Maandag had ik een fijne dag. Het was weliswaar een lange dag (van 8.00 tot 17.00) (dat is voor mij met mijn lesrooster een lange dag, ja!), maar met zoveel tussenuren merkte ik daar weinig van. Ik begon de dag met drie lesuren aan mijn brugklassen, eindigde de dag met twee rapportvergaderingen en tussendoor heb ik lessen voorbereid, blogs geschreven en net gedaan alsof ik het druk had.
Dinsdag zag mijn dag er heel anders uit. Om te beginnen: om half acht lag ik nog steeds in bed. Met al die vroege ochtenden waardeer ik het des te meer als ik uit mag slapen! Ik begon de dag om half elf, gaf aan mijn drie klassen een toets, had een korte pauze, een vergadering en om 14.00 uur zat mijn dag er al op. Van deze heerlijke dag had ik makkelijk een enorm dankbaarheidslijstje kunnen schrijven, maar toen ik thuis kwam uit mijn werk heb ik me op de bank genesteld met mijn nieuwe boek, een film en een deken. Vergeten!
Op woensdag schreef ik wel mijn dankbaarheidslijstje. Hierin is onder andere te lezen hoe druk ik het nog had op mijn vrije dag. Wat werk betreft lagen er drie toetsen te wachten om te worden nagekeken. Mijn brugklassen hadden de toets érg goed gemaakt, het SO-tje van 2havo was dramatisch. Maar dat is natuurlijk niets nieuws. Er waren leerlingen met 3 punten of minder (van de 21), terwijl de vragen bijna letterlijk uit het boek kwamen... Wat moet ik daar nu mee?
Donderdag kreeg ik/gaf ik het antwoord op die vraag. Iedereen kreeg 1 punt erbij op zijn cijfer en ik halveerde de weging. Het SO zou nu nauwelijks meetellen voor het laatste rapport, maar de leerlingen (en ouders) krijgen zo wel een signaal dat er iets moet veranderen.
Vrijdag was een behoorlijk slopende dag. Ondanks dat het goede vrijdag was, moest ik gewoon werken. Op zich geen probleem, maar de vorige avond vierde ik de verjaardag van mijn vriend. Laat mijn bed in, vroeg mijn bed uit en dan ook nog in combinatie met het volgende: helpen bij de paasviering (les, paasviering, les, paasviering, les (inclusief lokaalwisselingen door)), een crematie en nog eens de verjaardag van mijn vriend. Ik ben niet gemaakt om 19 uur achter elkaar wakker te blijven!
Gelukkig kon ik vandaag uitslapen! De rest van het weekend zit ook al aardig volgepland. Daarom ben ik blij met een extra vrije dag op maandag. :)
Liefs!
zaterdag 30 maart 2013
woensdag 27 maart 2013
Dankbaarheidslijstje #4
Het was tijd voor een
dankbaarheidslijstje op een eerdere dag in de week. Maandag vergat ik het,
dinsdag zat ik zo lekker met een dekentje op de bank dat ik geen zin had om
achter de computer te kruipen. Dus dan op woensdag!
… een dagje alleen. Ik vind het heerlijk dat mijn vriend nu praktisch bij me is ingetrokken, maar af en toe zo’n dagje alleen thuis zijn is wel fijn.
… mijn energie. Ik voel me af en toe een zak aardappelen, maar vandaag werd ik gelukkig met aardig wat energie wakker. Daar heb ik ook meteen gebruik van gemaakt. Ik schrijf deze blog terwijl de appeltaart in de oven staan (mmm!) en terwijl de wasmachine staat te draaien. De toetsen liggen op een stapel naast me klaar om nagekeken te worden en ook de emmer en de schoonmaakmiddelen staan al klaar!
… spotify. Ik wilde er eerst niet zo veel van weten. Vroeger draaide ik op mijn slaapkamer wel vaak muziek op mijn laptop, maar sinds ik alleen woon vind ik de rust ook wel heel fijn. Ik vergeet het ook eigenlijk altijd om de radio (of de tv) aan te zetten voor achtergrondgeluid. Maar als ik er wel aan denk, zoals nu, is het toch wel leuk om muziek aan te hebben!
… het cijfer dat één van mijn leerlingen heeft gehaald voor zijn toets. Ik heb tussen schrijven van deze blog door een toets nagekeken, want ik bedacht me ineens dat ik had beloofd om aan het eind van de middag de cijfers op internet te zetten. Deze jongen haalt altijd vijfjes en met moeite een zes. Voor zijn toets van gisteren heeft hij een 8,1 gehaald! Ik heb hem meteen een mailtje gestuurd. :-)
Vandaag, 27 maart 2013, ben
ik dankbaar voor/ben ik blij met…
… het weer! Hallo zonnetje!
De zonnestralen schenen al fijn bij me naar binnen vanochtend en ook het
fietsen naar het winkelcentrum vanochtend was een stuk aangenamer dan normaal.
Hopelijk blijft het zo. Maar dat weet je in Nederland natuurlijk nooit!
… mijn vrije dag. Mijn
vorige vrije dagen waren gewoon ‘fijn’. Maar vandaag had ik een dagje vrij echt
nódig! Waarom? Mijn to do-list is enorm vandaag. Winkelcentrum voor boodschappen en spulletjes voor de verjaardag van
mijn vriend morgen, drie toetsen nakijken, twee taarten bakken, bed verschonen,
twee wasjes draaien, was ophangen, was opvouwen, badkamer schoonmaken, woonkamer
opruimen en schoonmaken, (…). Maar ik klaag niet, want – op het schoonmaken
na – zijn het best leuke dingen!… een dagje alleen. Ik vind het heerlijk dat mijn vriend nu praktisch bij me is ingetrokken, maar af en toe zo’n dagje alleen thuis zijn is wel fijn.
… mijn energie. Ik voel me af en toe een zak aardappelen, maar vandaag werd ik gelukkig met aardig wat energie wakker. Daar heb ik ook meteen gebruik van gemaakt. Ik schrijf deze blog terwijl de appeltaart in de oven staan (mmm!) en terwijl de wasmachine staat te draaien. De toetsen liggen op een stapel naast me klaar om nagekeken te worden en ook de emmer en de schoonmaakmiddelen staan al klaar!
… spotify. Ik wilde er eerst niet zo veel van weten. Vroeger draaide ik op mijn slaapkamer wel vaak muziek op mijn laptop, maar sinds ik alleen woon vind ik de rust ook wel heel fijn. Ik vergeet het ook eigenlijk altijd om de radio (of de tv) aan te zetten voor achtergrondgeluid. Maar als ik er wel aan denk, zoals nu, is het toch wel leuk om muziek aan te hebben!
… het cijfer dat één van mijn leerlingen heeft gehaald voor zijn toets. Ik heb tussen schrijven van deze blog door een toets nagekeken, want ik bedacht me ineens dat ik had beloofd om aan het eind van de middag de cijfers op internet te zetten. Deze jongen haalt altijd vijfjes en met moeite een zes. Voor zijn toets van gisteren heeft hij een 8,1 gehaald! Ik heb hem meteen een mailtje gestuurd. :-)
Ik zet alvast in mijn
agenda dat mijn volgende dankbaarheidslijstje a.s. dinsdag geschreven gaat
worden!
Liefs!
10 redenen om... door te gaan met bloggen
Er zijn best wel een paar redenen waarom ik zou willen
stoppen met mijn blog. Nee, grapje. Er is er maar één. Ik vind het jammer dat
ik zo weinig pageviews heb/reacties krijg. Ik hoor anderen over ruim 10.000
pageviews per dag, dagelijks 2000 unieke bezoekers, honderd(en) reacties op
slechts één blogpost. En ik moet het (nu) doen met gemiddeld 100 pageviews per
dag en 14 reacties waarvan 7 van mezelf
in bijna één jaar tijd. Het aantal unieke bezoekers kan ik niet zien, dus het
zou ook nog eens kunnen dat er één mafkees is die elke dag 100 keer mijn blog
opnieuw opstart. Eh… Tja.
2. Het lijkt me ontzettend leuk om over een jaar, of twee/drie/vier… jaar, terug te kijken op mijn blog om te lezen hoe het lesgeven me afging in het eerste jaar.
3. Misschien zijn er wel echt honderd verschillende mensen per dag die mijn blog lezen en die het ook echt daadwerkelijk leuk vinden om te lezen hoe leuk mijn dag was of hoe erg ik heb gefaald. Of om te lezen welke tips ik op mijn site zet. Of andere nuttige dingen. Ik vind het zelf altijd heel jammer dat een blog ermee stopt, dus ik denk dat anderen datzelfde gevoel wel zullen hebben.
4. Voor zover ik weet is er geen andere blog van een andere docent die zo up-to-date is als mijn blog. Tijdens het google’en kom ik wel eens op blogs waar de laatste post in de prehistorie online is gezet. Jammer…
5. Ik heb het magische getal van 100 blogs bereikt. Ik wil nu gaan voor de 200 blogs, want dat is niet heel ver weg meer. Dan daarna de 250, 300 en natuurlijk 333 voor het eind van het kalenderjaar.
6. Schrijven is leuk! Het maakt me ook negen van de tien keer niet meer uit dat er zo weinig reacties binnenkomen. Alleen al het feit dat ik drie blogs per week mag schrijven vind ik superleuk!
7. Bloggen over lesgeven is weer eens iets anders. Een gat in de markt, of zo. Er zijn zoveel blogs over beauty, lifestyle, eten… Ik ga vrijwel altijd mee met de menigte, maar omdat ik niet zo van de beauty/fashion ben, was de keuze snel gemaakt.
