vakantie niet meer weg laten gaan: op vrijdag gingen we samen naar een vriendin van mij aan de andere kant van het land, zaterdag zijn we gaan winkelen en ’s avonds zijn we naar een theatervoorstelling gegaan.

En dan nu de laatste dag van de vakantie. Daar ga ik nog even van genieten! Boeken lezen, blogs schrijven en blogs van anderen lezen. Ik vermaak me wel!

Liefs!

donderdag 25 oktober 2012

Nieuwe blog

Hoewel ik in één van mijn vorige blogs nog schreef dat ik het zo druk had, heb ik nu toch weer iets verzonnen waardoor ik het nog drukker ga krijgen: een nieuwe blog! Ik vind het fijn om te schrijven over mijn werk, want op deze manier kan ik mijn ei kwijt en kan ik ook mijn kennis delen met anderen. Toch vind ik het jammer dat ik me op deze manier alleen richt op een kleine doelgroep. Het komt wel eens voor dat ik 200 pageviews heb, maar vaak wordt het niet meer dan 50 per dag.

Daarom ben ik een nieuwe blog gestart. Deels natuurlijk in de hoop dat ik wat meer bezoekers krijg - dat streelt dan weer een beetje mijn ego -, maar ook omdat ik er al langer over denk om mijn boekenkast eens digitaal te maken. En dan bedoel ik niet dat ik elk boek helemaal ga uitschrijven, maar ik wil wel proberen om over elk boek dat ik heb gelezen en elk boek dat ik nog ga lezen iets te schrijven. Een soort mini-recensies eigenlijk. Daarnaast vind ik het ook leuk om meer met het lezen van boeken en het schrijven over (en (hopelijk) van) boeken bezig te zijn, omdat dit toch al jaren mijn grooste hobby is.

Mijn streven is op elke week één nieuwe post online te zetten. Op die manier heb ik nog genoeg tijd om ook de site over het docent-zijn bij te houden, want ik wil natuurlijk niet dat het ten koste hiervan gaat. :)

Liefs!

woensdag 24 oktober 2012

10 redenen om... uit te kijken naar maandag

Het hebben van een weekje vakantie tussendoor is heerlijk, echt heerlijk! Toch zijn er ook redenen om uit te kijken naar maandag. Waarom? Lees verder!

Mijn 10 redenen om uit te kijken naar maandag:
1. Een ritme. Uitslapen is heerlijk, maar ik mis het normale ritme toch wel. Natuurlijk zou ik in de ideale wereld mijn wekker liever niet tussen 05.00 en 06.00 willen zetten, maar pas om 11.00 uur wakker worden is ook zo zonde van mijn dag!
2. Hoewel ik in de vakantie enorm geniet, voel ik me soms toch best nutteloos. Dan zit ik maar te lezen, tv te kijken, tijdschriften door te bladeren en te shoppen… Een paar dagen is fijn, maar een week is dan toch wel erg lang.

Ik zit nu heel hard na te denken voor de acht andere punten van dit lijstje, maar ik geloof niet dat ik hier op ga komen…

Nee, sorry. Ook na nog langer nadenken kom ik niet op nog meer punten. Ik kan wel zeggen dat ik mijn leerlingen verschrikkelijk mis, maar dan zou ik liegen. Ik houd het voor deze week bij deze twee punten. Ik beloof dat ik over twee weken wel een lijstje publiceer met tien punten. Echt waar!

Liefs!

# Klik hier om de overige 10 redenen om...-verhalen te lezen

maandag 22 oktober 2012

Lessen voorbereiden

Ik weet nog precies welke opmerking ik kreeg toen ik in mijn derde jaar mijn eerste lesvoorbereiding bij mijn begeleidster inleverde. Ze merkte namelijk op dat ik letterlijk alles ging opschreef wat ik zou gaan vertellen. “Dat hoeft helemaal niet, je hoeft alleen de grote lijnen van je les uit te zetten.” En dat doe ik nu ook.
Toch zien ook mijn lesvoorbereidingen van nu er heel anders uit dan mijn lesvoorbereidingen van jaar 3 en jaar 4. Nu ik weet dat mijn lesvoorbereidingen niet meer beoordeeld worden, besteed ik er minder aandacht aan. Maar minder aandacht betekent niet dat ik er helemaal geen aandacht aan besteed. Iedere les is bij mij namelijk helemaal voorbereid. Wel zouden er een dingen toch nog een stuk beter kunnen. Lees verder om te zien hoe ik mijn lessen nu voorbereid en wat ik daaraan nog zou kunnen verbeteren.

Hoe ik mijn lessen nu voorbereid
Het voorbereiden van mijn lessen gaat heel simpel. Ik open het lesboek en ik open een nieuw bestand in notebook, het programma waar wij op mijn werk mee werken. Mijn eerste pagina ziet er standaard hetzelfde uit met een lesplanning. Ik noteer bovenaan “Vandaag” en daaronder som ik op wat er allemaal gaat gebeuren. Vaak bestaat het uit drie punten, namelijk ‘herhalen vorige les’, ‘uitleg …’ en ‘zelfstandig werken’. Er zijn ook momenten dat ik er meerdere punten op zet, zoals het bespreken van een proefwerk of ‘fouten maken mag, maar doe er iets mee’ – waar ik laatst al over schreef.
Als mijn dagplanning gemaakt ik, open ik een nieuwe dia. Dit kan over de vorige les gaan, maar ook over de nieuwe theorie. Ik schrijf zo veel mogelijk dingen van tevoren op het “bord”, zodat ik tijdens de les niet al te veel met mijn rug naar de klas hoef te staan.
Op de laatste dia noteer ik wat de leerlingen in de les moeten doen en wat het huiswerk voor de les erna is. Ook zet ik er kleine aanwijzingen bij, zoals “Vergeet de berekeningen niet!” en “Kijk, als je klaar bent, de opgaven na”.
Als mijn les begint, open ik het bestand. Het lesgeven gaat op deze manier ontzettend soepel, omdat ik niet veel hoef te schrijven en ik hoef niet na te denken over wat ik ook al weer van plan was. Het smartboard is voor mij dus een hele uitkomst!

Wat ik aan mijn lesvoorbereiding kan verbeteren
Er zijn dingen waarvan ik zelf weet dat ze beter zouden moeten. Het belangrijkste punt vind ik het “Ben je klaar? Dan doe/maak je nu …”-gedeelte. Vaak zijn er leerlingen eerder klaar dan dat de bel gaat en af en toe noteer ik dan wat ze daarna kunnen doen, zoals het huiswerk maken voor de les erna of iets dergelijks. Toch vergeet ik dat vaak, of zijn er leerlingen die dat ook al af hebben. Voor dit soort momenten zou ik een hele repertoire moeten hebben aan extra opdrachtjes, zodat ook de snelste leerlingen aan het eind van de les nog iets te doen hebben.
Ook zou ik meer tijd moeten besteden aan het afronden van de les. Vaak roep ik in de laatste minuut nog even dat de leerlingen niet moeten vergeten om het huiswerk in hun agenda te zetten en dat ze goed hebben gewerkt, maar het herhalen van de nieuwe stof doe ik eigenlijk te weinig.

