maandag 15 oktober 2012

Proefwerken nakijken

Voor het schrijven van deze blog ben ik eerst eens op internet gaan kijken. Gewoon, eens zien of er op internet tips staan om proefwerken na te kijken. Wat blijkt? Ik kom echt helemaal nergens op uit. Oké, ik heb één tip gevonden. Er is namelijk iemand die op internet schrijft dat ze bij het nakijken van proefwerken focust op de goede antwoorden in plaats van te kijken naar de fouten. Tja, hier denk ik toch echt anders over. Een proefwerk zie ik niet alleen als een manier om te checken hoe de leerlingen er voor staan, maar ook om ze te begeleiden naar een beter cijfer. Natuurlijk is het voor een leerling leuk om complimenten te krijgen, maar als ze een leerling die zwaar onvoldoende scoort blijft complimenteren, gaat de leerling toch onwijs onterecht naast zijn of haar schoenen lopen? Ik zeg ook vaak tegen de leerlingen dat je van je fouten kunt leren. Ontzettend cliché, maar ontzettend waar. Dat is ook de reden dat ik de leerlingen het huiswerk zelf laat nakijken, waarna ze de fout gemaakte opgaven nog eens moeten maken. Niet omdat ik ze wil pesten, maar omdat ik wil dat ze in zien wat ze fout doen en hoe ze een opgave wél goed moeten maken. Maar dat is mijn mening.

Ik dwaal af.

Omdat ik op internet niet veel kon vinden, heb ik één van mijn oude studieboeken uit de kast geplukt (“Het samenstellen, afnemen en nakijken van een proefwerk”, een boekje uitgebracht door het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS)). Hierin stonden wel iets meer tips. Deze volgen hieronder, met daarbij mijn mening.

Tip 1: Kijk het proefwerk per vraag na.
Ik heb dit geprobeerd, maar dit heeft bij mij ontzettend lang geduurd. Ik heb twee brugklassen en bij één van de twee brugklassen heb ik hun proefwerk nagekeken en daarbij deze methode gebruikt. Na een stuk of tien proefwerken wist ik de antwoorden uit mijn hoofd en dan duurde het omslaan van de pagina’s langer dan het nakijken zelf. Een fijne tip als de opgaven wat groter zijn, maar als de leerlingen alleen “a = cirkel, b = vijfhoek, c = vierkant” hoeven te noteren, is dit enorm vermoeiend!

Tip 2: Niet steeds dezelfde volgorde van leerlingen aanhouden.
Ja, dag. Ik snap niet waar dit goed voor zou zijn en ik ga niet om één of andere onbenullige reden tussen het nakijken door ineens alle proefwerken door elkaar gooien.

Tip 3: Namen afplakken.
Eh, NEE! Ten eerste kost dit ontzettend veel tijd, ten tweede heeft dit bij mij weinig zin. Ik snap overigens wel waarom deze tip aan het lijstje toegevoegd is. Ik kan me namelijk goed voorstellen dat er docenten zijn die de cijfers deels baseren op het karakter van de leerling? Doet de leerling goed mee in de les? Dan rekent de docent soepel. Doet de leerling niet goed mee en zit hij/zij alleen achterom te kletsen? Dan rekent de docent streng. Zo ben ik niet. Ik geef de leerlingen de punten die ze verdienen op grond van hun prestaties en niet gebaseerd op hun gedrag in de klas. Als ik twijfel hoeveel punten ik de leerling moet geven, dan blader ik graag nog even terug naar een leerling die een gelijksoortige fout had gemaakt. Zo eerlijk ben ik dan weer wel en dat voorkomt ook een hoop klachten tijdens het bespreken van de toets.

Tip 4: Eerst goed en fout aangeven en vervolgens in korte tijd de punten toekennen.
Ik denk dat dit enorm veel tijd kost en volgens mij ziet de APS dit ook erg zwart/wit. Bij wiskunde hoeft iets niet per se “goed” of “fout” te zijn, maar het kan ook zijn dat de berekening ergens halverwege verkeerd ging, waardoor het eindantwoord niet meer klopt. Voor dergelijke kleine foutjes ga ik een opgave niet meteen als fout bestempelen, maar kijk ik eerst welk deel van de opgave wel goed is. Dit kan overigens wel een handige tip zijn bij meerkeuzetoetsen. Je kunt dan bijvoorbeeld eerst in een snel tempo kijken welke antwoorden goed en fout zijn om vervolgens de punten in zijn totaliteit te tellen.

