maandag 31 december 2012

De tafeltjesavond

Vorige week schreef ik al drie tips over het voorbereiden van een tafeltjesavond. Vandaag geef ik drie tips over de gesprekken zelf.

Tip 1: Begin met een compliment
Ik had deze tip natuurlijk vorige week al genoemd, maar ik vind het de moeite waard om hem nog eens te noemen. Ik ben zelf gevoelig voor complimentjes (even serieus, ik kreeg op dinsdag 18 december een leuke compliment over mijn make-up en ik ben er nog steeds blij mee), leerlingen zijn er gevoelig voor en ja, ook ouders vinden het vast niet erg om iets positiefs te horen over hun kind. Begin het gesprek dus met een leuke opmerking en dan komt de rest hopelijk helemaal goed.

Tip 2: Luisteren en incasseren
Veel ouders zijn helemaal niet zo moeilijk en bijna niemand komt naar een tafeltjesavond om herrie te schoppen. Ze vinden het al heel fijn als je naar hun verhaal wilt luisteren en een beetje knikken en af en toe een opmerking tussendoor doet al wonderen. Ook incasseren is een belangrijk puntje. Niet alle ouders komen even goed uit de verf, dus hier en daar zal er best een opmerking komen over jouw lesstijl of iets wat er mee te maken heeft. Ga niet meteen de aanval in, maar luister, incasseer en reageer daarna pas, mocht dit echt nodig zijn. Oost-Indisch doof spelen kan ook nog wel helpen. Doe alsof je die nare opmerking niet hebt gehoord en draai een beetje om de hete brei heen. Vraag de ouders wat zij graag van jou als docent verlangen en sluit een compromis. Je hele lesgeven veranderen is wel heel heftig, maar je kunt best af en toe het huiswerk controleren of een lastige huiswerkopgave klassikaal uitleggen.

Tip 3: Let op de structuur van het gesprek
Tijdens mijn opleiding leerde ik dat er vijf “fases” tijdens een oudergesprek zouden moeten zijn. Namelijk de volgende:
Fase 1: De opening
Dit is de verwelkoming, maar ook het moment waarop de inhoud of de aanleiding van het gesprek van het gesprek wordt aangegeven. De eventuele notities (de notities die de ouders kunnen invoeren tijdens het inplannen van een gesprek) van de voorbereiding kunnen erbij gehaald en kort besproken worden.
Fase 2: De oriëntatie
Tijdens deze tweede fase wordt er verder gekeken naar de aanleiding van het gesprek.
Fase 3: De uitdieping
Je gaat (samen met de ouders en eventueel de leerling) op zoek naar de achtergrond van het probleem. Je kunt de gemaakte repetities erbij halen, je kunt de cijfers erbij halen, de cijfers van de andere vakken of eventueel de voorgaande jaren en al het andere verzamelde materiaal. Ook vertellen de ouders soms hele nuttige dingen die je zelf nog niet wist, maar die best eens de oorzaak kunnen zijn van het knelpunt (faalangst, problemen thuis etc.).
Fase 4: De conclusie
Na de derde, lange fase volgt uiteraard de conclusie. In deze fase worden afspraken gemaakt, zoals een uurtje bijles om eens goed te kijken naar de probleemoplossing bij verhaaltjessommen (ik noem maar wat) of het produceren van extra materiaal voor iemand met rekenproblemen.
Fase 5: De afronding
Natuurlijk, als laatst, de afronding. Hierbij vat je nog even de gemaakte afspraken samen en je zorgt er ook bij de leerling voor dat de afspraak goed is begrepen.
Zorg er aan het eind van het gesprek – nadat de ouders weg zijn, maar voordat de volgende ouders weer aan je tafel staan – dat je deze afspraken zwart op wit zet. Op mijn werk worden deze afspraken ook nog eens doorgestuurd naar de afdelingsleider, maar ook als dat niet zou hoeven is het fijn om het even op een rijtje te zetten. Ik spreek uit ervaring (haha, één tafeltjesavond en ik spreek al uit ervaring…): na vijf ouders gezien te hebben weet je niet meer wat je met ouder 1 of 2 hebt afgesproken…

Liefs!

zaterdag 29 december 2012

Kerstvakantie 1/2


De kerstvakantie. Wat heb ik daar naar uitgekeken! De weken en de dagen telde ik af en nu zit de vakantie er voor de helft op. Wat een cliché, maar de week is echt voorbij gevlogen! Het eerste weekend waren we thuis bezig met schoonmaken, daarna vierde ik drie dagen kerst. Op kerstavond nodigde ik een deel van mijn (schoon)familie in mijn huis uit om te gourmetten en om elkaar wat cadeautjes te geven. Op eerste kerstdag ging ik naar mijn schoonfamilie en op de tweede dag waren we bij mijn familie. De dagen zijn snel gegaan, maar daar ben ik gelukkig wel blij mee. Voor alle drie de dagen heb ik dingen moeten koken, dus heel veel anders dan de keuken heb ik niet gezien.

Ik schrijf dit nu de dag na kerst en dit is het eerste moment dat ik me kan herinneren dat ik even rustig op de bank zit om een blog te schrijven en mijn tv-programma’s van de afgelopen dagen te kijken. Maar de rust is niet van lange duur. Straks doe ik de laatste boodschappen, ruim ik de koffer in en vanavond (donderdagavond dus) vertrek ik met de boot naar Engeland. ’s Morgens komen we aan en dan kunnen de dagen vol bezichtigingen en shoppen beginnen. Ik heb er enorm veel zin in en ik kan niet wachten tot het zo ver is!

Voor de tweede week van de vakantie heb ik (gelukkig) weinig plannen. Een tandartsbezoek, niets meer en niets minder. De andere 6,5 dag ga ik genieten, genieten en nog meer genieten. En dat natuurlijk in het gezelschap van crackers met light-smeerkaas en een groot glas water. Tja, 1 januari blijft 1 januari…

Liefs!

woensdag 26 december 2012

10 redenen om... blij te zijn dat kerst (bijna) voorbij is


Tweede kerstdag. Een dag waar ik lang naar heb uitgekeken (want: vanavond eten en cadeautjes met familie!), maar ik zou het ook niet erg vinden als deze dag snel voorbij gaat. Waarom? Lees even verder.