Liefs!

zaterdag 20 oktober 2012

Dagboek: De laatste week! (#8)

Af en toe ben ik zo stom… Zoals gisteren, vrijdag, bijvoorbeeld. Ik was om 15.00 klaar met lesgeven, maar om 16.00 zouden de gemaakte inhaaltoetsen van drie van mijn brugklasleerlingen pas in mijn postvakje liggen. Omdat ik het sneu vond dat ze dan de hele vakantie op hun cijfer moesten wachten, besloot ik wat langer op mijn werk te blijven, zodat ik ondertussen wat andere dingetjes kon doen. Ik ging in de computerruimte zitten en ik schreef alvast wat blogs, ik keek een andere repetitie na en ik verstuurde wat mailtjes. Om 16.15 verliet ik de computer, ik ging naar mijn postvak, ik haalde de toetsen op en ik ging naar huis. Toen ik ’s avonds achter mijn laptop kroop om deze blog te schrijven, bleek dat mijn usb-stick, waar ik al mijn blogs op opsla, nog in de computer zat… Dus nu moet ik nog een hele week wachten tot ik mijn usb-stick (hopelijk!) weer terug heb. Gelukkig ben ik meestal als eerste op school, dus de kans dat hij wordt gejat, is klein. :)

En nu weer even terug naar het begin van deze week!

Op maandag gingen mijn lessen beter dan gemiddeld. Misschien komt dat doordat ik een blazer aan had, in het teken van nette kleren dragen op de werkvloer. Hoe dan ook, ik was er blij mee! ’s Avonds maakte ik een puzzel (kijk ook bij "Documenten") voor mijn brugklasleerlingen en dat was zo’n beetje mijn dag.

Dinsdag had ik mijn allereerste studiedag in mijn carrière. Ik heb hier al over geschreven, dus daar laat ik het voor nu even bij.

Mijn vrije dag, woensdag, stond helaas weer in het teken van de tandarts. Deze keer ging het helaas niet zo goed als vorige week. Ik kreeg geen verdoving, waar ik al best pissig over was en daarnaast deed het gewoon PIJN. En volgende week mag ik weer…

Op donderdag gaf ik een proefwerk aan mijn 2havo-klas. Ik hoopte dat ze hem beter zouden maken dat hun vorige proefwerk, maar helaas… Hun vorige gemiddelde cijfer was een 4,8, dit gemiddelde cijfer was een 4,3. En dat terwijl het lesgeven al beter ging dan tijdens het vorige hoofdstuk. Ik ga er iets op verzinnen en na de vakantie zal ik daar iets op mijn blog over schrijven.

Vrijdag was de laatste dag van de week en tegelijkertijd ook de laatste dag voor de vakantie. Dat was ook wel te merken aan de leerlingen. Ze waren drukker dan normaal en hadden nog maar weinig zin om iets te doen. Vooral bij mijn 3havo-rekenklas merkte ik dat. Rekenen is sowieso al een ontzettend saai vak, ze krijgen het altijd vrijdag het zevende uur wat al verschrikkelijk is en dan staat er ook nog een vakantie voor de deur. Ik geef de leerlingen groot gelijk om te klieren!

En dan nu… vakantie. Zoals een collega al zei: het had geen dag langer moeten duren. Vrijdagochtend merkte ik al dat ik er even geen zin meer in had. Die vakantie is bij mij dus van harte welkom! En dan hopen dat ik over één week weer fris en fruitig voor de klas kan staan. :)

Liefs!
 
P.S. Volgende week zaterdag komt er geen dagboek online, simpelweg omdat ik niet van plan ben om me deze week bezig te houden met iets werkgerelateerds. In plaats daarvan zal ik iets anders publiceren.

woensdag 17 oktober 2012

Tijd over

Afgelopen maandag merkte ik dat ik veel te weinig huiswerkopgaven aan de leerlingen had meegegeven voor de dag erna. Ik gaf zes of zeven opgaven en normaal gesproken is dat ruim voldoende. Dit keer bleek het te weinig te zijn. Na twintig minuten waren de eerste leerlingen al klaar en toen moest ik de rest van de les ter plekke in zien te vullen. Maar hoe?

Omdat ik er totaal niet op had gerekend dat de leerlingen al zo snel klaar waren, had ik geen alternatieve opdracht bij de hand. Daarom gaf ik ze de keuze om of alvast te beginnen aan het huiswerk voor vrijdag of om het huiswerk voor een ander vak te maken.

Aangezien heel veel leerlingen kozen om alvast het huiswerk voor vrijdag te maken, zal ik morgen, donderdag dus, weer met hetzelfde probleem zitten. De leerlingen hebben dan weer een half uur niets te doen en ik kan ze moeilijk alvast het huiswerk voor na de vakantie laten maken. Daarom heb ik maandagavond zitten brainstormen om een leuke opdracht te verzinnen dat past bij het huidige onderwerp (negatieve getallen).

Uiteindelijk ben ik, met dank aan mijn vriend, op het idee gekomen om een soort woordzoeker te maken, maar dan met getallen. Een getalzoeker dus. Ik heb een veld van twaalf bij twaalf hokjes met in ieder hokje een positief of negatief getal. De leerlingen hebben in het boek geleerd om positieve en negatieve getallen bij elkaar op te tellen en dat moeten ze ook bij deze opdracht doen. Ze nemen vier aangrenzende hokjes, tellen deze vier getallen bij elkaar op en berekenen de uitkomst. De vier hokjes strepen je weg, even als het antwoord. De leerlingen moeten de uitkomsten -20 tot en met 20 proberen te vinden. Daar zijn ze vast wel een tijdje mee zoet!

Ik ben zelf alvast begonnen…

Ik ben benieuwd hoe ze het gaan vinden!

Liefs!
 
P.S. Een digitale versie is te vinden onder "Documenten"!

Tip: Creëer afstand tot de leerlingen (#8)

Een tip die me aansprak doordat het zo ver van mijn bed staat. Afstand creëren tot de leerlingen, kan ik dat? En waarom zou ik dan willen? Ik las de tip en het werd meteen duidelijk.

Hoofdstuk 9, tip 6: Creëer afstand tot de leerlingen
Te popiejopie doen, te veel tussen de leerlingen in gaan zitten, willen dat de klas om je lacht: helemaal fout! Je wordt betaald om te doceren. Doe dat dan ook. Je kunt in het begin beter wat afstand creëren tussen jezelf en de klas, bijvoorbeeld door je iets netter te kleden. Je positie wordt daardoor duidelijk. Dat helpt je leiderschap te verwerven. Leerlingen willen een sterke leider (geen strenge dat is wat anders) want dat biedt ze veiligheid en structuur.