8. Het geeft iets extra leuks aan het lesgeven. Lesgeven vind ik leuk, schrijven vind ik leuk en nu mag ik het combineren! Het is totaal anders dan het schrijven van een portfolio (wat ik overigens ook een prima tijdverdrijf vond). Mijn blog wordt niet beoordeeld, ik krijg hier geen cijfer voor, mijn diploma hangt hier niet van af… Ik kan gewoon schrijven wat ik wil zonder dat er een rode streep doorheen komt te staan.
9. Sinds ik ben gaan schrijven over het lesgeven ben ik het lesgeven zelf leuker gaan vinden. Toen ik bijvoorbeeld in de zomervakantie blogs schreef over het lesgeven en de tips uit het boekje las, kreeg ik echt de kriebels om weer voor de klas te staan. Terwijl ik toch echt vele malen liever vakantie heb dan dat ik werk….
10. Het schrijven over het onderwijs is ontzettend leerzaam. Om ideeën op te doen voor blogs kijk ik wel eens in mijn portfolio dat ik schreef voor mijn afstuderen. Ik haal informatie uit mijn scripties. Ik blader mijn studieboeken wel eens door. Ik bekijk mijn lessen op een andere manier, omdat ik bijvoorbeeld op een lesgedeelte wil inzoomen. En soms, heel soms!, lees ik het tijdschrift van de Algemene Onderwijsbond. Het blad ligt eens in de zoveel tijd op mijn deurmat en eigenlijk gooi ik hem altijd direct in mijn mand met tijdschriften die ik ooit nog moet lezen. Maar stiekem staan er hele interessante dingen in!
Maar gelukkig zijn er (ruim) tien redenen om gewoon door te
gaan met mijn blog! Hier komen ze.
1. Ik ben in eerste instantie begonnen met mijn blog om van
alles van me af te kunnen schrijven. En echt waar, het werkt perfect. Ik heb
nauwelijks dagen dat ik het even niet meer zie zitten en volgens mij heb ik nog
niet één keer serieus gedacht om een carrièreswitch te maken. Top!2. Het lijkt me ontzettend leuk om over een jaar, of twee/drie/vier… jaar, terug te kijken op mijn blog om te lezen hoe het lesgeven me afging in het eerste jaar.
3. Misschien zijn er wel echt honderd verschillende mensen per dag die mijn blog lezen en die het ook echt daadwerkelijk leuk vinden om te lezen hoe leuk mijn dag was of hoe erg ik heb gefaald. Of om te lezen welke tips ik op mijn site zet. Of andere nuttige dingen. Ik vind het zelf altijd heel jammer dat een blog ermee stopt, dus ik denk dat anderen datzelfde gevoel wel zullen hebben.
4. Voor zover ik weet is er geen andere blog van een andere docent die zo up-to-date is als mijn blog. Tijdens het google’en kom ik wel eens op blogs waar de laatste post in de prehistorie online is gezet. Jammer…
5. Ik heb het magische getal van 100 blogs bereikt. Ik wil nu gaan voor de 200 blogs, want dat is niet heel ver weg meer. Dan daarna de 250, 300 en natuurlijk 333 voor het eind van het kalenderjaar.
6. Schrijven is leuk! Het maakt me ook negen van de tien keer niet meer uit dat er zo weinig reacties binnenkomen. Alleen al het feit dat ik drie blogs per week mag schrijven vind ik superleuk!
7. Bloggen over lesgeven is weer eens iets anders. Een gat in de markt, of zo. Er zijn zoveel blogs over beauty, lifestyle, eten… Ik ga vrijwel altijd mee met de menigte, maar omdat ik niet zo van de beauty/fashion ben, was de keuze snel gemaakt.
8. Het geeft iets extra leuks aan het lesgeven. Lesgeven vind ik leuk, schrijven vind ik leuk en nu mag ik het combineren! Het is totaal anders dan het schrijven van een portfolio (wat ik overigens ook een prima tijdverdrijf vond). Mijn blog wordt niet beoordeeld, ik krijg hier geen cijfer voor, mijn diploma hangt hier niet van af… Ik kan gewoon schrijven wat ik wil zonder dat er een rode streep doorheen komt te staan.
9. Sinds ik ben gaan schrijven over het lesgeven ben ik het lesgeven zelf leuker gaan vinden. Toen ik bijvoorbeeld in de zomervakantie blogs schreef over het lesgeven en de tips uit het boekje las, kreeg ik echt de kriebels om weer voor de klas te staan. Terwijl ik toch echt vele malen liever vakantie heb dan dat ik werk….
10. Het schrijven over het onderwijs is ontzettend leerzaam. Om ideeën op te doen voor blogs kijk ik wel eens in mijn portfolio dat ik schreef voor mijn afstuderen. Ik haal informatie uit mijn scripties. Ik blader mijn studieboeken wel eens door. Ik bekijk mijn lessen op een andere manier, omdat ik bijvoorbeeld op een lesgedeelte wil inzoomen. En soms, heel soms!, lees ik het tijdschrift van de Algemene Onderwijsbond. Het blad ligt eens in de zoveel tijd op mijn deurmat en eigenlijk gooi ik hem altijd direct in mijn mand met tijdschriften die ik ooit nog moet lezen. Maar stiekem staan er hele interessante dingen in!
Er zijn zoveel meer redenen waarom ik door wil gaan, maar
deze serie heet nu eenmaal “10 redenen…”. Voorlopig stop ik dus niet. Ik heb
ideeën genoeg om nog zeker twee jaar door te schrijven. Ja, echt waar. Nu maar
hopen dat ik volgend jaar mag blijven op mijn werk. :)
Liefs!
dinsdag 26 maart 2013
Aan het denken
Sommige uitspraken zetten me enorm aan het
denken. Eén van de uitspraken vond plaats tijdens de afgelopen studiedag.
De dag stond in het teken van passend onderwijs.
Een docent en tevens moeder van een zoon
met autisme was aan het woord. "Wat veel collega's niet beseffen is dat de
aandoening (???) thuis gewoon doorgaat. Als jullie klaar zijn met werken zetten
jullie alle leerlingen met dit soort aandoeningen (?) van jullie af. Maar voor
mij begint het dan pas."
Het raakte me. Heel af en toe vroeg ik me
af hoe "dat soort leerlingen" (sorry voor de woordkeuze) thuis zijn.
Luisteren ze ook zo slecht? Gaan ze ook tegen de regels in? Blijkbaar dus wel.
En gelukkig kennen de ouders de gebruiksaanwijzingen van hun kinderen na zo'n
twaalf jaar wel, maar het blijft lastig. De kinderen zullen altijd anders
reageren dan kinderen die bijvoorbeeld niet autistisch zijn. Daarbij komt ook
nog de puberteit om de hoek kijken, wat het extra lastig maakt.
Ik heb na dit verhaal diep respect gekregen
voor deze collega, en voor alle andere ouders met dit soort kinderen. Ik doe
het hen zeker niet na. Want waar ik vier uur per week met een leerling worstel,
doen zij het zeker tien uur per dag!
Liefs!
maandag 25 maart 2013
Studiedag: passend onderwijs
Een typisch voorbeeld van wat er gebeurt als ik iets niet op
een to do-lijst zet. Ik wilde een blog online zetten waarin ik zou
terugverwijzen naar mijn vorige studiedag. De studiedag die ik op de eerste
werkdag van 2013 had. Toen ik op mijn blog de link ervan zocht, bleek dat ik er
nog geen blog over had geschreven.
Ik ben nu bijna drie maanden verder. Over het algemeen zit
het wel goed met mijn geheugen, maar als ik nu stap voor stap moet opnoemen wat
we die dag hebben gedaan dan weet ik het niet meer precies. Erg jammer, omdat
ik er zo ontzettend positief over was! Natuurlijk weet ik het nog wel globaal. Misschien is het ook
wel goed dat ik hier zo laat pas over schrijf. Ik weet nu alleen nog de dingen
die me zijn bijgebleven en die dus ook echt belangrijk voor mij zijn.
De dag stond in het teken van passend onderwijs. Waar de vorige studiedag gericht was op het lesgeven (namelijk toetsen en beoordelen), was het nu echt gericht op de leerlingen. Dat is toch waar het onderwijs voor een heel groot deel om draait. Het programma over toetsen en beoordelen was voor mij erg leerzaam, maar dit was minstens zo interessant. Ik heb die dag dingen geleerd waar ik vandaag de dag nog steeds over na denk. Hierover komt dus deze week een aparte blog!
Passend onderwijs heeft alles te maken met leerlingen die opvallen. Leerlingen die net even iets anders zijn. Leerlingen met een stempel. Ik vind het altijd heel moeilijk om dit zo neer te zetten. Iedereen is namelijk anders dan een ander, iedereen kun je in een hokje plaatsen. Ik wil ook helemaal niet neerbuigend doen over “dit soort leerlingen”, maar soms kan ik simpelweg niet op de juiste benaming komen. Leerlingen met een aandoening, leerlingen met een beperking, leerlingen met een handicap. Nee, het klinkt allemaal heel negatief.
Misschien is dat ook wel het belangrijkste wat me bij gebleven is. Dat ADHD/autisme/ODD als iets negatiefs wordt gezien. Terwijl er echt wel heel veel positieve dingen op te noemen zijn over deze leerlingen, of over deze “afwijkingen” (sorry, ik kan echt de juiste woorden hier niet voor vinden). Zo heb ik die dag geleerd dat leerlingen met ADHD ontzettend creatief zijn, leerlingen met autisme zijn ontzettend slim, hoogbegaafde leerlingen zijn heel muzikaal etc. Er is altijd zoveel meer achter het drukke gedrag of achter het onbegrip van een leerling met autisme. Dat is absoluut de grootste eye-opener van die dag geweest.
Ik wil niet zeggen dat ik sindsdien alleen maar naar de zonnige kant van de aandoeningen kijk. Ik vind het nog steeds lastig als een leerling na tien waarschuwingen nog steeds achterom zit. Maar ik heb zeker wel gezien dat er een andere kant is. Een zonnige kant. Dat maakt het omgaan met deze leerlingen – die ik om heel eerlijk te zijn liever kwijt was dan rijk – toch een heel stuk leuker.