Mijn 10 redenen om blij te zijn dat kerst bijna voorbij is:
1. Met kerst (en de dagen ervoor en erna…) eet ik veel te veel, Ik weet niet meer waar mijn rem is en alle eetbare dingen die ik zie stop ik in mijn mond. Het wordt tijd dat die verleidelijke kerstpakketten de deur uit gaan en dat mijn drang om te snoepen verdwijnt!
2. Ik kan beginnen aan een lijstje met goede voornemens. Over een week is het al 2013 en ik heb nog niet nagedacht over alle dingen die ik moet beteren in mijn leven. Daar ga ik de komende dagen dus even goed over nadenken.
3. Londen! Morgen is het zo ver, dan vertrek ik per boot richting Engeland. Ik kijk er ontzettend naar uit. Even een paar dagen weg van de kerst-hectiek en al het andere.
4. Familiebezoekjes. Ik vind het leuk hoor, de hele familie langsgaan. Maar drie dagen achter elkaar non-stop (of bijna non-stop…) doorbrengen met de familie zonder een moment dat ik echt kan relaxen valt me zwaar. Het enige moment dat ik even “alleen” ben, is wanneer ik ’s avonds mijn bed in stap. Maar ja, dan doe ik niet heel veel anders dan slapen.
5. De afgelopen vier dagen heb ik weinig andere ruimtes van mijn huis gezien dan de keuken. Koken vind ik heerlijk, maar af en toe met een boek op de bank zitten of met een leuke kerstfilm zou ik wel een welkome afwisseling vinden!
6. Stress. Ik ben een enorme stresskip en dat is misschien wel te merken aan de komende punten op mijn lijstje. Ik stress vanwege het feit of de anderen mijn eten wel lekker vinden,
7. en omdat ik bang ben om ergens te laat te komen,
8. en omdat ik bang ben dat er iets gaat mislukken,
9. en omdat ik zo ontzettend druk bezig ben met allerlei handelingen tegelijk in de keuken dat ik constant het idee heb dat ik iets vergeet
10. en vanwege het feit dat ik heel slecht ben in gezelschappen en kerst is natuurlijk één groot gezelligheidsfeest. Slechte combinatie.

Gelukkig zijn er ook best wel leuke dingen aan de kerst hoor. Veel tijd doorbrengen met mijn vriend, cadeautjes, lekker eten, de gezellige sfeer van de lichtjes. Maar ik ben blij dat kerst maar twee (of drie, kerstavond meegerekend) duurt!

En dan nu even een blik werpen in de keuken. Misschien staat mijn hartige taart nu aan te branden. Aaaah, stress!

Liefs!

maandag 24 december 2012

Tafeltjesavond voorbereiden

Twee weken geleden had ik mijn eerste officiële tafeltjesavond. Stikzenuwachtig was ik. Mijn allereerste “echte” face-to-face-gesprekken met de ouders van de leerlingen. Wat als ze boos waren? Wat als ze gaan zeggen dat ik mijn manier van lesgeven moet veranderen? Wat als … (vul hier nog tien dingen in die mis kunnen gaan)?
Gelukkig ging het niet mis. Deels kwam dat gewoon doordat de ouders aardig waren, maar deels ook door mijn voorbereiding. In deze blog daarom mijn tips over hoe je je kunt voorbereiden op de tafeltjesavond.

Allereerst zal ik even vertellen hoe het bij “ons” in zijn werking gaat. De leerlingen krijgen – na de rapportvergaderingen – het rapport mee naar huis. De ouders krijgen bij het rapport een brief mee met daarin een beschrijving van hoe ze zich kunnen aanmelden voor de oudergesprekken. Dit gebeurt digitaal. De ouders kunnen aangeven met wie ze een gesprek willen, ze kunnen een tijdsindicatie doorgeven en (voor de docenten erg belangrijk) ze kunnen een notitie meesturen waarom ze een gesprek willen. Dit laatste is helaas niet verplicht.

Twee dagen voor de oudergesprekken ontving ik een lijstje in mijn postvak. Acht ouders, allemaal van leerlingen uit verschillende klassen. Dat vond ik al een hele geruststelling, want ik was al bang dat alle ouders van mijn 2havo-leerlingen op me af zouden stappen. Bij slechts drie van de acht stond een notitie. Het is in ieder geval iets…

En dan nu mijn tips voor het voorbereiden van een tafeltjesavond.

Tip 1: Breng de leerling in kaart
Dit is ongetwijfeld de belangrijkste stap, maar ook meteen de uitgebreidste. Dat komt omdat hier heel veel dingen onder vallen. Ik heb een notitieboekje gebruikt waarin ik per bladzijde één leerling noteerde. In dit boekje schreef ik de werkhouding in de klas, het gedrag ten opzichte van anderen maar ook of hij/zij opvalt in de klas. Ook noteerde ik hier de (eventuele) vraag van de ouders en probeerde ik hier alvast antwoord op te geven. Eén van de vragen was bijvoorbeeld wat de knelpunten van de leerling waren en hoe deze punten aangepakt kunnen worden. Dit kun je natuurlijk ter plekke in het gesprek bepalen, maar je kunt ook van tevoren bij iedereen (je weet maar nooit waar het goed voor kan zijn) opschrijven waar het mis gaat. Bij deze leerling was het rekenen een struikelblok. De proefwerken over de rekenhoofdstukken maakte hij dramatisch, de meetkundige repetities gingen een stuk beter.
Het is ook goed om eens de andere (rapport)cijfers van de leerlingen erbij te halen. Scoort een leerling alleen voor jouw vak slecht of is het over de hele linie beroerd? Bij leerlingen die ook andere soortgelijke vakken hebben, bij mij vakken als natuurkunde, kan het ook nog uitmaken. Zo kun je zien of de leerling gewoon een typische alpha-leerling is of dat de leerling gewoon moeite heeft met wiskunde alleen.

Tip 2: Verzamel je hele administratie (en neem deze mee)
Op mijn tafeltjesavond had ik een laptop ter beschikking, maar toch heb ik alle mogelijke cijferlijsten uitgedraaid. Ook houd ik tijdens elk trimester bij wie welke spullen niet bij zich heeft of wie het huiswerk niet heeft gemaakt. Mocht heb gesprek een beetje stilvallen, dan kun je het hier altijd nog hebben, op een positieve of een minder positieve manier. (“Maar mevrouw, ik zie dat uw zoon het huiswerk ook niet heel vaak af heeft. Als hij hier eerst iets aan gaat verbeteren, dan zie ik daarna wel of hij in aanmerking komt voor bijles vanuit school.”)