Misschien is dit een tip waar ik juist heel veel kan leren. In mijn brugklassen is de verhouding tussen de band met de leerlingen en mijn leiderschap prima: ik kan leuk met de leerlingen kletsen, maar de leerlingen weten wel dat ik de leider ben.

In mijn tweede en derde klas gaat het tonen van leiderschap wat minder goed. Dat zou kunnen komen doordat ik in de eerste lessen toch probeerde om té vriendelijk over te komen. En dat is jammer, want daardoor worstel ik nu enorm met deze twee klassen. Ik lig er niet wakker van, maar ik vind het wel ontzettend jammer. Ik had graag gezien dat het anders was gelopen.

Het zal ongetwijfeld niet te laat zijn om nu nog het leiderschap op me te nemen, maar verdomd lastig is het wel. Tijdens de eerste les had ik me in één keer sterk neer kunnen zetten. Na zeven weken kennen de leerlingen me al, weten ze wat mijn zwakke punten zijn en weten ze waar mijn grenzen liggen. Het dragen van nette kleren is geen ramp: dat kan iedereen. Helaas zal dat niet de sleutel tot succes zijn. Leiderschap tonen zit in veel meer aspecten dan in alleen het uiterlijk. Uitstraling en overtuigingskracht zijn bijvoorbeeld twee punten die al een stuk meer effect zouden hebben.

Wat ik nu ga doen? Ik probeer me bewust te zijn van mijn uitstraling, ik pas mijn mimiek aan op wat ik zeg en op wat ik wil bereiken en als dat niet lukt, kan ik altijd nog een kritische blik werpen op mijn kledingkast. :)

Liefs!

dinsdag 16 oktober 2012

Studiedag: toetsen en beoordelen

Vandaag had ik mijn eerste, en als ik mijn collega’s moet geloven, zeker niet de laatste, studiedag in mijn carriere. Twee keer per jaar organiseert de school een studiedag dat in het teken staan van wat er dan ook maar met lesgeven te maken kan hebben. De studiedag van vandaag stond in het teken van toetsen en beoordelen.

En wow, wat een overlading aan informatie heb ik over me gekregen vandaag! Ik wil niet zeggen dat ik alles even interessant vond, maar ik kan er wel weer even mee vooruit. Daarnaast heb ik ook weer genoeg ideeën opgedaan om over te schrijven voor mijn blog.De dag begon met een heel OBIT-verhaal. Ik had zelf nog nooit van de term gehoord, maar toen deze werd uitgelegd, was het allemaal wel vrij logisch. Onthouden, begrijpen, integreren en toepassen. We werden in groepjes gezet waarna we in de expert-vorm (waarover ik later nog eens uitgebreid over wil schrijven) aan elkaar moesten uitleggen wat elk begrip inhield.

In de eerste workshop gingen we verder aan de slag met dit OBIT-verhaal. Bij een willekeurige (wiskunde)proefwerk moesten we bij elk vraagstuk bepalen of het een O-opgave, B-opgave, I-opgave of T-opgave was. Dat lijkt vrij simpel, maar door de vrij onduidelijke grenzen tussen de verschillende begrippen ontstonden er toch wat discussies. Ook moesten we in de eerste workshop bepalen welke opgaven typische basisopgaven zijn en welke opgaven meer uitdaging bieden en dus behoren tot de extra opgaven. Op basis van deze kennis en op basis van de bijbehorende puntenverdeling kun je aan de leerlingen drie cijfers geven: een gemiddeld cijfer, zoals de leerlingen gewend zijn, maar ook een havo-cijfer en een vwo-cijfer. Vooral in de heterogene brugklassen kan dit een uitkomst zijn, bijvoorbeeld als je aan de ouders van de leerlingen moet beargumenteren waarom je hun zoon/dochter naar de havo stuurt in plaats van naar het vwo.

Na het ochtendprogramma en de lunch volgde het middagprogramma. Eerst werden er drie stellingen gegeven waar (door de anderen…) flink over werd gediscussieerd. Daarna gingen we ons onderverdelen in groepen en kregen we nog twee miniworkshops. In totaal waren er vijf: ik koos voor een workshop waarin leerlingen met docenten discussieerden over een aantal stellingen en een workshop over het aanbieden van weekplanners aan de leerlingen om zo hun zelfstandigheid te bevorderen. Vooral over die laatste workshop wil ik graag nog eens een blog wijden.

Liefs!

maandag 15 oktober 2012

Proefwerken nakijken

Voor het schrijven van deze blog ben ik eerst eens op internet gaan kijken. Gewoon, eens zien of er op internet tips staan om proefwerken na te kijken. Wat blijkt? Ik kom echt helemaal nergens op uit. Oké, ik heb één tip gevonden. Er is namelijk iemand die op internet schrijft dat ze bij het nakijken van proefwerken focust op de goede antwoorden in plaats van te kijken naar de fouten. Tja, hier denk ik toch echt anders over. Een proefwerk zie ik niet alleen als een manier om te checken hoe de leerlingen er voor staan, maar ook om ze te begeleiden naar een beter cijfer. Natuurlijk is het voor een leerling leuk om complimenten te krijgen, maar als ze een leerling die zwaar onvoldoende scoort blijft complimenteren, gaat de leerling toch onwijs onterecht naast zijn of haar schoenen lopen? Ik zeg ook vaak tegen de leerlingen dat je van je fouten kunt leren. Ontzettend cliché, maar ontzettend waar. Dat is ook de reden dat ik de leerlingen het huiswerk zelf laat nakijken, waarna ze de fout gemaakte opgaven nog eens moeten maken. Niet omdat ik ze wil pesten, maar omdat ik wil dat ze in zien wat ze fout doen en hoe ze een opgave wél goed moeten maken. Maar dat is mijn mening.

Ik dwaal af.

Omdat ik op internet niet veel kon vinden, heb ik één van mijn oude studieboeken uit de kast geplukt (“Het samenstellen, afnemen en nakijken van een proefwerk”, een boekje uitgebracht door het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS)). Hierin stonden wel iets meer tips. Deze volgen hieronder, met daarbij mijn mening.

Tip 1: Kijk het proefwerk per vraag na.
Ik heb dit geprobeerd, maar dit heeft bij mij ontzettend lang geduurd. Ik heb twee brugklassen en bij één van de twee brugklassen heb ik hun proefwerk nagekeken en daarbij deze methode gebruikt. Na een stuk of tien proefwerken wist ik de antwoorden uit mijn hoofd en dan duurde het omslaan van de pagina’s langer dan het nakijken zelf. Een fijne tip als de opgaven wat groter zijn, maar als de leerlingen alleen “a = cirkel, b = vijfhoek, c = vierkant” hoeven te noteren, is dit enorm vermoeiend!