Liefs!
De dag stond in het teken van passend onderwijs. Waar de vorige studiedag gericht was op het lesgeven (namelijk toetsen en beoordelen), was het nu echt gericht op de leerlingen. Dat is toch waar het onderwijs voor een heel groot deel om draait. Het programma over toetsen en beoordelen was voor mij erg leerzaam, maar dit was minstens zo interessant. Ik heb die dag dingen geleerd waar ik vandaag de dag nog steeds over na denk. Hierover komt dus deze week een aparte blog!
Passend onderwijs heeft alles te maken met leerlingen die opvallen. Leerlingen die net even iets anders zijn. Leerlingen met een stempel. Ik vind het altijd heel moeilijk om dit zo neer te zetten. Iedereen is namelijk anders dan een ander, iedereen kun je in een hokje plaatsen. Ik wil ook helemaal niet neerbuigend doen over “dit soort leerlingen”, maar soms kan ik simpelweg niet op de juiste benaming komen. Leerlingen met een aandoening, leerlingen met een beperking, leerlingen met een handicap. Nee, het klinkt allemaal heel negatief.
Misschien is dat ook wel het belangrijkste wat me bij gebleven is. Dat ADHD/autisme/ODD als iets negatiefs wordt gezien. Terwijl er echt wel heel veel positieve dingen op te noemen zijn over deze leerlingen, of over deze “afwijkingen” (sorry, ik kan echt de juiste woorden hier niet voor vinden). Zo heb ik die dag geleerd dat leerlingen met ADHD ontzettend creatief zijn, leerlingen met autisme zijn ontzettend slim, hoogbegaafde leerlingen zijn heel muzikaal etc. Er is altijd zoveel meer achter het drukke gedrag of achter het onbegrip van een leerling met autisme. Dat is absoluut de grootste eye-opener van die dag geweest.
Ik wil niet zeggen dat ik sindsdien alleen maar naar de zonnige kant van de aandoeningen kijk. Ik vind het nog steeds lastig als een leerling na tien waarschuwingen nog steeds achterom zit. Maar ik heb zeker wel gezien dat er een andere kant is. Een zonnige kant. Dat maakt het omgaan met deze leerlingen – die ik om heel eerlijk te zijn liever kwijt was dan rijk – toch een heel stuk leuker.
Liefs!
zondag 24 maart 2013
Het openbaar vervoer
Ik heb het al vaker op mijn blog
geschreven, maar vier dagen in de week reis ik met het openbaar vervoer naar
mijn werk. Tegenwoordig vaak vanaf mijn eigen huis, ook af en toe vanaf het
huis van mijn vriend. Dat laatste is een klein stukje. Slechts drie haltes met
de metro en dan ben ik er. Vanaf mijn eigen huis is het een langere rit.
Een stuk met de metro, een stuk
met de intercity en het laatste stuk met de stoptrein. Al met al (ruim) een uur
reizen, afhankelijk of de NS mee wil werken of niet. Er zijn dagen dat mijn
reistijd langer is dan mijn werktijd. Bijvoorbeeld in de repetitieweek. Of ik
dat vervelend vind? Nee hoor! Het was een bewuste keuze.
Natuurlijk zitten er nadelen aan.
Ik moet een stuk eerder op dan de meeste van mijn collega’s. Als ik klaar ben
met werken duurt het nog minstens een uur voordat ik thuis ben. Ik ben
afhankelijk van de vertrektijden van de tram/trein. Et cetera. Gelukkig zijn er
ook voordelen!
Ik vermaak me prima in het
openbaar vervoer. ’s Morgens maak ik me op in de tram. Dat was even wennen in
het begin, maar dat lukt prima. Ik ben één van de weinigen die in de tram zit,
dus anderen merken er weinig van. In de trein lees ik de blogs die ik volg op
mijn telefoon. Ik maak lijstjes met dingen die ik die dag nog moet doen. Ik
check Facebook. En soms lees ik een boek. Op de terugweg breng ik ook een groot
deel van de tijd door op mijn telefoon. Dan schrijf ik een stukje voor mijn
dagboek-blog.
Veel anderen ervaren het reizen
met het OV als een grote stressfactor. Voor mij werkt het juist ontspannend.
Natuurlijk vind ik het vervelend als ik zie dat mijn trein op de heenweg weer
vertraging heeft. Maar over het algemeen verloopt mijn reis soepel. Dit klop ik even af! Ik kan heerlijk
genieten van het zitten in de trein. Zelfs als ik geen telefoon heb, zelfs als
ik geen boek bij de hand heb, of een schrift en een pen. Ik kan alleen al
gelukkig worden van het geschommel, het kijken naar anderen, of het kijken naar
buiten. Echt waar, ik vermaak me wel. Ik ging niet voor niets heel Nederland
door met de trein toen ik nog een studenten-OV had. “Gewoon, omdat het kan,”
zouden mijn 2havo-leerlingen zeggen.
Wanneer anderen weer zeggen dat
ze medelijden met me hebben haal ik gewoon mijn schouders op. Waarom medelijden
hebben met iemand die het zelf als één van de geluksmomentjes van de dag
ervaart?
Liefs!
zaterdag 23 maart 2013
Dagboek: Zijn we al zó ver? (#26)
Na een korte nacht werd
ik maandag wakker. Iets later dan
normaal, want door de roosterwijziging was ik het eerste uur vrij. Prima! Alle
tijd om rustig aan te doen, de toetscijfers invoeren etc. De dag begon
eigenlijk heel goed, tot ik een leerling van me zag zitten. SHIT! Ik had met
haar afgesproken dat ze de toets het eerste uur bij me in zou halen. Ik heb
haar duizend maal mijn excuses aangeboden en zelfs een rol snoep aan haar
afgestaan. Ze vond het nog steeds niet leuk en dat snap ik ook heel goed. Note
to myself: kijk de avond van tevoren altijd
in je agenda!
Dinsdag en woensdag was ik vrij. Aan
zo'n extra dag vrij zou ik best wel kunnen wennen! Vorig jaar had ik daar hele
mooie ideeën over. Als ik doordeweeks vrij zou zijn, zou ik mijn tijd besteden
aan nuttige dingen. Het huishouden, hele leuke werkvormen verzinnen, werken aan
mijn verhaal, misschien wel een bijbaan... De realiteit ligt toch wel anders.
Op woensdag, en deze week dus ook op dinsdag, doe ik de dingen waar ik van GENIET.
De dag doorbrengen met mijn vriend, met een boek, schrijvend achter de
computer, bezoekjes aan familieleden of gewoon op de bank liggen en even
helemaal ontspannen. Dat is toch wel vele malen leuker dan een bijbaantje!
Donderdag was een heerlijke dag. Wegens rapportvergaderingen duren de lesuren
slechts 40 minuten. Mijn lessen waren dus al om 11.15 afgelopen. Het nadeel is
wel dat ik vandaag die 40 minuten echt miste. Ik had zo veel te doen in de
lessen, waardoor de leerlingen nog maar 5 à 10 minuten hadden om aan de opgaven te werken.
Na de lessen heb ik een
SO in elkaar gedraaid, mijn multomap geordend, administratieve dingen
uitgeprint en mijn lessen voorbereid. Best productief, vond ik zelf!
Vrijdag had ik een enorm lange dag. Om mijn twee vrije dagen een beetje te
compenseren, zullen we maar zeggen. Gelukkig heb ik het overleefd. En hoe! Mijn
lessen verliepen goed, in mijn tussenuren heb ik me goed vermaakt met
lesvoorbereidingen en het schrijven van een blog en ’s middags had ik
twee vergaderingen. Om 17.00 uur kon ik naar huis. Helaas was toen wel echt al
mijn energie op. Na het eten en het douchen viel ik vrijwel direct in slaap op
de bank. Ik ben niet gemaakt voor lange dagen.
Liefs!
vrijdag 22 maart 2013
Dankbaarheidslijstje #3
Ik wilde deze blog gisteren al schrijven. Niet omdat ik gisteren zo extreem dankbaar was met alles, al gingen er wel heel veel dingen goed, maar omdat ik er nu eenmaal op donderdag altijd aan denk. Toch heb ik hem gisteren niet geschreven: de vorige twee lijstjes waren ook al op donderdag en gisteren kwam er al een blog over hoofdrekenen online. Twee blogs online is voor een mini-parttime-blogger wel een beetje te veel van het goede. ;-)
Ik schrijf deze blog op mijn werk. Mijn werkdag is nog niet voorbij, voor het eerst in een lange tijd ben ik eens niet voor 14.00 uur klaar! Ik verwacht dat er nog een hoop dingen gaan gebeuren vandaag waar ik dankbaar voor ben, maar hierbij alvast mijn lijstje tot nu toe.
Vandaag, 22 maart 2013, ben ik dankbaar voor/ben ik blij met…
… het feit dat het ’s morgens steeds lichter is!
… mijn leerlingen bij wie ik af en toe ineens een lichtje zie branden. Ik ben nu bezig met het berekenen van hoeken en daar hebben veel leerlingen de grootste moeite mee. En terecht. Dan is het des te leuker als het ze ineens wel lukt.
… ik heb straks, of eigenlijk precies nu (15.00) een vergadering. Een rapportvergadering. Dat zijn de leukste vergaderingen die er zijn! Heerlijk roddelen over de leerlingen, luisteren wat collega’s van bepaalde leerlingen vinden, hoe de klas bij een ander vak is. Ja, daar heb ik echt zin in!
… vanavond kom ik thuis en dan staat hopelijk het eten, bereid door mijn vriend, op mij te wachten. Heerlijk!
… en het is natuurlijk bijna weekend! Om een paar minuten over 17.00 stap ik hier de deur uit en dan heb ik twee dagen vrij. Niet verkeerd!