Tip 3: Zorg dat je wat positiefs te melden hebt
Het klinkt zo simpel, maar bij sommige leerlingen is het nog best lastig om iets positiefs te verzinnen. Ik heb bijvoorbeeld één leerling die altijd onderuitgezakt zit, nooit (!) zijn boeken bij zich heeft, zijn huiswerk pas een paar keer (als het vijf keer is, is het al veel) heeft gemaakt tijdens het schooljaar, en hele slechte cijfers haalt, ondanks dat hij het jaar nu al voor de tweede keer doet. Als zijn moeder tegenover me zou zitten, zou ik niet verder kunnen komen dan “wat een leuk kapsel heeft uw zoon”, of iets anders onbenulligs. Toch wordt het vaak aangeraden om een tafeltjesavondgesprek te openen met een leuk compliment over de leerling. “Om de ouders een beetje in te palmen,” zei een collega vlak voor de avond tegen me. “En daarna kun je hun kind zo hard de grond in trappen als je wilt, maar probeer ook te eindigen met een compliment.” Dat laatste was overigens niet heel serieus bedoeld. ;-)

Volgende keer mijn tips voor de oudergesprekken zelf.

Liefs!

zaterdag 22 december 2012

Dagboek: De activiteitenweek (en tevens de laatste lesweek van het jaar) (#16)

Ik vraag me wel eens af of ik de enige ben die van vakantie naar vakantie leeft. Het is niet zo dat ik elke ochtend denk: zo, nog 17 werkdagen te gaan. Maar ik zit er wel bijna tegenaan.
De afgelopen week gingen er dit soort gedachten in mijn hoofd rond:
-       Dit is de laatste les aan de brugklas voor dit schooljaar.
-       Het laatste ritje met de trein van dit schooljaar.
-       Dit is de laatste dinsdag van het schooljaar.
-       Wow, de laatste pauze van het schooljaar!
-       De laatste keer achter de computer van het schooljaar.
-       De laatste lesweek van het schooljaar! (Deze gedachte ging zo ongeveer elke dag tien keer door mijn hoofd…)
En zo kan ik de lijst nog wel even aanvullen.

Gelukkig was het wel een leuke week, namelijk een week vol activiteiten, die zo voorbij vloog. Daar hou ik van!

Op maandag had ik de kortste werkdag sinds ik me kan herinneren. Het eerste en het derde uur gaf ik les aan mijn twee brugklassen en daarna kon ik naar huis. Nog voor twaalf uur was ik thuis en om twee uur had ik alles al gedaan wat ik moest doen (dokter, boodschappen en nog wat van die dingen).
Leuk detail van de maandag: ik kwam de personeelskamer in en alle tafels stonden volgestapeld met kerstpakketten. :)

Op dinsdag mocht ik uitslapen tot 10.00 uur en dat was heerlijk. Hoewel ik eerder wakker was, ben ik wel echt tot die tijd blijven liggen (hé, als het een keer kan, dan moet ik er van genieten!). Rond een uur of elf vertrok ik naar het station en ruim op tijd kwam ik op mijn werk aan. ’s Middags stond mijn eerste activiteit gepland, namelijk helpen om een toneelstuk in elkaar zetten. Ik ben totaal niet creatief en ineens moest ik met naald en draad werken, moest ik knippen en plakken en al die andere gekkigheid. Ik ben blij dat ik geen docent handvaardigheid ben, want de leerlingen moesten vaker mij helpen dan ik hen, maar voor één keer in het schooljaar is het best leuk.

Woensdag was ik vrij. Dit zinnetje begint een beetje saai te worden…

Donderdag gaf ik mijn laatste les van het schooljaar (weer zo’n gedachte!). Ik zag meteen dat de leerlingen er weinig zin meer in hadden en ik gaf ze groot gelijk. De eerste helft van de les heb ik wel iets nuttigs gedaan. Daarna heb ik de leerlingen met elkaar laten kletsen en heb ik zelf met twee jongens uit de klas de hotspots van Londen besproken. Als ik daar volgende week zit (zin in, zin in, zin in!!!) dan moet ik toch wel weten wat ik ga bezoeken!
’s Middags stond er nog een oersaai tripje naar het museum op de planning. Als ik ergens niet van hou, dan is het van musea. Anderhalf uur heb ik door de gangen gedwaald, maar erg leuk was het niet. Het is dat ik er voor betaald krijg, maar anders…

Eindelijk was het dan zover. Vrijdag was mijn laatste werkdag van 2012 en ik had er enorm veel zin in. Ik deed een kerstontbijt met één van mijn brugklassen en alles was helemaal georganiseerd, iedereen zou iets meenemen, van plastic mesjes tot servetten en van zelfgebakken cupcakes tot meegebracht vleeswaren en ander broodbeleg. Maar om iets voor 9 uur (de starttijd van het ontbijt) bleek het al lekker mis te gaan. Zo’n beetje het belangrijkste (de plastic mesjes) waren niet meegebracht, dus ik stuurde nog even snel wat jongens naar de supermarkt. Tja, en die zat ineens heel ver weg. Het duurde bijna een half uur voordat ze terug waren en dus ook voordat wij konden beginnen met het kerstontbijt. Daarbij had ik het stomme idee om niet al te moeilijk te doen over mobiele telefoon, waardoor de halve klas Hill Climb Racing zat te spelen op zijn (ja, het waren vrijwel alle jongens) telefoon. Daarbij deed YouTube het nauwelijks, dus elk kerstliedje stond na tien tot maximaal vijftien seconden stil.
Gelukkig was het eten wel heerlijk en kan ik nu eindelijk genieten van mijn (vind ik) welverdiende vakantie.

De komende twee zaterdagen geen dagboekverhalen, maar iets vervangends. Ik zie het nog wel!

Liefs!

woensdag 19 december 2012

Tip: Koninginnen en krengen

Het is bijna een spel geworden om het boekje vol tips op een willekeurige pagina te openen en daar de meest interessante tip vandaan te plukken. Vandaag kwam ik terecht in hoofdstuk 17, genaamd “Koninginnen en krengen”. Wat moet ik daar nou mee? dacht ik in eerste instantie. Maar na het lezen van de introductie werd het me al snel duidelijk.

Vandaag kijk ik dan ook niet verder dan de tips uit het hoofdstuk (die komen later wel, er staan hele interessante tussen!), maar ik kijk alleen naar het beginstuk. Want ook daar staat een heleboel informatie in. Ik citeer:

Met één blik kunnen meiden een ander vermorzelen. Wat zij doen, wordt vaak afgedaan als iets wat nu eenmaal bij meiden hoort. Maar het koninginnengedrag en de meidenintimidatie maken de klas tot een onveilige leeromgeving. Volwassenen hebben meestal geen idee wat er zich in alle subtiliteit afspeelt. Wat kun je eraan doen?