Tip 2: Niet steeds dezelfde volgorde van leerlingen aanhouden.
Ja, dag. Ik snap niet waar dit goed voor zou zijn en ik ga niet om één of andere onbenullige reden tussen het nakijken door ineens alle proefwerken door elkaar gooien.

Tip 3: Namen afplakken.
Eh, NEE! Ten eerste kost dit ontzettend veel tijd, ten tweede heeft dit bij mij weinig zin. Ik snap overigens wel waarom deze tip aan het lijstje toegevoegd is. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat er docenten zijn die de cijfers deels baseren op het karakter van de leerling? Doet de leerling goed mee in de les? Dan rekent de docent soepel. Doet de leerling niet goed mee en zit hij/zij alleen achterom te kletsen? Dan rekent de docent streng. Zo ben ik niet. Ik geef de leerlingen de punten die ze verdienen op grond van hun prestaties en niet gebaseerd op hun gedrag in de klas. Als ik twijfel hoeveel punten ik de leerling moet geven, dan blader ik graag nog even terug naar een leerling die een gelijksoortige fout had gemaakt. Zo eerlijk ben ik dan weer wel en dat voorkomt ook een hoop klachten tijdens het bespreken van de toets.

Tip 4: Eerst goed en fout aangeven en vervolgens in korte tijd de punten toekennen.
Ik denk dat dit enorm veel tijd kost en volgens mij ziet de APS dit ook erg zwart/wit. Bij wiskunde hoeft iets niet per se “goed” of “fout” te zijn, maar het kan ook zijn dat de berekening ergens halverwege verkeerd ging, waardoor het eindantwoord niet meer klopt. Voor dergelijke kleine foutjes ga ik een opgave niet meteen als fout bestempelen, maar kijk ik eerst welk deel van de opgave wel goed is. Dit kan overigens wel een handige tip zijn bij meerkeuzetoetsen. Je kunt dan bijvoorbeeld eerst in een snel tempo kijken welke antwoorden goed en fout zijn om vervolgens de punten in zijn totaliteit te tellen.

En dan nu mijn tips!

Tip 1: Heb je parallelklassen? Kijk eerst een stuk of tien proefwerken na per vraag, dus eerst bij tien leerlingen vraag 1, daarna vraag 2 etc. Als je alle antwoorden uit je hoofd weet, kun je in een snel tempo alle andere toetsen in één keer nakijken. Een antwoordblad is dan niet meer nodig en de puntenverdeling zit tegen die tijd ook wel op je netvlies getekend.

Tip 2: Ga je de toets bespreken? Dan hoef je niet alle correcte antwoorden erbij te zetten. Die antwoorden komen later wel. Wel kun je er opmerkingen bij zetten die speciaal voor die leerlingen zijn, bijvoorbeeld “Schrijf de hoekpunten ook in hoofdletters!” of “Tekenen met potlood!”.

Tip 3: Het afplakken van de namen is een heel gedoe, maar ben je toch bang dat je het aantal punten gaat baseren op de leerling zelf? Probeer dan niet te kijken naar de naam of leg er desnoods je arm overheen.

Tip 4: Kijk na met een vrolijk kleurtje. Een rode pen is wel erg standaard en hoewel ik er zelf ook vaak mee nakijk, vind ik het af en toe ook wel leuk om mijn roze pen uit de kast te pakken!

Tip 5: Probeer het nakijken zo veel mogelijk op je werk zelf te doen. Nakijken kan best vermoeiend zijn en af en toe kijk ik er heel erg tegenop. Als ik het direct na het werken doe, dan weet ik dat ik er de rest van de middag vanaf ben. Kijk ook zo snel mogelijk na: het is voor de leerlingen prettig als ze het cijfer al de dag erna hebben, maar ook voor jezelf. Daarbij is het ook fijn voor het bespreken. Als je het proefwerk direct de dag erna bespreekt, zitten de opgaven bij de leerlingen ook nog vers in hun geheugen.

Tot zover de tips voor het nakijken van proefwerken. Succes!

Liefs!

zondag 14 oktober 2012

Wat je accepteert, kun je loslaten

Al weken staat er in mijn telefoon een notitie aan mezelf. Wat je accepteert, kun je loslaten. Deze notitie schreef ik aan mezelf tijdens het kijken van een tv-programma. The Voice, als ik me niet vergis. Iemand had ik Latijnse tekst op haar arm getatoeëerd met de betekenis “Waartegen je je verzet blijft, wat je accepteert kun je loslaten”. Dat raakte me en ik wist ineens dat dit hartstikke waar was. Als ik mezelf vergelijk met de Elseline van een jaar geleden, weet ik nu waar het fout ging. Ik was zo veel met mijn werk bezig, dat het alleen maar meer aan me ging vreten. Ik zat in een neerwaartse spiraal en ik kon er niet meer uit. Mijn lessen gingen kut, daardoor voelde ik me kut, ik kreeg nachtmerries en slapeloze nachten, ik voelde me daardoor weer kut en daardoor gingen mijn lessen weer kut en eigenlijk ging daardoor alles kut. Kut, kut, kut. Ik had geen idee wat ontspannen was, omdat ik mezelf de tijd daar niet voor gaf. En als ik een keer de tv aanzette of een boek uit mijn boekenkast pakte, kon ik me er niet op focussen.

Dit jaar ben ik het gaat loslaten. Natuurlijk ging dit niet van de ene op de andere dag, maar hebben er maanden van oefenen tussen gezeten. Ik leerde mezelf aan om iets wat niet goed gaat te zien als punt om van te leren en niet als startsein om mezelf weer allerlei verwijten te maken. Dit jaar ben ik begonnen met het loslaten van de negatieve gedachten die er in me opkomen tijdens het lesgeven. En het lesgeven gaat echt niet perfect, dat absoluut niet. Het verschil is alleen dat ik mijn eigen fouten negenennegentig van de honderd keer kan accepteren. Ik vind het niet langer een ramp als mijn uitleg een stuk beter had gekund. Op zo’n moment weet ik dat ik het volgend jaar dan op een andere manier moet doen. Hetzelfde geldt voor een vervelende les. Als de leerlingen geen zin hebben om te luisteren en liever achterstevoren op een stoel zitten om met hun achterburen te kletsen, so what? Zo’n dingetje is voor mij niet langer meer een reden om ’s nachts te piekeren. Ik kan het accepteren en daarom kan ik het loslaten.

Heerlijk!

