dinsdag 13 oktober 2015

Pensioen

Een van de fijnste dingen aan mijn vriend is dat ik mijn zorgen compleet vergeet als ik in zijn bijzijn ben. Hij maakt me aan het lachen, hij maakt me gelukkig, hij zorgt ervoor dat ik met een glimlach naar het leven kijk. De keerzijde daarvan is dat ik enorm kan blijven piekeren als hij niet in de buurt is. Zoals vandaag.

Ik deed veertig minuten over de fietstocht naar huis en daarvan heb ik minimaal een half uur nagedacht over de wereld. Nagedacht over de leerlingen. Nagedacht over de opvoeding. Of het gebrek daaraan bij sommige leerling.

Vanochtend het eerste uur gaf ik les aan een derde klas. Tegen het einde van de les hoorde ik ineens geschreeuw. Een leerling had een klasgenoot uit boosheid in zijn onderarm gebeten. Ik was zo verbaasd, zo in shock, dat ik er niet adequaat op kon reageren.

In de pauze liep ik van de koffiekamer naar mijn lokaal. Onderweg kwam ik een jongen tegen die bij alle langslopende leerlingen zijn been naar voren stak. 

Ik kan enorm huilen om dit soort situaties. Leerlingen die elkaar uit woede bijten, leerlingen die elkaar voor de grap laten struikelen. En zo zijn er nog veel meer momenten op te noemen waarbij de leerlingen ongevraagd aan elkaar zitten. Ze schelden elkaar uit, duwen aan elkaars tas, pakken elkaars spullen af. Deze gebeurtenissen zetten me enorm aan het denken. Ik vind wiskunde een leuk vak om te geven, ik vind de omgang met de leerlingen (meestal) leuk en alle administratie die bij het lesgeven komt kijken, vind ik - in tegenstelling tot heel veel collega's - alleen maar heerlijk. Toch twijfel ik meer dan ooit of het docentschap wel iets voor mij is. Er zijn duizenden momenten te noemen waar ik enorm van kan genieten, maar als ik dit respectloze gedrag bij de leerlingen zie, doen al die duizenden momenten er niet meer toe. Dan denk ik alleen maar: hoe lang nog tot mijn pensioen?

Liefs!