Deze inleiding wordt gevolgd door tien tips. Ik heb ze niet allemaal gelezen, maar ik kan best bedenken wat voor tips er tussen kunnen staan. Zoals dat je dit soort gedrag serieus moet nemen, dat je het met de leerlingen moet bespreken, dat ook de ouders erbij gehaald moeten worden etc. Gelukkig zijn het dingen die ontzettend voor de hand liggen, want het is inderdaad heel belangrijk dat dit gedrag aangepakt gaat worden.

Laatst schreef ik al een blog over pesten. Het koninginnengedrag, waar ze het in dit hoofdstuk over hebben, is één van de manieren om elkaar te pesten. Zoals de naam al doet vermoeden gebeurt dit een stuk vaker bij meisjes dan bij jongens. Waar de jongens elkaar open en bloot pesten door fysiek geweld te gebruiken, zijn de dames een stuk stiekemer. Een briefje dat door de klas gaat, het buitensluiten van klasgenoten en het rollen met de ogen zodra er iets “verkeerds” gezegd wordt. Voor de docenten is het haast niet op te merken, maar de leerling die gepest wordt merkt er wel degelijk iets van. Het gefluister om zich heen, het gegrinnik op de achtergrond zodra de leerling iets zegt of het ik-wil-niet-met-hem/haar-in-een-groepje.

Het is ontzettend belangrijk als je dit gedrag kunt stoppen, maar het voorkomen is natuurlijk nog beter. Daarom geven ze in dit hoofdstuk niet alleen tips om het gedrag te “genezen”, maar geven ze ook een tip hoe je dit gedrag tegen kunt gaan. Benieuwd? Lees dan mijn blog over twee drie weken nog eens!

Liefs!

dinsdag 18 december 2012

Thuisonderwijs


Thuisonderwijs, wat vind ik daar nu van? Ik had er nooit eerder bewust over nagedacht tot ik het nieuws deze avond zag. Ik keek even verder op het internet en ik kwam er achter dat thuisonderwijs meer voorkomt dan ik dacht. Het is niet precies te meten, maar naar schatting zijn dit 200 tot 2000 leerlingen. Naar mijn mening zijn dat er nog steeds 200 tot 2000 te veel.

Ik ben er heel stellig in: thuisonderwijs vind ik helemaal niets. Ik kan me moeilijk verplaatsen in ouders die denken dat het beter is voor het kind om thuisonderwijs te krijgen. Misschien denk ik wel te zwart/wit en zijn er genoeg redenen om een kind liever thuis wat kennis bij te brengen dan dit op een school te laten doen. Pesten bijvoorbeeld. En ergens snap ik het ook best dat de moeder van Tom haar zoon thuis wil houden. Ze hebben een andere levensstijl dan “de doorsnee Nederlander” en het zou zomaar kunnen dat Tom daarom gepest zal gaan worden. Maar wat als iedereen zo zou denken? “Sorry, ik stuur mijn zoon niet meer naar school. Hij heeft rood haar en ik wil niet dat hij daarom gepest wordt.” of “Nee, mijn dochter kan echt niet meer naar school. Ze stottert en weet je… Het zou gewoon heel vervelend zijn als anderen haar daarom gaan pesten.”

Natuurlijk is dat niet de enige reden dat ze haar zoon niet meer naar school stuurt. Op school wordt ongezond eten geconsumeerd en dat zou een negatieve invloed kunnen hebben op het eetgedrag van Tom. Natuurlijk is het zo dat leerlingen (af en toe) ongezond eten. Een twix als lunch en een coca cola of een blikje energydrank om het weg te spoelen. Maar hé, zoiets is toch bijna niet te voorkomen? Het zijn tieners, je kunt ze niet verbieden om af en toe wat lekkers te eten of te drinken. Ik heb ook wel eens dagen dat ik leef op kruidnoten en marsepein, maar ik heb niet het idee dat ik daar veel slechter op ben geworden. Oké, ik draag dagelijks wat extra pondjes met me mee, maar met mij zijn er honderden (honderdduizenden…) Nederlanders die dat ook doen.

Waarom ik tegen thuisonderwijs ben? Je mist als een tiener een heleboeldingen die alle andere leeftijdsgenoten wel hebben. Ik noem maar wat: leren samenwerken, leren om dingen te delen, communicatievaardigheden, het aangaan van vriendschappen en natuurlijk de gezelligheid voor, tijdens en na de lessen. Ik had voor geen goud mijn middelbare school-periode willen missen en ik weet zeker dat er heel veel anderen zijn die deze tijd ook als de mooiste tijd van hun leven hebben ervaren. Daarbij is het natuurlijk nog maar de vraag of een vader of moeder genoeg kennis heeft wat betreft alle schoolvakken om de kennis op de juiste manier over te brengen op het kind.

Maar ach, wie ben ik?

Liefs!

maandag 17 december 2012

Stiltemoment


Vroeger – zeg maar gerust tot een jaar geleden – dacht ik dat orde houden inhield dat het doodstil was in de klas. Pas na het eerste lesbezoek van dit jaar weet ik dat orde houden iets heel anders is. Vorige week sprak mijn begeleidster me daar nog op aan. “Weet je nog, Elseline, dat je na de les zei dat je het te druk vond? Ik vond dat totaal niet. Iedereen was aan het werk en inderdaad, er werd wel gepraat tijdens de les, maar op die momenten waren de leerlingen met elkaar aan het overleggen.”

Sinds ik heb geaccepteerd dat de leerlingen niet vijftig minuten lang stil kunnen zijn en dat er in mijn les best gepraat mag worden, is het een stuk luidruchtiger in het lokaal. En dat vind ik prima. Een jaar terug zou ik gillend gek zijn geworden, maar nu weet ik dat in 90% van de gevallen de gesprekken over de opgaven gaan. De leerlingen overleggen, helpen elkaar of hebben het op een andere manier over wiskunde. Waarom zou ik de spelbreker zijn om dat te stoppen? Als de leerlingen niet met elkaar zouden overleggen, zou iedereen met zijn of haar vragen naar mij toe komen en dat bezorgt mij alleen maar extra werk. Ik vind het prima zo!

Toch zijn er wel momenten dat het – naar mijn idee – te druk wordt in het lokaal. Ik zeg er dan ook wel iets van (“Jullie mogen best met elkaar praten, maar doe het iets zachter”) en vaak helpt het. Helaas niet altijd. Ik merk dat ik de laatste tijd steeds weer hetzelfde reageer op dat soort momenten. Ik vraag even de aandacht van de klas, zeg tegen ze dat ze vijf minuten lang in stilte moeten werken – en daarbij geef ik ook de exacte eindtijd – en dus ook niet met elkaar mogen overleggen. Alle vragen die ze hebben schrijven ze op of onthouden ze in hun hoofd en zodra de vijf minuten voorbij zijn mogen ze weer overleggen of de vragen aan mij stellen. Ondertussen werken ze verder aan de volgende opgaven.