Liefs!

zaterdag 13 oktober 2012

Dagboek: Een week in het teken van mijn verjaardag (#7)

Wat een drukke week! Je las het al in mijn vorige blog, maar deze week was het extra druk. Maandag was ik jarig! En jarig of niet: mijn wekker ging gewoon weer om 06.00 uur af. Op mijn werk waren de leerlingen lekker druk. Ze wisten natuurlijk allang dat er uitgedeeld werd en dat vonden ze maar al te leuk. Vooral toen er taart geserveerd kon worden. Met de hulp van twee leerlingen deelde ik taart uit, maar dat ging totaal niet volgens plan.
(“Ik wil appeltaart!” – “Dat is er niet meer.” – “Nou,  dan hoef ik niet!” – “Dan niet.” – “Ik vind het niet eerlijk, mevrouw.” – “Zullen we deze discussie na de les voeren?” – “Nee, dan heb ik al plannen.” – “Stop dan met zeuren.” – “Ik zeur niet, ik vroeg om appeltaart.” – “Dat weet ik, en dat is er niet meer.” – “Dan hoef ik niet.” – “Nee, dat weet ik al.”)
Maandagmiddag stond geheel in het teken van mijn verjaardag: winkelen, bioscoop en uit eten met mijn vriend. Verder heb ik op maandag niets anders gedaan dan iedereen te bedanken voor de felicitaties op whatsapp en Facebook. Daar had ik een hele dagtaak aan!

Op dinsdag ging alles goed, totdat ik in de pauze extra uitleg ging geven aan een paar leerlingen van 2havo. Dat vonden ze op het schoolplein maar al te leuk. Ze sprongen tegen het raam op, probeerde over het plakplastic heen te kijken en waren vooral heel irritant aan het schreeuwen. Na een paar boze blikken had ik er genoeg van. Ik liep naar buiten, maar de leerlingen waren ineens niet zo stoer meer. Ze renden hard weg toen ze hoorden dat ik eraan kwam. Gelukkig had ik gezien wie het waren. Na de pauze ben ik de leerlingen op gaan zoeken in hun lokaal en heb ik ze strafwerk meegegeven. Toen ik ’s avonds thuis aan het avondeten zat, ontving ik een e-mail van een collega van mij. Om te vertellen dat deze leerling zijn strafwerk onder de les van deze docent liet schrijven door zijn klasgenoot. Tja, dat vond ik dan weer niet zo leuk…

Woensdagochtend kreeg ik mijn cadeau van de tandarts: een wortelkanaalbehandeling. Hell no! Ik lag te shaken op die stoel en de tranen van de angst en de spanning rolden over mijn wang. Achteraf was er natuurlijk niets aan en had ik nergens last van. Met een goed gevoel mocht ik na een half uur (!) al vertrekken en ook de rest van de dag heb ik nergens last van gehad. Ook de dagen daarop niet. Eindelijk kan ik een keer positief terugkijken op een tandartsbezoek!

Op donderdag speelde ik weer een kwartetspel met mijn brugklassen, dit keer over een rekenhoofdstuk. Ik maakte vorige week de kaartjes en deze week leverde ik ze af bij één van mijn brugklasleerlingen die graag wilde kwartetten. Hij knipte de kaartjes uit en op donderdagochtend gaf ik ze aan twee andere leerlingen die de kaartjes met liefde op een gekleurd velletje papier wilden plakken. Zo ontstond een product gemaakt door drie leerlingen en mijzelf en het grootste voordeel: het kostte me een stuk minder werk dan de vorige keer!

Op vrijdag begon ik met mijn 3havo-groep. Ik weet niet wat het de laatste tijd met ze is, maar ik krijg ze niet meer rustig. Ik stuurde twee leerlingen eruit en voor de rest was ik vooral bezig met de minuten tellen tot de bel ging. Een lesuur heeft nog nooit zo lang geduurd.
Mijn brugklassen hadden een proefwerk. Twee makkelijke uurtjes waarin ik een paar schriften controleerde. Toen het eindelijk kwart over twee was, verliet ik mijn werk. Weekend! Wel een volgepland dit weekend dit keer: de vrijdag in het teken van boodschappen doen en taarten bakken, de zaterdag in het teken van het huis schoonmaken, koken en mijn verjaardag en de zondag in het teken van opruimen, afwassen en schoonmaken… Enjoy!

Liefs!

donderdag 11 oktober 2012

Druk!

Ik heb mijn blog de afgelopen twee weken op een laag pitje gezet en de enige reden dat er nu nog blogs online komen, is omdat ik van tevoren ontzettend veel vooruit heb gewerkt. Doorgaans stonden er zo’n vijf tot tien blogs in de wachtrij, nu nog slechts één. Dat betekent dat ik de komende dagen weer even aan de bak moet?

Hoe het komt dat ik het zo druk heb? Af en toe weet ik het zelf ook niet. Of misschien weet ik het wel: mijn werk, uiteraard! Maar toch is dat niet het enige. Sinds een tijdje probeer ik alles wat met mijn werk te maken heeft ook echt op mijn werk te doen en dat lukt ook aardig. ’s Middags blijf ik langer hangen om mijn lessen voor te bereiden, om toetsen na te kijken of om cijfers in te voeren en als ik thuis kon, mag ik van mezelf relaxen. Dat doe ik met de televisie, met mijn boekenkast of slapend in bed. Twee dagen per week breng ik de middag, avond en nacht door bij mijn vriend en in het weekend is hij bij mij. In de dagen dat ik alleen thuis ben, word ik negen van de tien keer uitgenodigd om ergens te komen eten. Vaker wel dan niet pak ik die uitnodigingen aan, maar dat resulteert er wel in dat ik alwéér niet heb kunnen schrijven.

Een andere reden dat ik de laatste tijd minder schrijf is omdat ik soms gewoon geen zin heb om mijn laptop aan te zetten. Zowel op mijn werk als bij mijn vriend werken de computers razendsnel: binnen no time is de computer opgestart, kan ik meerdere programma’s tegelijk openen en kan ik lekker werken. Als ik dan thuis kom en mijn eigen, langzame, laptop zie staan, word ik al moe voordat ik deze überhaupt heb aangezet. De opties zijn dan om heel geduldig te zijn, mijn blogs te schrijven op mijn werk of mijn blogs te schrijven bij mijn vriend, maar eigenlijk zie ik alleen maar nadelen. Ik heb met computers héél weinig geduld, ik breng al meer dan genoeg tijd door op mijn werk en als ik bij mijn vriend ben, heb ik helemaal geen zin om achter de computer te kruipen. Tja, wat moet je dan?

Gewoon, volhouden dus. De komende weken ga ik nog steeds proberen om iedere week drie blogs online te krijgen en ik zal proberen om vooral mijn vrije woensdagen en mijn weekenden ervoor gebruik om te schrijven, te schrijven en te schrijven. Ook in de herfstvakantie zal ik proberen veel uren door te brengen achter mijn laptop, zodat ik in ieder geval weer van reserves voor in een drukke periode!