… het aanplakbiljet van de NS dat ik vandaag op het station zag. Blijkbaar mag er zondag gratis worden gereisd met de trein – mits je in het bezit van een boekenweekgeschenk bent (check) – en nu wil het geval dat ik daar best wel zin in heb. Even een retourtje Zeeland, Groningen, Limburg of een andere uithoek van Nederland! Laptop mee om te schrijven, boek mee om te lezen en telefoon mee met extra accu!
… ik ben heel blij dat ik weer helemaal in de schrijfmood zit. Even afkloppen… De laatste weken loopt het weer lekker met het verhaal dat ik aan het schrijven ben. Ook kan ik weer blogs schrijven en vooruit inplannen. Heerlijk, als alles zo op rolletjes loopt.
… mijn kledingkeuze van vandaag. Ik had het eerst niet zo op een blazer, maar nu vind ik het toch wel leuk. Helemaal als ik hem afmaak met een sjaaltje en natuurlijk mijn nieuwe sneakers (nog steeds blij!!!) eronder.
Dit lijkt me voor nu wel een aardig lijstje. Ik kan nog wel even doorgaan, maar mijn vergadering kan elk moment beginnen.
Liefs!
donderdag 21 maart 2013
Hoofdrekenen
Er is iets wat ik niet heel goed kan. De
titel van deze blog verraadt het al. Ik kan niet hoofdrekenen. Wel een beetje
natuurlijk, maar als je aan mij vraagt wat 77 x 243 is, of 1647 - 429, dan heb
ik daar echt wel even de tijd voor nodig. De reden dat ik het niet kan heeft te
maken met twee dingen.
Voordat ik het rekenonderwijs van deze tijd
zwart ga maken, geef ik eerst de schuld aan mezelf. Dat is wel zo netjes.
Ik ben geen persoon dat goed kan presteren
onder druk. Als je mij vraagt om "even snel iets uit te rekenen", dan
ben ik alleen nog maar bezig met "shit, shit, shit, ze verwachten van mij
dat ik goed en snel kan rekenen omdat ik docent wiskunde ben, maar ik kan het
helemaal niet zo goed en/of snel". Even snel 38 x 57 uitrekenen lukt mij
niet. Ik raak dan alleen maar in de stress en als ik ergens door blokkeer, dan
is het door stress.
En dan nu even over het rekenonderwijs van
nu. En dan specifiek over het hoofdrekenen. Het hoofdrekenen van nu, mijn tijd,
lijkt niets op het hoofdrekenen van lang, lang geleden. Sterker nog, het hele
hoofdrekenen heeft een andere betekenis gekregen. Vroeger betekende het uit
het hoofd rekenen. Geen telraam, geen pen en papier, geen andere hulpmiddelen.
Tegenwoordig betekent hoofdrekenen met het hoofd rekenen. Pen en papier
is toegestaan, een relenmachine niet.
Daardoor heb ik dus nooit écht leren
hoofdrekenen. Natuurlijk kan ik nog steeds wel sneller een sommetje uitrekenen
dan veel van mijn leerlingen, maar wanneer ik een wedstrijdje zal doen met een
oudere (wiskunde)collega, ga ik helaas echt niet winnen.
En daarbij heb ik gewoon echt een beeld
nodig bij "achtenzeventig". Want helaas ik heb af en toe moeite met
het omzetten van tekst in een getalletje. Voordat ik doorheb of het 78 of 87
is, ben ik al even verder.
Liefs!
Mocht
iemand zich afvragen waarom ik docent wiskunde ben geworden: rekenen is maar
een klein onderdeel van wiskunde. En (uit het) hoofdrekenen komt er gelukkig al
helemaal weinig in voor!
woensdag 20 maart 2013
Tip: Geef de ouders de ruimte (#16)
Alle tips zijn
afkomstig uit het boekje “282 tips voor leerkrachten”, uitgegeven door de
Algemene onderwijsbond.
Het is altijd vervelend om iets negatiefs te vertellen. Helemaal als het om hun oogappeltjes gaat. Van collega’s krijg ik dan ook de tip om te starten met iets positiefs. Iets over hun werkhouding, iets over hun netheid, iets over hun gedrag in de les. Mits dit positief is natuurlijk. Daarna kun je beginnen met het vervelende nieuws. Ik zou zo even snel niet weten wat het vervelende nieuws zou kunnen zijn. De schoolresultaten zijn voor de ouders zichtbaar op de schoolsite, de ouders hebben regelmatig contact met de mentor (o.a. over de werkhouding, het huiswerk etc.) en ik hoef de leerlingen en/of de ouders niet te vertellen dat een leerling naar een lager niveau wordt gezet of dat de leerling het jaar opnieuw moet doen. Ook dat is de taak van de mentor.
- Eventueel nog iets positiefs
- Het slechte nieuws brengen
- De ouders te tijd geven om het door te laten dringen
- Vragen wat de oorzaak zou kunnen zijn
- Vragen, vragen en nog wat vragen (geen idee waarover)
- Bedenken van een oplossing
Over drie weken is het week
zover: de tafeltjesavonden! Daarom leek het me wel gepast om een tip uit te
kiezen uit het hoofdstuk “Moeilijke ouders”.
Hoofdstuk 22, tip 3: Geef ouders de ruimte
Ouders horen niet graag slecht nieuws over hun kind. Ze kunnen hier
echt van schrikken. Ouders hebben vaak even tijd nodig om het te verwerken en
te accepteren. Geef ze dan ook die ruimte. Bied ze een kop koffie aan en benoem
vooral ook de leuke dingen van het kind. Kom niet te snel met oplossingen, maar
start met het stellen van vragen.
Ik krijg toch wel een beetje de
kriebels als ik dit stukje lees. De vorige tafeltjesavond ging me vrij
gemakkelijk af, maar periode 2 is voor veel leerlingen een zware periode. Dat
zie ik ook aan de cijfers, die zijn een stuk lager dan aan het begin van het
jaar. Het zal ongetwijfeld betekenen dat er meer ouders op de tafeltjesavond
komen en er zullen waarschijnlijk ook wat minder leuke gesprekken tussen
zitten.
Het is altijd vervelend om iets negatiefs te vertellen. Helemaal als het om hun oogappeltjes gaat. Van collega’s krijg ik dan ook de tip om te starten met iets positiefs. Iets over hun werkhouding, iets over hun netheid, iets over hun gedrag in de les. Mits dit positief is natuurlijk. Daarna kun je beginnen met het vervelende nieuws. Ik zou zo even snel niet weten wat het vervelende nieuws zou kunnen zijn. De schoolresultaten zijn voor de ouders zichtbaar op de schoolsite, de ouders hebben regelmatig contact met de mentor (o.a. over de werkhouding, het huiswerk etc.) en ik hoef de leerlingen en/of de ouders niet te vertellen dat een leerling naar een lager niveau wordt gezet of dat de leerling het jaar opnieuw moet doen. Ook dat is de taak van de mentor.
Maar mocht het over een paar
weken toch het geval zijn dat ik slecht nieuws moet vertellen, dan wordt dit de
leidraad van het gesprek:
- Starten met iets positiefs- Eventueel nog iets positiefs
- Het slechte nieuws brengen
- De ouders te tijd geven om het door te laten dringen
- Vragen wat de oorzaak zou kunnen zijn
- Vragen, vragen en nog wat vragen (geen idee waarover)
- Bedenken van een oplossing
Als ik op de komende
tafeltjesavond een dergelijk gesprek heb moeten voeren, komt er ongetwijfeld
een verslag over op mijn blog.
Het aanbieden van koffie zou ik graag willen doen, maar dat is niet
praktisch. We zitten met z’n allen (mijn collega’s en de andere ouders) in de
aula en het koffieapparaat staat bij de ingang. Hier kunnen best lange rijen
staan. Tegen de tijd dat ik terug ben met het kopje koffie staan de volgende
ouders weer te wachten!
Liefs!
maandag 18 maart 2013
Clusters, wat zijn dat?
Vorige week schreef ik het
volgende:
Cluster 3 is voor de leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Ook vallen hier de leerlingen onder die langdurig ziek zijn.
Cluster 4 is een grote groep. Hieronder vallen de leerlingen die een ernstige gedragsstoornis hebben, de leerlingen met psychische problemen, de leerlingen die langdurig ziek zijn maar geen lichamelijke handicap hebben en voor de leerlingen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Deze instituten doen onderzoek naar leerproblemen, gedragsproblemen en emotionele problemen. Onder cluster 4 vallen ook de leerlingen die verbonden zijn aan justitie en/of jeugdzorg. Zoals ik al zei: het is een erg grote groep.
Zo af en toe, tijdens een vergadering
bijvoorbeeld, vallen er begrippen die ik niet of nauwelijks eerder heb gehoord
en waarvan ik de betekenis niet ken.
Mijn blog ging toen over de Rots en Water-training, maar er zijn natuurlijk nog veel meer begrippen
waar ik wel eens van heb gehoord, maar waar ik eigenlijk de betekenis niet van
weet. Zoals “clusters” bijvoorbeeld. Ik weet dat er vier clusters zijn, dat heb
ik dan nog wel onthouden van mijn opleiding. Maar wat zíjn clusters?
Voor leerlingen met een handicap,
wat voor handicap dan ook, is er het speciaal onderwijs. Dit onderwijs is
ingedeeld in vier verschillende groepen, de “clusters” genoemd. Door de
leerlingen in “een hokje te plaatsen” worden de leerlingen professioneler
geholpen. De groepen zijn daar een stuk kleiner, waardoor de leerling meer
aandacht krijgt, en de docenten zijn daar deskundigen op het gebied van de
desbetreffende cluster(s).
Cluster 1 is voor de leerlingen
met een visuele handicap, dus de leerlingen die blind of slechtziend zijn.