En zo’n stiltemoment is heerlijk. Ik merk dat tijdens zo’n stilte echt iedereen aan het werk gaat en dat de meeste vragen al vanzelf worden beantwoord doordat de leerlingen de opgave nog eens maken en daarna nog eens. Ook de leerlingen die vaak worden afgeleid door hun klasgenoten vinden zo’n rustmoment in de les fijn. Er zijn namelijk in elke klas wel een paar leerlingen die me vragen of het wat zachter kan, omdat ze zich anders niet kunnen concentreren. (Respect voor dat soort leerlingen trouwens!) Als iedereen rustig aan het werk is, kijkt zo’n leerling me aan, steekt zijn duim op/glimlacht naar me en op zo’n moment weet ik weer waar ik het voor doe. Die vijf minuten zijn niet alleen prettig voor mezelf, maar ook voor de leerlingen.

Als de vijf minuten voorbij zijn, laat ik dat niet merken. Iedereen zou op die leeftijd moeten kunnen klokkijken en aangezien ik van tevoren de eindtijd erbij zeg, vind ik dat de leerlingen aan het eind van die minuten zelf mogen bepalen of ze weer gaan praten of niet. Vaak blijven de leerlingen uit zichzelf rustig en als ze toch iets willen vragen, doen ze dit fluisterend aan hun buurman/buurvrouw. Heerlijk, zo’n momentje!

Liefs!

zaterdag 15 december 2012

Dagboek: Bijna vakantie! (#15)

Ook mijn vijftiende week als (beginnend) docent is een feit. Af en toe werd er nog flink gehoest, maar verder leek mijn griep verdwenen te zijn. Gelukkig maar, want mijn klassen vroegen een hoop energie van me.

Op maandag kon ik gelukkig nog even bijkomen. De toetsen die eigenlijk vorige week gepland stonden had ik verschoven naar deze dag, waardoor ik drie lesuren lang alleen maar op hoefde te letten of de leerlingen niet stiekem aan het afkijken waren.
Het zesde uur had ik mijn 2havo-klas. Af en toe weet ik gewoon niet meer wat ik met ze aan moet. Vooral als ik ze het zesde uur voor mijn neus krijg is er geen beginnen aan. Soms wil ik de moed opgeven, op andere dagen zie ik het juist als een uitdaging.

Bijvoorbeeld op dinsdag. Mijn dag begint dan juist met 2havo en tijdens het eerste uur doen ze gelukkig wel altijd (voor hun doen) goed mee. Tijdens dat soort uren probeer ik de lastige stukken theorie te plannen, omdat hun spanningsboog dan wat langer is. Ik kan dan niet alleen langer uitleggen, maar de leerlingen doen ook actiever mee. Ze stellen vragen, schrijven de aantekeningen over etc. Over hun werkhouding tijdens de resterende lestijd valt nog wel het één en ander te zeggen, maar dat is latere zorg.

Woensdag had ik weer geen vrije dag. De ochtend wel, maar ’s middags zat ik weer in de trein richting mijn werk. TAFELTJESAVOND. En waarom met grote letters? Om de grootte van mijn zenuwen aan te geven. Wow, wat was dat eng. Mijn allereerste ouderavond waarbij ik echt zelf het woord moest doen. Halleluja. Hier ga ik nog veel meer over schrijven, dus mocht je geïnteresseerd zijn: houd mijn blog in de gaten.

Op donderdag had ik een doorsnee-dag. Mijn lessen verliepen goed, mijn vergaderingen waren zoals altijd en tussendoor heb ik nog wat lessen kunnen voorbereiden, wat verslagen kunnen typen over de tafeltjesavond en de andere dingen kunnen doen die bij het leven van een docent horen. Weinig over te zeggen, maar ik maak er geen bezwaar tegen als ik meer dan dit soort dagen krijg in de toekomst.

Vrijdag zat ik er een beetje doorheen. Mijn lessen van donderdag liepen zonder problemen, mijn lessen van vrijdag gingen minder goed. Ik kreeg de leerlingen met moeite rustig aan het werk en dat kwam mijn humeur niet altijd ten goede. Ik heb wat leerlingen op de gang gezet (ik ben zelfs per ongeluk vergeten om twee leerlingen terug te halen: pas na twintig minuten begonnen hun klasgenoten te vragen of de twee meisjes weer terug mochten komen), ik heb een paar keer mijn stem moeten verheffen en ik heb heel vaak een boze blik moeten werpen. Zucht!

En nu… weekend! Genieten, genieten en nog eens genieten. Volgende week staat er een activiteitenweek op het programma. Slechts drie lessen geven, een museumbezoekje en een kerstontbijt. Ik heb er zin in!

Liefs!

vrijdag 14 december 2012

Blog 100!


Vorige week bereikte ik met mijn blog mijn eerste mijlpaal: mijn blog bestond toen precies een half jaar. Vandaag is het zover: mijn honderdste blog is een feit! Dat betekent dat ik gemiddeld zo’n vier blogs per week online heb gezet en dat is toch meer dan mijn streefgetal.

Toen ik begon met mijn blog had ik totaal geen idee waar het toe zou leiden. Doe ik het puur voor mezelf of zijn er ook anderen die meelezen? Ga ik proberen er wat van te maken of ben ik het na vier weken al zat?

Ik ben nu zes maanden verder, dus ik kan er al wat meer over vertellen. Aan het aantal gepubliceerde reacties te zien heb ik het idee dat ik het voor mezelf doe. Tien reacties, waarvan de helft van mezelf, is niet veel. Toch heb ik daar geen problemen mee. Ik ben deze blog begonnen om dingen van me af te schrijven en om eens op een andere manier met mijn vak bezig te zijn. Als ik kijk naar het aantal pageviews op een dag heb ik toch het idee dat er meer mensen zijn die meelezen. Gemiddeld 60 tot 80 pageviews per dag, met uitschieters naar 40/dag, maar ook naar 160/dag. Dat is toch wel leuk om te zien.

En ja, ik probeer er ook daadwerkelijk iets van te maken. Na een paar weken was ik er nog totaal niet klaar mee en ook na 27 weken heb ik nog inspiratie genoeg. Nog elke dag maak ik in de les situaties mee waar ik absoluut iets over wil schrijven. Zo kan ik over vandaag alleen al tien blogs vullen en ook over de andere dagen van de week kan ik genoeg vertellen. Daarbij heb ik al mijn schoolboeken bewaard, dus wat betreft de informatieve blogs staat er ook nog genoeg in de wachtrij. Stoppen doe ik dus voorlopig nog niet.