Liefs!

woensdag 10 oktober 2012

10 redenen om... uit te kijken naar het weekend

Hoewel ik mijn werk heel leuk vind en ik er vaak ook met plezier naar toe ga, is het toch altijd wel fijn om op vrijdagmiddag het schoolgebouw te verlaten met het idee dat je daar de komende twee dagen niet meer naar toe hoeft. Weekend! De vrijdagmiddag geeft bij mij altijd een gevoel van vrijheid, dat alle stress van me afvalt en dat ik eens even twee dagen kan doen wat ik wil. Even helemaal niks doen dus! Het was dan ook niet heel moeilijk om het onderstaand lijstje te verzinnen.

Mijn 10 redenen om uit te kijken naar het weekend:
1.       Ik zei het al: vrijheid! Het idee dat ik even geen verplichtingen heb, vind ik heerlijk.
2.      In het weekend kun je op een rustiger tempo al het werk doen wat je normaal binnen één dag moet doen. Lessen voorbereiden, huiswerk in het digitale programma zetten, toetsen nakijken, cijfers invoeren… Normaal moet dit in een paar uurtjes gebeuren, in het weekend heb ik er twee dagen de tijd voor!
3.      Rust. De leerlingen zijn leuk, maar het is ook heel fijn om niet dertig keer per dag “Ik ben mijn schrift vergeten!” of “Mevrouw, ik snap het niet hoor” te horen.
4.      Om nog maar te zwijgen over dat kinderachtige gedoe. “Mevrouw, hij prikt me met zijn passer” gevolgd door “Echt niet, hij prikte mij met zijn passer”. Zucht.
5.      Uitslapen! Mijn wekker gaat doordeweeks om 06.00 uur, soms nog eerder. In het weekend zet ik geen wekker. Uitslapen tot in de middag lukt me al jaren niet meer, maar ik ben al helemaal gelukkig als ik pas om half negen wakker word.
6.      Doordeweeks schiet het er bij in, in het weekend heb ik weer tijd voor het huishouden. Momentje, ik gooi nog even een wasje erin!
7.      De dagen doordeweeks zien er voor mij altijd anders uit: de ene dag slaap ik bij mijn vriend, de andere dag slaap ik thuis of bij mijn vader en zusje. De weekenden zijn – tot nu toe – wel altijd standaard: dan ben ik thuis. En dat geeft me toch wel weer een rust-gevoel.
8.      In het weekend heb ik genoeg tijd om me uit te sloven in de keuken. Dan eet ik iets anders dan een snelle pasta of een boterham. :)
9.      Tegenwoordig mag ik van mezelf het hele weekend niet meer denken aan mijn werk. Heerlijk!
10.   En tot slot: The Voice! Op vrijdagavond weer lekker voor de buis met een dekentje om me heen tv kijken. Dat is weekend!

Liefs!

maandag 8 oktober 2012

Verjaardagstaart

Vandaag ben ik jarig. Tenminste, op de dag dat deze post online komt. Ik heb deze post namelijk al veel eerder geschreven, een maand eerder om precies te zijn. De reden dat ik dit al veel eerder schrijf heeft te maken met de afgelopen week (de week van 3 september dus…).

Op maandag probeer ik altijd iets “informatiefs” online te zetten. Bijvoorbeeld een werkvorm, een onderwijsvorm of iets over een lesvoorbereiding. Deze post heeft de titel “verjaardagstaart”. Je zou dus verwachten dat dit totaal niet informatief gaat worden, maar integendeel. Dat is ‘ie wel.

In de tweede week van het schooljaar begon ik aan mijn brugklas huiswerk te geven. Volgens sommige leerlingen gaf ik zelfs veel te veel huiswerk. Dat merkte ik pas echt toen er twee leerlingen begonnen te onderhandelen.

“Ah, mevrouw, wilt u alstublieft voor één keer geen huiswerk opgeven?” vroeg leerling 1.
“Nee, sorry.” Die sorry meende ik natuurlijk niet, maar het klonk wel zo beleefd.
“Alstubliiiieft?,” probeerde leerling 2. Toen zei hij het toverwoord. “Dan bakken wij een taart voor u!”
Ik was om.
“Wat voor taart?” vroeg ik met twinkeloogjes.
“Uw lievelingstaart!” riep leerling 1, blij dat hun plan was gelukt.
“Lekker! Doe dan maar appeltaart.”
“Met kaneel?” vroeg leerling 2.
Ik knikte heel hard ‘ja’. “Maar dan wil ik hem wel op 8 oktober, dan ben ik jarig.”
“Hoeveel kaarsjes moeten erin?” vroeg leerling 1.
“Tweeëntwintig.”

En zo geschiedde. Ik sprak daarna nog met de leerlingen over de appeltaart, over dat het misschien ook handig was als er een tweede taart gebakken zou worden (“Ja, we gaan ook een abrikozenvanilletaart met stukjes chocola maken!”) en over dat ze zo blij waren dat ze geen huiswerk meekregen op 8 oktober.

Wat is dit dan voor informatiefs? Nou… Zoals te lezen is in bovenstaand dialoog praat ik met mijn leerlingen over véél meer dingen dan alleen wiskunde of andere schoolzaken. De ene keer begin ik een gesprek met de leerling, de andere keer – zoals over de verjaardagstaart – begint een leerling. Het maakt ook helemaal niet uit wie er begint, als er maar gepraat wordt. Als ik terugdenk aan mijn docenten van vroeger, kan ik me dit soort gesprekken niet herinneren. De gesprekken gingen over wiskunde, Duits, techniek of over scheikunde, maar nooit over verjaardagstaarten of vakantieplannen. En dat is toch wel iets wat ik altijd een klein beetje heb gemist. Als ik mijn mentor van de tweede klas tegenkwam in de gangen, zei hij me nooit gedag. In de klas wist hij mijn naam niet. De jaren daarna keek hij me niet eens meer aan en ik betwijfel of hij ook maar iemand uit mijn klas kan herinneren. Al kan een docent nog zo goed uitleggen (hij overigens niet, maar dat terzijde), als een docent geen band heeft met de leerlingen, is hij wat mij betreft geen goede docent. Een docent moet voor een veilige leeromgeving zorgen en één van de onderdelen daarvan is een band kunnen opbouwen met de klas of een individuele leerling (sommige docenten gaan hier heel ver in en gaan een (seksuele) relatie aan met een leerling, maar dat ook terzijde).

Naast het feit dat de meeste van mijn leerlingen het leuk vinden als ik een kletspraatje met ze maak, vind ik het zelf ook heel erg fijn. Zeker aan het begin van het schooljaar is het handig om de leerlingen zo beter te leren kennen en de namen van de leerlingen te kunnen onthouden. Ik ga door de goede band met mijn leerlingen met plezier naar mijn werk en dat vind ik heel belangrijk.

Hoe de taarten hebben gesmaakt, weet ik pas op de dag dat ze voor mijn neus staan. En ik moet zeggen dat ik er nu al naar uit kijk!