En dan nu mijn tips!

Tip 1: Heb je parallelklassen? Kijk eerst een stuk of tien proefwerken na per vraag, dus eerst bij tien leerlingen vraag 1, daarna vraag 2 etc. Als je alle antwoorden uit je hoofd weet, kun je in een snel tempo alle andere toetsen in één keer nakijken. Een antwoordblad is dan niet meer nodig en de puntenverdeling zit tegen die tijd ook wel op je netvlies getekend.

Tip 2: Ga je de toets bespreken? Dan hoef je niet alle correcte antwoorden erbij te zetten. Die antwoorden komen later wel. Wel kun je er opmerkingen bij zetten die speciaal voor die leerlingen zijn, bijvoorbeeld “Schrijf de hoekpunten ook in hoofdletters!” of “Tekenen met potlood!”.

Tip 3: Het afplakken van de namen is een heel gedoe, maar ben je toch bang dat je het aantal punten gaat baseren op de leerling zelf? Probeer dan niet te kijken naar de naam of leg er desnoods je arm overheen.

Tip 4: Kijk na met een vrolijk kleurtje. Een rode pen is wel erg standaard en hoewel ik er zelf ook vaak mee nakijk, vind ik het af en toe ook wel leuk om mijn roze pen uit de kast te pakken!

Tip 5: Probeer het nakijken zo veel mogelijk op je werk zelf te doen. Nakijken kan best vermoeiend zijn en af en toe kijk ik er heel erg tegenop. Als ik het direct na het werken doe, dan weet ik dat ik er de rest van de middag vanaf ben. Kijk ook zo snel mogelijk na: het is voor de leerlingen prettig als ze het cijfer al de dag erna hebben, maar ook voor jezelf. Daarbij is het ook fijn voor het bespreken. Als je het proefwerk direct de dag erna bespreekt, zitten de opgaven bij de leerlingen ook nog vers in hun geheugen.

Tot zover de tips voor het nakijken van proefwerken. Succes!

Liefs!

2 opmerkingen:

  1. Bij een meerkeuze toets word er bij ons dikwijls na het so (wel zeker onverwacht!) Samen met docent nagekeken. De leerlingen moeten dan eerst het blaadje uitdelen en de docent deelt dan de blaadjes lukraak weer uit. Zodat iedere leerling een blaadje van een klasgenoot heeft. Ook moeten alle spullen van tafel en mag er alleen een rode pen worden gebruikt. Na het nakijken word het ingenomen en kijkt de leraar naar vervalsingen etc. Vaak gebeurt dit niet als je duidelijk zegt dat bij iedere vorm van fraude schorsing tot gevolg heeft. Zeker bangmakerij maak werkt super!
    Ik ben zelf goed bevriend met mijn biologie docente en tevens mijn rijinstructrice en zij heeft een zogenaamde 'toverdoos' als brugklassers vervelend zijn mogen ze buiten het lokaal een kruiswoordpuzzel invullen (heeeel moelijk!) En echt waar, door het lachen van de klasgenoten wagen ze het niet meer nogmaals te doen. Ook is het project strafklas Inez (mijn bio docente) een groot succes. Als je toch uren hebt om na te kijken rooster je een lokaal in voor de dag dat de meeste leerlingen het vroegst uit zijn en laat je ze tot 4 uur nakomen, enne wat je ze laat doen? Frans woordenboek ondersteboven (10 bladzijdes) en elke keer als een leerling waagt zijn mond te openen een bladzijde er bij! Ik verzeker je dat na een week door de school gaat dat met deze docent niet te sollen valt en dat de leerlingen zich wel gedragen.

    Heel veel succes met je school!

    Groetjes Bram

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb een heel fijn rooster: meestal werk ik in de ochtend en ben ik rond 12.00 uur klaar. Ik heb wel eens wat nakijkwerk, maar dat duurt nooit lang en vaak doe ik dat in mijn tussenuren. Tot 16.00 uur blijven zitten is dan voor mij een ergere straf dan voor de leerlingen, aangezien zij meestal pas rond 14/15.00 klaar zijn.
      Je andere ideetjes zijn wel erg leuk (zoals die kruiswoordpuzzels!) en ik ga ze zeker onthouden. Dank je wel!
      Groetjes, Elseline

      Verwijderen