Voor het tweede halfjaar heb ik geen bijzondere plannen. Ik ga in hetzelfde ritme door met schrijven, dus drie (of meer…) blogs per week. Wel hoop ik mijn “Documenten”-pagina meer aan te kunnen vullen. Dat is dus mijn goede voornemen voor 2013!

Liefs!

woensdag 12 december 2012

Tip: Schaam je niet (#10)

Mijn vorige tip is al weer een tijdje geleden, dus het werd tijd voor een nieuwe.

Geheel willekeurig sloeg ik het boekje van de Algemene Onderwijsbond open en ik kwam terecht op pagina 30. Dat zegt natuurlijk niet heel veel, maar de titel is iets veelzeggender. Seks. Ik kom het gelukkig niet heel vaak tegen tijdens mijn werk. Dan bedoel ik niet alleen fysiek (ik moet er niet aan denken dat ik twee leerlingen betrap, even snel aan iets anders denken!), maar ook de leerlingen hebben het er nog niet over. Toch maar even de tips lezen, mocht het een keer wel voorkomen!

Hoofdstuk 14, tip 1: Schaam je niet
Je hoeft niet heel ‘vrij’ te zijn om over seksualiteit te kunnen praten in de klas. Net als bij andere lessen gaat het om de inhoud en niet om jou. Ga met zelfvertrouwen voor de klas staan en schaam je niet. Als je verkrampt, kun je het beter aan een collega overlaten.

Ik neem zomaar de eerste tip van het hoofdstuk erbij, maar ik moet heel eerlijk zijn dat ik er niet heel veel mee kan. Ik denk ook dat het meer iets is voor een mentor of eventueel een biologiedocent. Zelf zou ik elk mogelijk onderwerp dat naar seks ruikt (figuurlijk!!!) zo snel mogelijk om willen buigen naar iets dat meer op iets anders lijkt.
Ten eerste ben ik niet de aangewezen persoon om met mijn leerlingen over zo’n onderwerp te praten. Ik vind de leerlingen er nog veel te jong voor (de meeste leerlingen zijn een jaar of 13, wat mij betreft mogen ze nog wel een paar jaar wachten).
Ten tweede houd ik er niet van om het daarover te hebben. Vroeger draaide ik al snel mijn hoofd om als het in een groepsgesprek om dit onderwerp ging en dat was dan in een privésituatie. Laat staan hoe ik me zal voelen als het op mijn werk hierover zal gaan…
En ten derde. Tja. Ik wil het niet. Ik ben niet aangenomen om met leerlingen over seks te praten, ik ben aangenomen om ze wat kennis op het gebied van wiskunde bij te brengen en ze hier en daar een beetje op te voeden. Maar de seksuele voorlichting ligt wat mij betreft in de handen van de mentor, de biologiedocent, de docent verzorging of nog beter: in de handen van de ouders. Nee, dit is niet aan mij besteed.

Maar ik wens de anderen alle geluk van de wereld als ze het hier wel graag over willen hebben met hun leerlingen.

Liefs!

maandag 10 december 2012

Activerende werkvorm: de leerlingen leggen uit


Deels omdat het tijd werd om weer eens een leuke werkvorm toe te passen en deels omdat het tijd werd om mijn 2havo-klas aan het werk te krijgen besloot ik een tijdje terug een activerende werkvorm in te zetten. Het was de laatste les voor het proefwerk en eigenlijk had ik alles uit het hoofdstuk wel behandeld. Tijd om te zien wat de leerlingen ervan hadden opgestoken.

Mijn 2havo-klas bestond oorspronkelijk uit 26 leerlingen, maar in de afgelopen weken zijn er al twee leerlingen overgestapt naar (ik citeer!) “een klas waarin ze wel gelukkig kunnen zijn”. Heel jammer natuurlijk, maar het voordeel is nu wel dat ik een ideaal aantal over heb om in groepjes te werken. Ik zette in mijn lokaal zes groepjes van vier tafels neer. De overige zes tafels liet ik in het midden van het lokaal staan en kon er mooi voor zorgen dat de groepjes niet te veel met elkaar konden praten.
De leerlingen gaf ik de opdracht om één of twee opgaven van de diagnostische toets te maken. Deze twee pagina’s achterin elk hoofdstuk bestaan uit herhalende sommen en deze kun je mooi voor zo’n werkvorm gebruiken. De leerlingen moesten de opdracht niet alleen maken, maar ook snappen. Dit heb ik wel een keer of tien benadrukt met daarbij de uitleg dat ik ze straks naar voren zou roepen om deze opdracht uit te leggen voor het bord. Ook vertelde ik dat ze vooral moesten samenwerken, zodat ook de zwakkere leerlingen de opgaven zouden begrijpen en konden uitleggen.
Ik heb de leerlingen een kwartier gegeven om deze opgaven te maken, te snappen en aan elkaar uit te leggen. Daarna haalde ik uit elk groepje één leerling naar voren. Zij deden een opgave voor op het bord, legden daarna uit wat ze hadden gedaan en daarna mochten de andere leerlingen vragen stellen. Het was nog best leuk om te zien dat er leerlingen serieuze vragen stelden en dat de leerling voor het bord ook het juiste antwoord wist te geven. Nu heb ik expres wel sterke leerlingen voor de klas gehaald, omdat ik niemand wilde laten afgaan, maar toen was het erg fijn om te zien.

Aan het eind van de les vroeg ik de leerlingen wat ze ervan vonden om een keer in groepjes te werken. Eén leerling gaf aan het begin van het jaar al aan dat hij graag in groepjes wilde zitten, omdat dat gezelliger was, maar vandaag merkte hij op dat het vooral ook leerzaam is. Dat was toch wel prettig om te horen. De overige 23 leerlingen waren iets minder enthousiast. Ik kan wel raden waarom. Aan de ene kant was het van 8.15 tot 8.55 en de leerlingen sliepen toen nog half. Aan de andere kant werden ze door deze werkvorm gedwongen om te werken. En dat is toch iets waar ze nog enorm aan moeten werken!

Maar weet je, ik probeer het de volgende keer gewoon weer en als er dan al vijf leerlingen enthousiast zijn, heb ik mijn volgende doel alvast bereikt!