Cluster 2 is voor de leerlingen
met een auditieve handicap, oftewel de leerlingen die doof of slechthorend
zijn. Ook leerlingen met ernstige spraakmoeilijkheden vallen onder cluster 2.Cluster 3 is voor de leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Ook vallen hier de leerlingen onder die langdurig ziek zijn.
Cluster 4 is een grote groep. Hieronder vallen de leerlingen die een ernstige gedragsstoornis hebben, de leerlingen met psychische problemen, de leerlingen die langdurig ziek zijn maar geen lichamelijke handicap hebben en voor de leerlingen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Deze instituten doen onderzoek naar leerproblemen, gedragsproblemen en emotionele problemen. Onder cluster 4 vallen ook de leerlingen die verbonden zijn aan justitie en/of jeugdzorg. Zoals ik al zei: het is een erg grote groep.
Het is voor leerlingen die “in
een cluster zitten” niet verplicht om naar het speciaal onderwijs te gaan.
Vandaar ook dat ik wel eens hoor dat een leerling een cluster 3-leerling of
cluster 4-leerling is. Deze leerlingen krijgen een “rugzakje”. Dit is een
leerlinggebonden financiering. Dit geld kan gebruikt worden voor speciaal
lesmateriaal, extra hulp bij het leren of andere extra begeleiding.
Ik moet eerlijk toegeven dat het
hele verhaal over de clusters me wel bekend voorkwam. Tijdens het derde jaar
van mijn studie heb ik hier één college over gehad. Ik vind het jammer dat we
er niet dieper op ingegaan zijn, want het is dus (blijkbaar) niet goed genoeg
bij me blijven hangen. En terwijl dit toch best een belangrijk onderwerp is,
ook op reguliere (middelbare) scholen.
zaterdag 16 maart 2013
Dagboek: Weer een gewone lesweek (#25)
De eerste echte lesweek na de voorjaarsvakantie. Het was even wennen, maar ik zit weer in het ritme!
Maandag hadden de leerlingen op mijn school de laatste toetsen. Dat betekende voor mij dat ik weer een rustige dag had. Ik zat bij een klas die ik zelf lesgeef en ik weet dat ze gewoon rustig werken. Ik kon in de tussentijd dus fijn mijn lessen van dinsdag voorbereiden en een SO ontwerpen. Nice!
Liefs!
Maandag hadden de leerlingen op mijn school de laatste toetsen. Dat betekende voor mij dat ik weer een rustige dag had. Ik zat bij een klas die ik zelf lesgeef en ik weet dat ze gewoon rustig werken. Ik kon in de tussentijd dus fijn mijn lessen van dinsdag voorbereiden en een SO ontwerpen. Nice!
De eerste dag dat ik weer
les moest geven, dinsdag dus, was
even wennen. Mijn lesrooster is hier en daar wat veranderd, dus gelukkig kon ik
wel uitslapen. Helaas was dat beetje extra energie snel verdwenen toen ik les
gaf aan 2havo. Bah, wat een tegenvaller was dat. Drie leerlingen heb ik
weggestuurd, maar het liefst had ik ze (bijna) allemaal weggestuurd.
Gelukkig kon ik woensdag weer even bijkomen. Mijn vrije
dag heb ik besteed in de stad. Eindelijk kocht ik de schoenen die ik al heel
lang wilde hebben en eindelijk ging ik met mijn vriend uit eten in het
restaurant waar ik al heel lang heen wilde.
Donderdag was
echt een heerlijke dag. Alles verliep goed, ik had nauwelijks vervelende
leerlingen, mijn 2havo-leerlingen waren geweldig aan het meedoen, mijn
vergadering was enorm informatief, mijn tussenuren heb ik goed benut... Kortom:
alle reden om een dankbaarheidslijstje te schrijven!
Tegen vrijdag zag ik best wel op. Vroeg op, weer dat hele stuk met het
OV, vijf lesuren zonder tussenuur, een uur rekenen aan de derde klas...
Gelukkig was er ook wel een lichtpuntje. Voor mijn brugklassen stond namelijk
een SO’tje gepland. Wat zijn dat heerlijke momenten. Je ziet de leerlingen
nooit zo geconcentreerd als tijdens een toets! Zo stil, zo in zichzelf. Jammer
dat ze niet vaker zo in de klas zitten.
Ik schrok er best van, maar vandaag deed mijn 2havo-klas
voor de tweede dag op rij goed mee met de les! Yes!
Liefs!
vrijdag 15 maart 2013
Citaat: Als angst je raadgever is dan ben je fout bezig
Er wordt gezegd dat er in chicklits weinig diepgang zit. Niets is minder waar. Als je zo tussen de regels doorleest, kun je er hele wijze (levens)lessen uithalen. Onlangs las ik een boek waarin ook zo’n mooi citaat in geschreven stond.
Als angst je raadgever is dan ben je fout bezig.
Ik las de zin, en nog een keer, en nog een keer, en dacht: jeetje, wat hebben ze daar gelijk in! Ik besefte ineens dat ik veel werkgerelateerde keuzes op basis van angst maak. Ik zou het bijvoorbeeld heel leuk vinden om meer werkvormen uit te proberen. Ik zou het leuk vinden om diepgaande gesprekken met collega’s te voeren. Ik zou me ook wel eens willen mengen in een discussie waar ik een mening over heb. Maar, gaat er dan in mijn hoofd om, wat als ze dat gek vinden? Wat als mijn les niet loopt zoals ik zou willen? Wat als de leerlingen totaal niet zitten te wachten op een activerende les?
Mijn grote angst is namelijk wat de anderen van me zullen denken. Ik weet dat het natuurlijk helemaal niets uitmaakt om eens een andere mening te hebben dan anderen, dan het niet erg is om een keer een les te geven die niet gaat zoals ik wil dat hij verloopt etc. Toch blijft het hele idee tussen mijn oren zitten. Dat is ook de reden dat ik dat allemaal maar voor me uit schuif. “Aan het eind van het hoofdstuk verzin ik wel een leuke werkvorm,” zeg ik dan tegen mezelf. Tegen de tijd dat het hoofdstuk is afgelopen ben ik dat allang weer ‘vergeten’. Dat komt nog wel…
Gisteren was dus (eindelijk!) het moment aangebroken dat ik een activerende werkvorm toepaste in mijn brugklaslessen. Woensdag was ik een dagje vrij en ik was alleen thuis. De verveling sloeg een beetje toe en ineens bedacht ik me dat ik voor bij het huidige hoofdstuk wel een leuke werkvorm kon toepassen. Ik zit nu in een hoofdstuk met veel woorden en begrippen, dus dat vraagt om iets leuks. Een quiz!
Zo gedacht, zo gedaan. Binnen no time had ik een mooie quiz gemaakt in powerpoint. De volgende dag, gisteren dus, was het tijd om het uit te voeren. En nu vraag ik me toch wel af waarom ik dit niet gewoon vaker doe. Het kost iets meer voorbereidingstijd, maar verder zijn er alleen maar positieve punten te vinden.
Vanaf nu probeer ik mijn beslissingen niet meer minder vaak te maken op basis van mijn angst, maar op basis van verstand of gevoel. Eens kijken hoe het lesgeven dan is!
Liefs!
donderdag 14 maart 2013
Dankbaarheidslijstje #2
Ik denk écht dat als je de dag positief tegemoet gaat, dat het dan ook positief zal verlopen. Zoals vandaag dus. Vanochtend nam ik me al voor om vandaag deze blog te schrijven. Ik heb me dus echt gefocust op alle positieve dingen (omdat ik anders een hele korte blog zou krijgen), en dat waren er nogal een paar! Heerlijk, zo’n dag!
Vandaag, 14 maart 2013, ben ik dankbaar voor/ben ik blij met…
… dat ik, voor de zoveelste keer op rij, wakker werd naar mijn vriend. Dat is zoveel fijner dan wakker worden in een leeg bed!
… het OV dat – ondanks de sporadische sneeuwvlokken – gewoon reed zoals het zou moeten volgens de dienstregeling. Top!
… de superwitte muren in mijn lokaal. Het is dan wel jammer dat de tafels en stoelen helemaal scheef stonden, maar de muren waren weer spierwit. Dat is toch beter dan “Bel 06-… als je seks wilt”, wat sommige leerlingen grappig vinden om op de muren te schrijven.
… mijn 2havo-klas! Dinsdag kon ik sommige leerlingen wel schieten, vandaag waren ze geweldig. Ze luisteren, stelden vragen, werken aan de opgaven, hielpen elkaar als ze iets niet snapten… Top! ( Aan het begin van de les heb ik even vijf minuten klassikaal genomen om ze te vertellen dat ik vanaf nu twee ochtenden in de week ga opofferen om strafklanten te ontvangen. Wie niet meewerkt in de les, komt zich die ochtend om 7.45 bij mij melden. Ik denk dat dit er wel aan heeft bijgedragen dat ze zo lief waren.)
… mijn lessen in de brugklas. Gisteren heb ik er best wat tijd ingestoken om een quiz voor te bereiden (de leerlingen hebben morgen een toets) en dat heeft goed uitgepakt!
… mijn nieuwe schoenen! Gisteren kocht ik nieuwe schoenen en ik ben er zo blij mee. Ze lopen heerlijk, ze zien er tof uit (vind ik) en de leerlingen vonden ze ook cool! Wat wil je nou nog meer?
… het idee dat mijn vriend nu de boodschappen doet en straks gaat koken. Ik vind het heel leuk om het zelf te doen, maar als ik om half zes thuis kom dan heb ik er niet heel veel zin meer in. Gelukkig is hij vandaag een dagje vrij en staat vanavond als ik thuis kom het eten al op me te wachten.
De dag is nog lang niet voorbij, dus er komen ongetwijfeld meer dankbare momenten. Maar voor nu is dit wel even genoeg.
Liefs!