Liefs!

P.S. Die leerlingen hadden natuurlijk niet door dat ik ze de lessen voor én na mijn verjaardag wat extra huiswerk heb opgegeven om het te compenseren. Ach, wat niet weet, wat niet deert. En wie weet krijg ik nog een keer zo’n aanbod en dan in ruil voor een reep chocola!

zaterdag 6 oktober 2012

Dagboek: Een geslaagde week! (#6)


Ik ben zeer tevreden over mijn week. Het begon al op maandag, toen ineens al op maandag, toen ineens al mijn lessen goed gingen, evenals op dinsdag. Eigenlijk is dat wel heel zacht uitgedrukt, want mijn lessen op dinsdag gingen geweldig. Zelfs mijn 2havo-klas deed leuk mee. De dingen rondom het lesgeven gingen ook goed: nadat ik klaar was met lesgeven, heb ik een uurtje bij een collega bijgewoond. Een ander vak, een ander leerjaar, een ander niveau en een totaal andere manier van lesgeven. Er zaten namelijk slechts zes leerlingen in deze klas! In eerste instantie dacht ik: ik wil ruilen! Toen ik toch iets beter ging nadenken, besloot ik toch niet te willen ruilen. Het heeft zijn voordelen om met zo’n klein groepje te werken, maar ik denk dat ik het ontzettend saai ga vinden als ik nooit meer orde hoef te houden. Geef mij dan toch maar mijn 2havo-klas. :)

Nog even over maandag trouwens… Ik had voor ’s middags een extra uurtje gepland voor 2havo en er waren zeven leerlingen die wel belangstelling hadden. Uiteindelijk was er niemand komen opdagen. De leerlingen hadden me op maandagochtend al gevraagd of ze hun toets mochten herkansen, maar hell no! Met zo’n instelling? Niet dus.

Op woensdag had ik mijn vrije dag. Ik heb mijn dag al helemaal volgepland met het bezoeken van een aantal winkels. Aanstaande maandag ben ik jarig en daar heb ik nog wel het een en ander voor nodig. Ik heb namelijk mijn leerlingen beloofd dat ik ga trakteren en daarbij heb ik ook de zaterdag daarop mijn eigen verjaardag waar ik nog wat keukengerei voor nodig had. Gezien het weer heb ik mijn plannen bij moeten schaven. Wat een regen! Daar ging ik dus echt niet doorheen…

Mijn lessen op donderdag gingen eigenlijk wel weer geweldig. In al mijn tussenuren heb ik weer een hoop kunnen doen, zoals het voorbereiden van al mijn lessen voor de komende week en het uitwerken van een repetitie. Van mijn “maatje” (voor alle leerjaren wordt er door één wiskundedocent de toets ontworpen en een andere wiskundedocent werkt deze uit; voor klas 2havo doe ik het uitwerken) kreeg ik het compliment dat we zo geweldig samenwerken. Altijd leuk om te horen. :) ’s Middags had ik nog een hele lange en oersaaie personeelsvergadering: honderd man personeel waarvan zeker de helft net zo weinig zin had om te luisteren als ik…

Op vrijdag had ik weer zo’n fijn weekendgevoel. Ik kon heerlijk uitslapen, mijn lessen gingen goed genoeg en na schooltijd heb ik nog ontzettend veel kunnen doen. Er is namelijk elke les een leerling die naar mij toe komt om te vragen of we gaan kwartetten. Daarom heb ik een dealtje met hem gesloten: ik maak de inhoud van de kwartetkaarten, maar hij moet wel zelf alles uitknippen en opplakken. Dat vond hij prima. Daarom heb ik op vrijdagmiddag tot 17.30 uur achter de computer gezeten op mijn werk en ging ik pas weg toen de kaarten klaar, geprint en gekopieerd waren. :)

Nu heerlijk genieten van een leuk weekend en daarna genieten van een nog leukere dag: maandag ben ik jarig! Straks dus maar even toch het plan afmaken waar ik woensdag niet aan toegekomen was.

Liefs!

woensdag 3 oktober 2012

Hoe gaan de leerlingen om met de fouten die ze maken?

Ik vind de leerlingen van tegenwoordig wel erg gemakkelijk. In deze blog sta ik stil bij hun gemakkelijkheid wat betreft hun huiswerkopgaven.

Wat ik van de leerlingen verlang, is dat ze hun huiswerkopgaven maken, nakijken en zo nodig verbeteren. Het maken gaat over het algemeen goed en daarover heb ik ook weinig te klagen. Het nakijken gaat iets minder goed, maar daar zal ik vandaag niet over zeuren. Waar ik het wel over wil hebben, is het verbeteren van hun huiswerk. Want wat gaat dat slecht! Wat veel leerlingen doen, en wat ook heel gemakkelijk is, is het foute antwoord doorstrepen en het goede antwoord ernaast zetten. Of ze daar iets van leren? Dat denk ik niet. Ik zeg vaak genoeg tegen de leerlingen dat ik het niet erg vind als ze fouten maken, omdat ze daar juist van leren. Maar hoe kun je leren van je fouten als je niet weet wat je fout doet? Dat lijkt me lastig. Omdat ik heb gemerkt dat veel leerlingen hun fouten niet serieus nemen, heb ik tien minuten van mijn lestijd gewijd aan dit onderwerp.

Mijn lessen beginnen altijd klassikaal. De eerste vijf tot vijftien minuten ben ik aan het woord en dat weten de leerlingen ook. Dit keer begon ik met de vraag wie er wel eens fouten maakt bij de opgaven. Zoals verwacht gingen alle vingers omhoog. Toen ik vervolgens vroeg wie die opgave dan nog eens opnieuw maakt, gingen bijna alle vingers weer naar beneden. Wat een teleurstelling. Een tijd terug, in de tweede of derde week van het schooljaar, gaf ik alle leerlingen een half A4-tje met daarop een stappenplan met daarop aangegeven hoe ze de opgaven moeten maken en wat ze moeten doen als ze iets niet snappen. Daarop stond duidelijk dat ik van ze wil dat ze de opgaven die ze fout hebben gemaakt nog eens maken. Omdat er duidelijk te weinig naar dit stappenplan wordt gekeken, heb ik deze nog eens op het bord gezet. Aan de leerlingen vroeg ik om dit over te schrijven in hun schrift. Ik heb toch altijd het idee dat het dan beter bij ze blijft hangen.

Wat de leerlingen in hun schrift moesten schrijven, ziet er zo uit:

Elke wiskundeles zorg ik dat mijn huiswerk in orde is. Dat betekent:
-       opgaven overgeschreven (behalve bij ‘verhaaltjessommen’, dan alleen hoofdpunten noteren).
-       tussenstappen opgeschreven, liefst onder elkaar.
-       eindantwoord opgeschreven.
-       opgaven nagekeken met een andere kleur.
-       bij een fout antwoord de opgave opnieuw gemaakt.