Liefs!

zaterdag 8 december 2012

Dagboek: Ook docenten zijn wel eens ziek... (#14)

Vandaag hoort een feestdag te zijn (mijn blog bestaat vandaag precies een half jaar, jeeej!), maar in plaats daarvan lig ik ziek op te bank. Vorig weekend werd ik getroffen door een griepje en dat is de hele week niet echt weggeweest.
Op maandag en dinsdag heb ik gewoon gewerkt. Mijn stem was ver te zoeken en ik heb de leerlingen ook verteld dat ik geen zin had om te schreeuwen. Gelukkig werd dit redelijk begrepen en verliepen de lessen vrij goed.

Dinsdagavond voelde ik me steeds slechter. Ik was niet alleen aan het hoesten, maar ik werd ook ineens behoorlijk verkouden. Ik bleef maar niesen en mijn neus ophalen. Woensdag werd dit eigenlijk alleen maar erger. Woensdag zou eigenlijk een rustdag moeten zijn, maar in plaats daarvan was ik druk met heel mijn woonplaats door scooteren, van dokter naar ziekenhuis en weer terug.

Woensdagmiddag bereikte ik toch wel een dieptepunt, dus ik moest de knoop doorhakken: morgen werken of ziekmelden? Op aanraden heb ik daarom toch maar de school gebeld om te vertellen dat ik de volgende dag thuis zou blijven. Gelukkig begrepen ze dit.

Donderdagochtend begon meteen met enorme stress: mijn afwezigheid was niet meegenomen in de roosterwijzigingen, waardoor de leerlingen voor niets voor het lokaal stonden te wachten. Snel heb ik de school gebeld om nogmaals door te geven dat ik er niet ben. Blijkbaar was hij het vergeten door te geven bij de roostermakers…
Donderdag begon ik me gelukkig wel al wat beter te voelen, maar nog steeds zag ik het niet zitten om op vrijdag te werken. Hier zou ik met gemak een “10 redenen om vrijdag niet te werken”-blog voor kunnen schrijven. Ik heb nog steeds te weinig energie om vrolijk vier uur les te geven aan pubers, er was een enorme sneeuwstorm waardoor de treinen toch niet zouden rijden (of in ieder geval met heel veel vertraging, en uiteraard zouden die treinen dan zo vol zijn dat ik er niet meer bij zou passen, waardoor ik ook nog een half uur langer zou moeten wachten op de volgende trein en en en…), ik weet zeker dat als ik vrijdag weer had gewerkt dat ik vandaag weer doodziek zou zijn en zo kan ik nog wel genoeg andere redenen bedenken. Kortom, ook op vrijdag bleef ik thuis!

En dat was mijn week. Gelukkig kan ik er ook wel de voordelen van inzien. Ik houd niet van sneeuw, dus verplicht binnen blijven door de griep vind ik nu niet zo erg. Ik word maar één keer per jaar ziek, dus vanaf nu voel ik me weer een jaar kiplekker. De leerlingen vroegen wanneer ik een keer ziek zou zijn, want dan hadden ze een keer een tussenuur/eerste uur vrij, dus hen heb ik nu ook blijgemaakt…

En nu kruip ik weer even onder mijn dekbed!

Liefs!

woensdag 5 december 2012

10 redenen om… elke dag ruim een uur te vroeg op mijn werk te zijn


Toen ik gisterochtend voor de zoveelste keer werd begroet met een “Goedemorgen, vroege vogel” kreeg ik meteen een nieuw idee voor een lijstje. Namelijk de tien redenen waarom ik altijd zo vroeg op mijn werk ben.

Op dagen dat ik om 8.15 uur moet beginnen stap ik rond 7.15 uur het schoolgebouw binnen. Heel af en toe, als ik bij mijn vriend slaap en ik besluit met hem mee te rijden, kom ik zelfs al een half uur eerder aan. De lichten zijn dan nog uit, het hek zit nog dicht en het alarm staat er nog op. Op die momenten weet ik dat ik wel echt asociaal vroeg ben. Maar waarom? Lees hieronder mijn tien redenen om altijd zo vroeg op mijn werk te zijn.

Mijn tien redenen om elke dag ruim een uur te vroeg op mijn werk te zijn:
1. ’s Morgens vroeg is het nog rustig in de trein. Als ik de trein van kwart voor zeven neem, of de metro van kwart voor zeven als ik bij mijn vriend vandaan kom, is de kans groot op een lege stoel of bank. Noem me een lui varken, maar ik betaal voor een plek in het openbaar vervoer, dus dan wil ik hem hebben ook.
2. Het heeft wel iets om helemaal alleen in het donker over straat te lopen. ’s Avonds ben ik doodsbang, maar ik ben er van overtuigd dat het ’s morgens veiliger is op straat.
3. Ik begin enorm te stressen als ik ergens te laat dreig te komen en als ik ergens niet van houd, dan is het van stressen. Ik begin te trillen, in mijn hoofd maak ik allerlei smoesjes waarom ik te laat ben en ik ben opgefokt van hier tot Tokyo. Natuurlijk kom ik nooit te laat, maar de stress alleen al vind ik gewoon niet leuk.
4. Als ik van mijn huis naar mijn werk ga, neem ik de tram, de trein en een tweede trein. Stel dat mijn tram vertraging heeft, de eerste trein vertraging heeft en de tweede trein ook. Dan ben ik nog steeds op tijd!
5. Ik vind alle opmerkingen wel leuk die mijn collega’s maken. “Zo, heb je weer het licht aangedaan?” – “Ben je weer de deur uitgeschopt door je vriend?” – “Jij moet wel heel erg van je werk houden als je hier nu al zit.”
6. Doordat die opmerkingen ook wel eens gemaakt worden in het bijzijn van de rector van de school, krijgt hij meteen een positief beeld van me. Ik heb tenslotte nog geen vast contract en die wil ik wel errug graag krijgen!
7. Het heeft ook wel iets om in mijn eentje door de lege gangen van de school te lopen. Dan is het even alsof het gebouw van mij alleen is!
8. Heerlijk bijkomen met een kopje thee of koffie voordat er een drukke dag op het programma staat. Daar teken ik voor.
9. Geen gedring bij de toiletten, geen wachtrij voor het koffieautomaat, niemand staat in de weg bij mijn kluisje of postvakje… Fijn.
10. Het is ook een beetje luiheid. Als ik bij mijn vriend slaap kan ik kiezen: door hem naar de metrohalte gebracht worden of zelf 20 minuten lopen. Je raadt het al, ik rij liever mee!

Natuurlijk lig ik liever een uur langer in mijn bed, maar gezien de bovenste tien punten is het nu wel duidelijk waarom ik dat niet doe, lijkt me.