# Dankbaarheidslijstje #1
woensdag 13 maart 2013
10 redenen om... met een positief het laatste trimester in te gaan
Er waren periodes die onwijs snel zijn gegaan maar ook weken
die wat mij betreft vooruit gespoeld mochten worden. Anyway, trimester 1 en
trimester 2 zitten erop! Het laatste deel van het jaar zit eraan te komen en in
deze blog tien redenen om dat laatste stukje met een positief gevoel in te
gaan!
2. Het is twee periodes goed gegaan. Dan moet die laatste periode toch ook wel lukken?
3. De leerlingen worden tegen het eind van het schooljaar altijd wat lastiger. Ik ook. Misschien daarom een extra motivatie om er extra tegenaan te gaan. Ik weet hoe de leerlingen zich voelen, dus als ik hen kan (moet) oppeppen, kan ik het ook wel bij mezelf. Lijkt me.
4. Er wordt vaak gezegd dat de weken tussen de herfstvakantie en de kerstvakantie het zwaarst zijn. De leerlingen voelen zich thuis en zitten op hun plek, dus ze durven meer en doen dus ook brutaler. Ik heb die periode meer dan overleefd. Als dat al lastig was, dan moeten de komende maanden/weken een eitje zijn!
5. In de periode na de voorjaarsvakantie zijn er ontzettend veel vrije dagen. Natuurlijk de meivakantie, die voor mij dit jaar twee weken duurt (YES!), maar ook de Goede Vrijdag, sportdagen, Hemelvaart en heel veel andere activiteiten. Super!
6. Het zonnetje gaat (heel langzaam aan) weer schijnen. De donkere dagen zijn (bijna) voorbij, de dikke winterkleding gaat de kast weer in, de ochtenden gaan weer beginnen met een stralende glimlach en iedereen (en vooral ik) komt weer uit zijn/haar winterdip. Hell yeah, ik kan dit echt wel aan!
7. Ik ben helemaal gewend aan mijn werkplek, ik ken de leerlingen, ik ken van bijna iedereen de gebruiksaanwijzing en de zenuwen zijn zo goed als voorbij. Dat maakt het werken toch wel een stuk aangenamer.
8. Ik heb het al genoemd, maar het idee dat het bijna zomervakantie is, is geweldig! Ik heb nog geen plannen gemaakt, maar om heel eerlijk te zijn vind ik het ook totaal geen probleem om acht weken (zijn het er acht?) helemaal niets anders te doen dan te ontspannen.
9. Er staan veel spannende momenten te wachten de komende weken. Natuurlijk mijn tweede ouderavond, mijn beoordelingsgesprek, een lesbezoek van de rector van de school. Normaal gesproken zou ik er zenuwachtig van worden, maar stiekem kijk ik er ook best wel naar uit.
10. Mijn zevende tip van de week was “Weet dat het steeds makkelijker zal gaan”. Tja, die tip alleen al geeft me een enorme overdosis aan zelfvertrouwen.
Mijn tien redenen om met een positief gevoel het laatste
trimester in te gaan:
1. Het feit dat ik nog maar een paar weken les hoef te geven
voordat ik weer zomervakantie heb geeft me al een enorme boost. Kom maar op!2. Het is twee periodes goed gegaan. Dan moet die laatste periode toch ook wel lukken?
3. De leerlingen worden tegen het eind van het schooljaar altijd wat lastiger. Ik ook. Misschien daarom een extra motivatie om er extra tegenaan te gaan. Ik weet hoe de leerlingen zich voelen, dus als ik hen kan (moet) oppeppen, kan ik het ook wel bij mezelf. Lijkt me.
4. Er wordt vaak gezegd dat de weken tussen de herfstvakantie en de kerstvakantie het zwaarst zijn. De leerlingen voelen zich thuis en zitten op hun plek, dus ze durven meer en doen dus ook brutaler. Ik heb die periode meer dan overleefd. Als dat al lastig was, dan moeten de komende maanden/weken een eitje zijn!
5. In de periode na de voorjaarsvakantie zijn er ontzettend veel vrije dagen. Natuurlijk de meivakantie, die voor mij dit jaar twee weken duurt (YES!), maar ook de Goede Vrijdag, sportdagen, Hemelvaart en heel veel andere activiteiten. Super!
6. Het zonnetje gaat (heel langzaam aan) weer schijnen. De donkere dagen zijn (bijna) voorbij, de dikke winterkleding gaat de kast weer in, de ochtenden gaan weer beginnen met een stralende glimlach en iedereen (en vooral ik) komt weer uit zijn/haar winterdip. Hell yeah, ik kan dit echt wel aan!
7. Ik ben helemaal gewend aan mijn werkplek, ik ken de leerlingen, ik ken van bijna iedereen de gebruiksaanwijzing en de zenuwen zijn zo goed als voorbij. Dat maakt het werken toch wel een stuk aangenamer.
8. Ik heb het al genoemd, maar het idee dat het bijna zomervakantie is, is geweldig! Ik heb nog geen plannen gemaakt, maar om heel eerlijk te zijn vind ik het ook totaal geen probleem om acht weken (zijn het er acht?) helemaal niets anders te doen dan te ontspannen.
9. Er staan veel spannende momenten te wachten de komende weken. Natuurlijk mijn tweede ouderavond, mijn beoordelingsgesprek, een lesbezoek van de rector van de school. Normaal gesproken zou ik er zenuwachtig van worden, maar stiekem kijk ik er ook best wel naar uit.
10. Mijn zevende tip van de week was “Weet dat het steeds makkelijker zal gaan”. Tja, die tip alleen al geeft me een enorme overdosis aan zelfvertrouwen.
Kom maar op met die laatste weken!
Liefs!
dinsdag 12 maart 2013
Leerpuntje: cijfers invoeren
Als de leerlingen bij mij
een toets hebben gemaakt, kijk ik hem het liefst direct na. Dat is voor mij
heel fijn, omdat ik het dan meteen van mijn lijstje af kan strepen. En het is
voor de leerlingen fijn. Zij hebben de cijfers het liefst zo snel mogelijk.
Bij de afelopen
repetitieweek heb ik dus ook direct hun toetsen nagekeken en de cijfers in het
systeem ingevoerd. Leerlingen blij, ik blij, iedereen blij. Niet dus. Ik had
iets over het hoofd gezien!
Bij de repetitieweek
krijgen de leerlingen twee (en soms zelfs drie) proefwerken op één dag. Als de leerlingen uit school komen, slaan
ze meteen de boeken open om voor hun volgende toets te leren. En ergens tussen
het leren door openen ze de schoolsite om hun cijfers te checken.
Daar gaat het mis.
Wiskunde hadden de
leerlingen op dag één van de toetsweek. De cijfers
stonden er dezelfde dag nog op. Het meerendeel had voor de toets een
onvoldoende gehaald en eigenlijk had - op een enkeling na - iedereen onder zijn
of haar gemiddelde gescoord. Dat demotiveert... Op de laatste dag van de
toetsweek hadden ze ook nog eens een rekenrepetitie. De leerlingen die voor
wiskunde een laag cijfer hebben gehaald zagen dat natuurlijk helemaal niet meer
zitten. Tja, dat heeft er nu dus toe geleid dat ook die cijfers erg slecht
zijn...
Zoals ik al vaker heb
gezegd: ik heb nog een hoop te leren. Dat is ook niet erg, ik zal mijn hele
leven nog dingen moeten leren. Het is nu alleen wel erg jammer dat het ten
koste van de cijfes van mijn leerlingen gaat...
Maar vanaf nu weet ik dus
dat ik de cijfers na de
toetsweek online moet zetten!
Liefs!
maandag 11 maart 2013
Rots en Water-training, wat is dat?
Zo af en toe, tijdens een
vergadering bijvoorbeeld, vallen er begrippen die ik niet of nauwelijks eerder
heb gehoord en waarvan ik de betekenis niet ken. Laatst ontving ik een mailtje
over de Rots en Water-training. Of ik nog leerlingen had die deze training
nodig hadden. Tja, hoe kan ik dat nu weten als ik niet eens weet wat het
inhoudt?
Daarom besloot ik het even op te
zoeken.
Rots en Water zijn twee
menselijke krachten. Ieder mens bezig deze krachten, maar bij de ene is de
‘rots’ sterker ontwikkeld dan het ‘water’ of andersom. Rots staat voor
onafhankelijkheid, om als een “rots” op je eigen benen te staan, om eigen
keuzes te maken etc. Water staat voor het samen werken, leven en (voor de
jongere kinderen) spelen met anderen. Beide krachten zijn belangrijk en daarom
is het ook van groot belang dat beide kwaliteiten worden ontwikkeld.
In een training vinden fysieke
oefeningen plaats. Een voorbeeld van een oefening is om binnen enkele seconden
in een kring te staan waarbij er geen jongens (of meisjes) naast elkaar mogen
staan. Een andere oefening kan zijn om (in een groepje) binnen enkele seconden
dertien vingers of drie voeten vooruit te steken. Hierdoor leren de leerlingen
om samen te werken met anderen. Dit soort oefeningen wordt afgewisseld met
groepsgesprekken om de oefeningen te reflecteren.
In eerste instantie is de Rots en
Water-training geschreven voor jongens, omdat er veel beweging plaatsvindt. Nu
wordt de training gegeven aan zowel jongens als meisjes, van alle leeftijden. De
trainingen kunnen om diverse redenen nuttig zijn. Als het niet goed werkt in
een groep bijvoorbeeld, of voor kinderen met faalangst of met veel agressie in
zich.
Het is jammer dat ik nooit zo’n
training heb gehad, want ik denk dat ik er zeker wel iets aan had kunnen
hebben. Zowel mijn rots als mijn water hadden wel iets sterker ontwikkeld mogen
worden. Mijn zelfvertrouwen heeft wel eens een dieptepunt bereikt en daardoor
vond ik het ook lastig om met anderen te communiceren.