Wil een opgave maar niet lukken? Dan lees ik de uitleg nog een keer heel goed. Helpt dat niet? Dan bestudeer ik de voorbeelden nog eens grondig. Nog steeds geen succes? Dan schrijf ik wél de opgave over, wat ik geprobeerd heb en wat ik precies niet begreep!

Vooral dat laatste vind ik erg belangrijk. Ik krijg vaak genoeg leerlingen aan mijn bureau die zeggen dat ze “helemaal niets van opgave 17 begrijpen”. Met zo’n probleem kan ik niets. Er is altijd wel iets wat de leerlingen wel kunnen van opgave 17, want als ik vraag waarom ze geen assenstelsel kunnen tekenen, dan roepen ze meteen dat ze dat wel kunnen, “maar de rest niet”. Daarom heb ik gezegd dat ze vanaf nu alleen naar me toe mogen komen met een duidelijke vraag.

Volgende week hebben mijn brugklasleerlingen een proefwerk. Mijn plan is om hun schriften in te nemen en eens goed te kijken hoe serieus de leerlingen ondertussen zijn geworden in het nakijken en het verbeteren van hun huiswerkopgaven. Ik ben benieuwd!

Liefs!

Tip: Weet dat het steeds makkelijker zal gaan (#7)

Alle tips zijn afkomstig uit het boekje “282 tips voor leerkrachten”, uitgegeven door de Algemene onderwijsbond.

Het was niet de tip zelf, maar de titel die me aansprak. Misschien mag het ook niet gezien worden als tip, maar is het meer een houvast. Hoe dan ook, het was een zin die me raakte.

Hoofdstuk 20, tip 10: Weet dat het steeds makkelijker zal gaan
Je hebt het onderwijs nooit helemaal in de vingers. Het is immers altijd in beweging, alleen al omdat je met mensen werkt. En dat is nou juist ook het mooie van het onderwijs.

Weet dat het steeds makkelijker zal gaan. Het klinkt zo simpel en misschien is het ook wel echt waar. Als ik terugkijk naar mijn eerste stage en vervolgens terugkijk op de afgelopen weken, weet ik ook echt dat het steeds makkelijker gaat. Ik leer steeds nieuwe trucjes om de leerlingen stil te krijgen en het lukt me steeds beter om de leerlingen op de juiste manier te corrigeren. Ik verzin steeds andere (en betere!) manieren om een bepaald stuk theorie uit te leggen en ik merk dat ik elk jaar steeds meer boven de stof sta. Het is dus echt waar, het gaat steeds makkelijker.

Maar toch heb ik nog steeds dagen dat ik een terugval heb. Een terugval? Yep. Vorig jaar zat ik in een dip. Ik zag het niet meer zitten en ineens wist ik het zeker: het onderwijs is niks voor mij! Ik werd er onzeker en chagrijnig van en dat reageerde ik soms iets te veel op mijn directe omgeving af (sorry!!!) in plaats van dat ik het aanpakte. Na wekenlang met tegenzin naar mijn werk en zelfs naar school te gaan, had ik er geen zin meer in. Ik nam ontslag bij mijn werkgever en ik besloot om voor mijn (innerlijke) gezondheid te kiezen. En dat was een goede keuze. Ik heb het stressen te lang laten doorgaan en het negatieve commentaar te lang aangehoord om er met één week rust vanaf te zijn en daardoor besloot ik hulp te zoeken. En dat werkte. Het kostte tijd, heel veel tijd, maar na een paar maanden had ik mezelf weer gevonden. Ik kreeg meer zin in het lesgeven en ik wist weer waarvoor ik het had gedaan. Het is gewoon leuk om met pubers te werken, ondanks hun tegenstribbelen en hun grote monden. Dat is nu iets wat er eenmaal bij hoort.

Vanaf nu, als iets niet lukt of niet naar mijn zin gaat, probeer ik tegen mezelf te zeggen: “Elseline, weet dat het steeds makkelijker zal gaan.” En ik denk dat dit nog gaat werken ook!

Liefs!

maandag 1 oktober 2012

Hoe activeer je de voorkennis van de leerlingen?

Als je een leerling nieuwe stof wilt aanleren, is het belangrijk voor de leerling als hij of zij weet bij welke kennis dit hoort. De leerlingen moeten de nieuwe kennis aan de oude kennis kunnen koppelen, wil het goed blijven hangen. Daarom is het belangrijk dat de voorkennis van de leerlingen wordt geactiveerd, het liefst aan het begin van iedere les.

Dat is dan ook de reden dat ik elke les begin met de vraag: “Wie weet nog wat we tijdens de vorige les hebben gedaan?” In mijn klassen schieten dan altijd dezelfde vingers omhoog: de vingers van de leerlingen die altijd onwijs goed meedoen met de les. Als dit de enige vingers zijn die omhoog schieten, laat ik de leerlingen nog even nadenken. Uiteindelijk geef ik dan het woord aan iemand die even zit te dromen of van wie ik weet dat hij/zij niet goed heeft meegedaan tijdens de vorige les. Ik heb graag dat iedereen actief meedoet tijdens mijn les en dat er geen leerlingen zijn die gaan zitten dromen of uit hun neus gaan zitten eten. Mocht het je niet veel uitmaken of er leerlingen zijn die liever met andere dingen bezig zijn, geef dan gewoon het woord aan iemand die zijn vinger de lucht in steekt. Dan verloopt de les net even wat soepeler… Ik laat de leerling(en) vertellen wat ze nog weten van de vorige les en dit herhaal ik zelf ook nog een keer.

Voorkennis kun je op vele andere manieren activeren. Je kunt het de leerlingen zelf vertellen of je kunt de leerlingen in groepjes met elkaar laten overleggen. Wat ook een leuk idee is, is om de voorkennis van de leerlingen bij te houden in een ballon.

Je begint heel simpel door te schrijven wat je in les 1 doet, in mijn geval ging dit over de zeven ruimtefiguren. Daarna vul je elke les aan wat je hebt gedaan. Aan het begin van de les kun je alle “ballonnetjes” nog even herhalen en aan het eind van de les, tijdens de reflectie, kun je er een nieuw ballonnetje bijmaken met de activiteiten van die les.

Een andere manier is om de leerlingen elkaar te laten interviewen over de stof die ze al hebben gehad. Leerling 1 stelt (klassikaal) een vraag aan leerling 2. Leerling 2 beantwoordt de vraag en verzint een nieuwe vraag voor leerling 3. Leerling 3 beantwoordt de vraag en verzint een nieuwe vraag voor leerling 4. Zo gaat er een “vragenslang” door de klas waarbij ongeveer tien leerlingen actief bezig zijn. De overige leerlingen krijgen aan het begin van de volgende les de beurt.

Liefs!

# Lees hier het artikel over directe instructie