Liefs!

maandag 3 december 2012

De mobiele telefoon

Over schoolregels gesproken… De mobiele telefoon is ook zo iets. Op elke school worden daar harde regels over gemaakt. Op de ene school mag je de telefoon alleen buiten de lokalen gebruiken, op de andere school mag dit alleen buiten het gebouw. Er zijn zelfs scholen waar de mobiele telefoon niet eens naar binnen mag, maar waar de leerlingen de telefoon zelfs thuis moeten laten. Dat zijn nog eens harde eisen.

Ook op mijn werk zijn ze redelijk streng over de mobiele telefoon. Deze mag alleen in de aula en op het schoolplein zichtbaar zijn. Als de telefoon elders wordt gezien door de docenten is het aan de docent om deze direct af te pakken en ervoor te zorgen dat deze – in een envelop met naam en klas – bij de afdelingsleider terecht komt. Of dat nu in een leslokaal gebeurt of in de wandelgangen. Best streng, maar wel ontzettend fijn. Wat er vooral prettig aan is, is dat de leerlingen weten dat hun mobiel wordt afgepakt zodra deze in het zicht is van een docent. Ook weten ze de consequenties ervan: je blijft diezelfde middag twee uur langer op school.

In de weken dat ik nu aan het lesgeven ben heb ik slechts één keer een telefoon afgepakt van een leerling. En niet eens omdat hij stiekem onder zijn tafel met een telefoon zat te spelen, maar omdat hij heel uitbundig aan het filmen was in mijn lokaal. Toen ik zijn mobiel naar de afdelingsleider bracht, reageerde hij ook totaal niet verbaasd.

Tijdens de lessen denk ik nog wel eens een leerling te kunnen betrappen op het gebruik van de mobiele telefoon onder de tafel, maar zodra ik van iets dichterbij ga kijken, blijkt dat een rekenmachine te zijn. Ik vraag me dan wel eens af wat ze met een rekenmachine stiekem onder de tafel doen, maar daar zullen ze ongetwijfeld een goede reden voor hebben. Ook zie ik af en toe wel eens leerlingen op de gangen met hun telefoon staan. Op sommige momenten doe ik gewoon mijn oogkleppen op en doe ik alsof ik niets zie. Als ik wel in mijn “docentenbui” ben, dan spreek ik de leerlingen erop aan. Als het leerlingen zijn die ik ken, dan zou ik de telefoon afpakken, maar bij leerlingen die ik zelf niet heb, geef ik ze een waarschuwing.
“Het is dat ik zo aardig ben, maar de volgende keer pak ik hem gewoon af. Vertel wel even wat je naam is en in welke klas je zit, gewoon… voor de zekerheid.”
Ach, soms moet je gewoon even een goede indruk achterlaten bij de leerlingen!

Liefs!

zaterdag 1 december 2012

Dagboek: Hallo, trimester 2! (#13)

En weer een week voorbij. Inmiddels heb ik de dertiende lesweek van het schooljaar erop zitten en dat voelt heerlijk. De kerstvakantie is aan het naderen en het jaar gaat na de kerstvakantie altijd in een rap tempo. Dan komt de voorjaarsvakantie, de meivakantie, Pasen, Pinksteren en alle andere vrije dag en voor je het weet is het weer zomervakantie. Ik kijk er nu al naar uit! 
Daarnaast is ook nog eens het tweede trimester begonnen, wat betekent dat ik al op 1/3e van het schooljaar zit. Nog maar twee trimesters te gaan!

Maandag maakte ik iets raars mee bij mijn 2havo-klas. Vol goede moed ging ik naar de les. Na de gesprekken van vorige week hoopte ik dat het een stuk beter zou gaan vandaag. In het schoolsysteem zag ik dat er vijf leerlingen afwezig waren. Dat waren juist de leerlingen die altijd zo ontzettend druk met andere dingen zijn en zich totaal niet bezig houden met wiskunde. Tja, en als je met zo’n fijn gevoel de les in stapt, dan kan er weinig nog mis gaan. HAHA, grapje dus. Wat een les was dat. Er misten dan wel vijf leerlingen, maar de overigen waren tien keer zo druk. Ze liepen door het lokaal en bijna iedereen was met andere dingen bezig. De leerlingen die wel hun best deden stonden constant aan mijn bureau om vragen te stellen. Ik kon me natuurlijk totaal niet concentreren met twintig gillende kinderen op de achtergrond, dus ik heb mijn werk neergelegd. “Luister, als jullie niet aan het werk gaan, dan doe ik ook mijn werk niet. Vragen bewaar je maar voor een andere keer. Doe wat je wilt in deze les en zoek het maar uit. Dan ga ik ondertussen ook iets voor mezelf doen.” De rest van de les was het een puinhoop, maar het kon me niet heel veel schelen. Wat je accepteert, kun je namelijk loslaten!
 
Op dinsdag had ik gelukkig een betere dag. Mijn lessen verliepen goed, zelfs in 2havo, en om 12.00 uur was ik weer klaar. Ik heb nog wat blogs geschreven en lessen voorbereid en toen kon ik weer naar huis. Heerlijk, dat soort dagen!

Woensdag is mijn vrije dag, dat heb ik al (ruim) tien keer verteld. Maar helaas, ook op je vrije dagen moet je wel eens werken. Er stonden twee vergaderingen op het menu, beide een rapportvergadering over mijn brugklas. Toen ik op mijn werk aan kwam, zag ik dat de tafels in de personeelskamer vol stonden met marsepein en chocola. Op dat moment vond ik het helemaal niet zo erg om op mijn vrije dag naar mijn werk te gaan!

Op donderdag had ik een enorm spannende dag. Ten eerste stond er een werkvorm in de planning voor mijn 2havo-klas (daarover later meer). Dat is natuurlijk op zich al enorm spannend. Maar daarnaast had ik ook nog een lesbezoek gepland staan, wat me de vorige dag even tussen neus en lippen door verteld werd. Zenuwen! Gelukkig verliep mijn les beter dan normaal. Mijn nieuwe klas – waar iemand van de directie(!) kwam kijken – is normaal redelijk druk. Ik wist dan ook niet wat ik zag toen de leerlingen ineens allemaal braaf mee gingen doen met de les en dat ze écht allemaal aan het werk gingen toen ik dat tegen ze zei. Wauw. Deze les wordt nog besproken, dus ik ben benieuwd wat hij ervan vond.

Een dag die als een roes voorbij ging was de vrijdag. Ik gaf les aan de brugklassen, daarna nog een uurtje rekenen aan mijn 3havo-klas en daarna had ik nog twee rapportvergaderingen. Voor ik het wist was ik weer thuis en had ik weekend. En daar ga ik nu eens enorm van genieten!

Liefs!