Mocht ik nog eens een mailtje
krijgen met de vraag of ik nog leerlingen aan wil melden voor deze training,
dan weet ik dus wat het inhoudt!
Liefs!
zondag 10 maart 2013
Herinnering: Ik wil niet!
Op
mijn laatste stageschool heb ik dagen gehad dat ik echt niet wilde. Ik wilde
mijn bed niet uitkomen, ik wilde niet naar stage, ik wilde geen les geven, ik
wilde geen les observeren. En wat doe je dan? Gewoon, zeggen dat je niet wilt.
Maar dan verpakt in een mooi jasje. “Ik ben gisteren tot heel laat bezig
geweest met een opdracht voor school. Ik heb geen tijd gehad om de lessen voor
te bereiden.” – “Ik voel me al de hele week niet zo lekker. Ik kom morgen niet
naar stage. Sorry.” – “Ik moet vrijdag mijn portfolio inleveren. Ik kom morgen
wel naar stage, maar ik ga dan de hele dag achter de computer werken om mijn
portfolio af te krijgen. Ik ben dus niet bij de les van klas X.”
Ik
heb zo ontzettend veel smoesjes verzonnen. Alles om maar niets te hoeven doen
wat op stage lijkt. Gelukkig kreeg ik, mede door mijn achtergrond, maar
ongetwijfeld ook mede door mijn onschuld, nooit problemen. Ze wisten dat ik een
zwaar jaar achter de rug had en dat ik daar nog steeds last van had. Ze toonden
begrip voor mijn situatie en daar maakte ik (iets te vaak) misbruik van. Wonder
boven wonder zagen ze wel een docent in me en hebben ze het me gegund om binnen
korte tijd mijn stage af te ronden.
Heel
soms mis ik die tijd wel. De dagen dat ik gewoon achterin de klas mocht zitten
in plaats van dat ik les moest geven. Dat ik gewoon met mijn mobieltje kon
spelen, boodschappenlijstjes kon maken, portfolioplanningen kon maken en al het
andere wat weinig met observeren te maken had. Toch ben ik ook wel blij dat ik
die Elseline niet meer ben. Ik sta vaker mét plezier voor de klas dan zonder.
Ik mopper als mijn wekker weer om half zes gaat, maar dat zet ik dan snel van
me af. Ik raak mijn telefoon nauwelijks aan als ik op mijn werk ben, laat staan
dat ik het in de les doe. En me ziekmelden? Dat doe ik alleen bij hoge
uitzondering. En zelfs dan voel ik me de hele dag enorm schuldig.
Ik
had een jaar geleden absoluut niet durven hopen dat het nu zo goed met me zou
gaan. Nog steeds denk ik dat ik in één grote droom leef. Maar dan knijp ik
mezelf weer even en dan weet ik: dit is allemaal echt!
Liefs!
zaterdag 9 maart 2013
Dagboek: De tweede repetitieweek (#24)
Ik keek er al naar uit: de tweede repetitieweek. Bij de
vorige repetitieweek heb ik geleerd dat de repetitieweek een week is waarin ik
geen lessen hoef voor te bereiden, een week waarin nauwelijks sprake is van orde
houden, een week met werkdagen tot uiterlijk half twaalf... Kortom, een
verlengstuk van de vakantie!
Woensdag had ik grootse plannen. Ik wilde namelijk een hoop blogs schrijven en beginnen/verder gaan met mijn verhaal. Ik was al redelijk vroeg wakker, dus ik zette mijn computer aan en begon eerst met het lezen van alle andere blogs die ik volg. En toen gebeurde het. Hoofdpijn. Niet een beetje hoofdpijn, maar de hoofdpijn waardoor je niet meer kunt bewegen, niet meer kunt denken, niets meer kunt doen... Hele erge hoofdpijn dus. Ik besloot even tv te kijken, maar ook dat hielp niet. Het werd alleen maar erger. Ik kroop dus terug in mijn bed en ik ben er de rest van de middag niet meer uitgekomen. Daar gingen mijn plannen...
Donderdag voelde ik me weer helemaal fit. Vroeg mijn bed uit (ik vind half zes nog steeds niet leuk, maar ik ben er al aan gewend gelukkig), vroeg op mijn werk, twee toetsen afgenomen, een toets voor driekwart nagekeken en weer vroeg naar huis. Ik ben gek op dit soort dagen!
Mijn vrijdag was ook een heerlijke dag. Ik moest surveilleren bij een klas die ik niet kende. Gelukkig bleken het allemaal leuke leerlingen te zijn. Ik heb wel één leerling gesnapt op het door fluisteren van de antwoorden. Ik heb hem daar even flink op aangesproken. Gelukkig was hij daarna zo mak als een lammetje.
Afgelopen maandag
gaf ik nog wel gewoon les. Alhoewel, gewoon? De lestijd was verkort tot 40
minuten en de leerlingen waren nog in opstartmodus vanwege de voorjaarsvakantie.
Na een aantekening van zo'n 20 minuten (ahhh) heb ik ze aan het werk gezet. De
helft van de klas zat te kletsen, maar dat heb ik maar zo gelaten. Ze zouden
het nog zwaar genoeg krijgen die week!
En dinsdag...
tja... Toen gaf ik dus welgeteld één toets. Een werkdag van 50 minuten, waar
vind je dat nog? Nadat ik de toets had gegeven vond ik in mijn postvak al de
toetsen van twee brugklassen. Die heb ik meteen nagekeken, dan ging ik
tenminste nog naar buiten met het gevoel dat ik iets nuttigs had gedaan. De
derde toets nam ik mee naar huis.Woensdag had ik grootse plannen. Ik wilde namelijk een hoop blogs schrijven en beginnen/verder gaan met mijn verhaal. Ik was al redelijk vroeg wakker, dus ik zette mijn computer aan en begon eerst met het lezen van alle andere blogs die ik volg. En toen gebeurde het. Hoofdpijn. Niet een beetje hoofdpijn, maar de hoofdpijn waardoor je niet meer kunt bewegen, niet meer kunt denken, niets meer kunt doen... Hele erge hoofdpijn dus. Ik besloot even tv te kijken, maar ook dat hielp niet. Het werd alleen maar erger. Ik kroop dus terug in mijn bed en ik ben er de rest van de middag niet meer uitgekomen. Daar gingen mijn plannen...
Donderdag voelde ik me weer helemaal fit. Vroeg mijn bed uit (ik vind half zes nog steeds niet leuk, maar ik ben er al aan gewend gelukkig), vroeg op mijn werk, twee toetsen afgenomen, een toets voor driekwart nagekeken en weer vroeg naar huis. Ik ben gek op dit soort dagen!
Mijn vrijdag was ook een heerlijke dag. Ik moest surveilleren bij een klas die ik niet kende. Gelukkig bleken het allemaal leuke leerlingen te zijn. Ik heb wel één leerling gesnapt op het door fluisteren van de antwoorden. Ik heb hem daar even flink op aangesproken. Gelukkig was hij daarna zo mak als een lammetje.
Ik heb weinig plannen voor het weekend, maar dat vind ik
wel lekker. Al mijn nakijkwerk is gedaan en alle cijfers zijn ingevoerd. Tijd
om achterover te hangen en te genieten van al mijn nieuwe meubels! Deze week
zijn namelijk de laatste dingen bezorgd en in elkaar gezet. :-)
Liefs!
donderdag 7 maart 2013
Dankbaarheidslijstje #1
Je wordt er nog net niet mee doodgegooid, maar je komt ze
wel enorm vaak tegen. De dankbaarheidslijstjes, geïnspireerd op de
“Gratitude”-app van de iPhone. Aangezien iedereen er aan mee lijkt te doen, kan
ik niet achterblijven.
… het licht ’s morgens. Ik merk dat het lente begint te worden, want het is ’s morgens eerder licht en ’s avonds later donker. Vooral de ochtenden vind ik fijn, want nu hoef ik niet meer in het donker met het openbaar vervoer.
… mijn korte werkdag. Nadat ik eerst best productief bezig ben geweest (vind ik zelf), kon ik om 12.00 uur naar huis. ’s Middags ben ik de halve stad door gefietst omdat mijn apotheek nu eenmaal niet om de hoek ligt. Daarna ben ik nog het winkelcentrum ingegaan en toen ik thuiskwam heb ik nog deze blog geschreven. Best knap voor iemand die liever lui dan moe is.
… mijn vriend die me ’s nachts whatsappt dat hij van mij houdt en dat hij er naar uitkijkt om me morgen weer te zien.
… het OV dat vandaag niet één keer tegen heeft gewerkt.
Er wordt geschreven dat het is bewezen dat dit soort
dankbaarheidslijstjes je gelukkiger maken. Ze leggen de nadruk op de positieve
dingen in het leven, waardoor je hele instelling wat positiever wordt. Ik merk
zelf ook dat wanneer ik klaar ben met het schrijven van een positieve “10
redenen om"-blog, mijn humeur ineens naar een hoogtepunt stijgt.
En aangezien mijn leven altijd wel wat meer positiviteit kan
gebruiken, ga ik nu ook beginnen met deze “I am grateful for…”-lijstjes. Maar
dan wel in het Nederlands gewoon, hè. In mijn laatste update heb je
namelijk kunnen lezen dat ik – wat Engels betreft – geen steek verder ben
gekomen. ;-)
Vandaag, 7 maart 2013, ben ik dankbaar voor…
… het zonnetje. Het heeft best lang geduurd, maar eindelijk
is hij er weer!… het licht ’s morgens. Ik merk dat het lente begint te worden, want het is ’s morgens eerder licht en ’s avonds later donker. Vooral de ochtenden vind ik fijn, want nu hoef ik niet meer in het donker met het openbaar vervoer.
… mijn korte werkdag. Nadat ik eerst best productief bezig ben geweest (vind ik zelf), kon ik om 12.00 uur naar huis. ’s Middags ben ik de halve stad door gefietst omdat mijn apotheek nu eenmaal niet om de hoek ligt. Daarna ben ik nog het winkelcentrum ingegaan en toen ik thuiskwam heb ik nog deze blog geschreven. Best knap voor iemand die liever lui dan moe is.
… mijn vriend die me ’s nachts whatsappt dat hij van mij houdt en dat hij er naar uitkijkt om me morgen weer te zien.
… het OV dat vandaag niet één keer tegen heeft gewerkt.
Met de Gratitude-app is het de bedoeling dat je elke dag, of
bijna elke dag, zo’n lijstje maakt. Elke dag een blog online zetten met maar
zeven regeltjes is een beetje overdreven, maar ik denk dat één keer in de week
een extra blogje wel moet lukken.
Volgende week dus weer een lijstje!
Liefs!
woensdag 6 maart 2013
Tip: Heb engelengeduld (#15)
Ik heb deze tip uit het hoofdstuk ‘ADHD’. Ik vond het wel
grappig toen ik de titel van de tip las, want als er iemand geen geduld heeft
dan ben ik het wel. Misschien is het ook daarom dat ik best wat moeite heb met
leerlingen die ADHD hebben. Of misschien komt het omdat ik de rust zelve ben.
Hoofdstuk 16, tip 7:
Heb engelengeduld
Spreekt het kind
alweer voor zijn beurt? Bestraf het niet, benoem het wel. Zeg: ‘Ik begrijp dat
jij het antwoord ook weet. Als jij straks je vinger opsteekt, mag jij het
zeggen.’ Wacht vervolgens niet zes beurten met het inlassen van zo’n belofte.
Geef het kind de ruimte om de vraag te beantwoorden en geef niet te snel de
beurt door. Korte feedback is belangrijk.
Ik heb wel wat leerlingen met ADHD en ik herken ze ook in
deze tip. Af en toe kan ik er flink van balen als ze wéér het antwoord roepen
zonder dat ze hun vinger opsteken. Snappen ze de regel dan niet? Als de rest
het wel kan, waarom zij dan niet? Dit onbegrip komt ook wel heel erg door mijn
onwetendheid over ADHD. Ik kan natuurlijk wat leerlingen met ADHD, ik heb al
wat dingen over ADHD gelezen op internet, zowel voor mijn portfolio op de
opleiding als voor mijn blog, ik heb mijn collega’s al over ADHD gehoord, maar
toch… Er iets over lezen betekent niet dat ik het snap. Er is niemand in mijn
omgeving die dit heeft en daarom heb ik er ook nooit iets van meegekregen. Aan
de ene kant natuurlijk heel fijn, maar aan de andere kant betekent dit wel dat
ik op dit moment ook nog niet heel goed kan snappen hoe zo’n leerling in elkaar
zit. Ja, ik weet dat ze druk zijn, ja, ik weet dat ze snel afgeleid zijn, ja,
ik weet dat ze af en toe de regels vergeten en dat ze dan inderdaad een
antwoord door de klas gaan roepen. Maar dat zijn maar feitjes.
Als het zou kunnen zou ik graag eens één dag willen wisselen
met iemand die ADHD heeft. Gewoon om eens te kijken hoe het is. Wat er in zo
iemand omgaat. Hoe het komt dat zo’n kind druk is, moeite heeft met
concentreren, moeite heeft met bepaalde regels. Dit zelfde geldt overigens ook
voor andere ‘stoornis’. Autisme bijvoorbeeld.
Omdat zoiets natuurlijk nooit in de praktijk gebracht kan
worden en er heel veel andere docenten zijn die, net als ik, geen ervaringen
hebben met ADHD of andere stoornissen, snap ik niet dat er hierover op de
lerarenopleiding geen aandacht aan wordt besteed. Je krijgt een half jaar lang
les in allerlei soorten werkvormen die met samenwerkend leren te maken hebben,
je krijgt drie maanden les in “Taalgericht onderwijs”, waar ik niets meer van
heb onthouden, je krijgt gedurende de hele opleiding studieloopbaancoaching,
waar over van alles wordt gepraat behalve over zinnige dingen. Het is natuurlijk
niet zo dat ik de hele lerarenopleiding af wil kraken, maar door de ogen van
een beginnend docent gezien is het wel handig als je leert om te gaan met
leerlingen die een stoornis hebben. Ik denk dat je daar een stuk meer aan hebt
dan aan vele andere dingen die – netjes gezegd – de revue zijn gepasseerd.
Maar dat is slechts een mening.
Liefs!
maandag 4 maart 2013
Update 2: Wat doe ik met leerlingen die een vraag hebben?
Een paar weken geleden schreef ik
twee blogs (blog 1, blog 2) over wat ik doe met leerlingen die
een vraag hebben. Tijdens het schrijven van de tweede blog borrelden er ineens
allemaal ideeën op. Vandaag ga ik het daar eens over hebben.
In de afgelopen weken heb ik van
alles geprobeerd wat betreft het vragen stellen. De ideale manier is er helaas
niet uitgekomen, maar dat geeft niets. Als er één perfecte manier zou zijn
geweest, zou ik die tijdens de opleiding wel hebben gehoord. Daarom heb ik de
afgelopen lessen eens bekeken welke van alle manieren wel voor mij en mijn
leerlingen werkt en welke wat minder. Hieronder zal ik ze kort bespreken en
vertellen wat ik de voor- en de nadelen vond.
1: Rondlopen
Ik wist meteen al dat dit niets
zou worden. Niet alleen omdat ik bekaf ben na zo’n dag, maar ook omdat ik de
drempel op deze manier veel te laag maak voor de leerlingen om een vraag te
stellen. Het is niet erg als de leerlingen een vraag hebben, maar het is wel
behoorlijk irritant als ze dingen gaan vragen waar ze zelf het antwoord al op
weten. Welke opgaven er gemaakt moeten worden (dit staat altijd bij mij op het
bord), of er een berekening bij moet (dit moet altijd) etc. Op deze manier
worden de leerlingen nooit zelfstandig.
Een voordeel van rondlopen is wel
dat je meteen in de schriften van alle leerlingen kunt kijken. Met één blik op
hun tafel zie je meteen of ze berekeningen noteren, of er met potlood wordt
getekend, of ze überhaupt iets aan het doen zijn…
Maar nee, dit is niet iets wat ik
vanaf nu in wil voeren.
2: Geen vragen stellen
Ik heb bij alle drie mijn
brugklassen één les ingepland waarin er geen vragen mochten stellen. Dit kan ik
natuurlijk niet altijd doen, maar bij een makkelijke theorie is dit wel een
hele goede oplossing. Toen ik zo’n les gaf, heb ik er wel heel duidelijk de
reden bij gezegd. “Ik doe dit niet omdat ik lui ben, maar om jullie zo zelf
eens te laten puzzelen naar het antwoord. Ik heb gemerkt dat er veel te veel
dingen worden gevraagd waar jullie zelf ook het antwoord op weten als jullie er
een minuut extra aan zouden besteden.” Dit begrepen ze wel, maar het was wel
erg wennen. Uiteindelijk vond ik het wel erg goed werken. De leerlingen waren
iets langer bezig met een opgave, maar uiteindelijk vonden ze wel het antwoord.
Ik merkte ook dat ze meer gingen samenwerken en dat vond ik heel positief om te
zien.
Nogmaals, het is niet iets wat ik
elke les zou kunnen doen, maar ik ga dit zeker vaker instellen!
3: Eén leerling per keer
Ik vind het heel vervelend als er
een heel clubje leerlingen aan mijn bureau staat. Het lijkt soms net een
theekransje. Het ergste is nog dat ze in mijn zicht gaan staan, waardoor ik
geen overzicht meer heb op de klas. Wat ik daarom als extra regel heb ingevoerd
is dat er maar één leerling per keer aan mijn bureau mag staan. Zo houd ik het
overzicht op de klas én is het niet meer zo’n chaos bij mijn bureau.
Dit is wel iets wat elke les
werkt. Daarom houd ik dit er ook lekker in.
4: Elkaar helpen
Ook iets wat ik elke keer weer
probeer te stimuleren is dat de leerlingen elkaar moeten helpen. Er wordt vaak
gezegd dat je er heel veel van begrijpt als je het een ander uit moet leggen.
Als de leerlingen elkaar helpen sla ik als docent dus twee vliegen in één klap:
de ene leerling wordt geholpen met zijn vraag, de andere leerling begrijpt de
stof nog beter dan hij/zij ervoor al deed.
5: Eerst de vinger opsteken, dan pas langskomen
Toen ik dit vorige keer deed,
schreef ik alle namen van de leerlingen op. Dit werkte niet heel goed. Daarom
probeerde ik het zonder de namen op te schrijven. De leerlingen moesten wel hun
vinger opsteken en ik riep een leerling bij me als ik klaar was met de vorige.
Veel leerlingen vonden het vervelend om steeds te moeten wachten, dus gingen
daarom zelf verder puzzelen. Uiteindelijk vonden ze dan zelf het antwoord,
waardoor ze niet meer geholpen hoefden te worden.
Het nadeel is nog steeds dat de
leerlingen heel lang aan mijn bureau bleven hangen, omdat er niemand achter ze
stond te dringen. Het voelt voor mij ook niet natuurlijk om dit te doen, omdat
ik me net een dokter voelde die een spreekuur hield. Ik roep nog net niet “volgende
patiënt!”. Nee, ook dit gaat hem niet worden.
Ik heb dus nog steeds geen ideale
manier gevonden. Dat geeft niets, ik blijf gewoon proberen. Uiteindelijk zal ik
wel iets vinden wat voor mij en de leerlingen goed werkt en tot die tijd blijf
ik experimenteren!
Liefs!
Abonneren op:
Posts (Atom)