Een paar weken geleden schreef ik
twee blogs (blog 1, blog 2) over wat ik doe met leerlingen die
een vraag hebben. Tijdens het schrijven van de tweede blog borrelden er ineens
allemaal ideeën op. Vandaag ga ik het daar eens over hebben.
In de afgelopen weken heb ik van
alles geprobeerd wat betreft het vragen stellen. De ideale manier is er helaas
niet uitgekomen, maar dat geeft niets. Als er één perfecte manier zou zijn
geweest, zou ik die tijdens de opleiding wel hebben gehoord. Daarom heb ik de
afgelopen lessen eens bekeken welke van alle manieren wel voor mij en mijn
leerlingen werkt en welke wat minder. Hieronder zal ik ze kort bespreken en
vertellen wat ik de voor- en de nadelen vond.
1: Rondlopen
Ik wist meteen al dat dit niets
zou worden. Niet alleen omdat ik bekaf ben na zo’n dag, maar ook omdat ik de
drempel op deze manier veel te laag maak voor de leerlingen om een vraag te
stellen. Het is niet erg als de leerlingen een vraag hebben, maar het is wel
behoorlijk irritant als ze dingen gaan vragen waar ze zelf het antwoord al op
weten. Welke opgaven er gemaakt moeten worden (dit staat altijd bij mij op het
bord), of er een berekening bij moet (dit moet altijd) etc. Op deze manier
worden de leerlingen nooit zelfstandig.
Een voordeel van rondlopen is wel
dat je meteen in de schriften van alle leerlingen kunt kijken. Met één blik op
hun tafel zie je meteen of ze berekeningen noteren, of er met potlood wordt
getekend, of ze überhaupt iets aan het doen zijn…
Maar nee, dit is niet iets wat ik
vanaf nu in wil voeren.
2: Geen vragen stellen
Ik heb bij alle drie mijn
brugklassen één les ingepland waarin er geen vragen mochten stellen. Dit kan ik
natuurlijk niet altijd doen, maar bij een makkelijke theorie is dit wel een
hele goede oplossing. Toen ik zo’n les gaf, heb ik er wel heel duidelijk de
reden bij gezegd. “Ik doe dit niet omdat ik lui ben, maar om jullie zo zelf
eens te laten puzzelen naar het antwoord. Ik heb gemerkt dat er veel te veel
dingen worden gevraagd waar jullie zelf ook het antwoord op weten als jullie er
een minuut extra aan zouden besteden.” Dit begrepen ze wel, maar het was wel
erg wennen. Uiteindelijk vond ik het wel erg goed werken. De leerlingen waren
iets langer bezig met een opgave, maar uiteindelijk vonden ze wel het antwoord.
Ik merkte ook dat ze meer gingen samenwerken en dat vond ik heel positief om te
zien.
Nogmaals, het is niet iets wat ik
elke les zou kunnen doen, maar ik ga dit zeker vaker instellen!
3: Eén leerling per keer
Ik vind het heel vervelend als er
een heel clubje leerlingen aan mijn bureau staat. Het lijkt soms net een
theekransje. Het ergste is nog dat ze in mijn zicht gaan staan, waardoor ik
geen overzicht meer heb op de klas. Wat ik daarom als extra regel heb ingevoerd
is dat er maar één leerling per keer aan mijn bureau mag staan. Zo houd ik het
overzicht op de klas én is het niet meer zo’n chaos bij mijn bureau.
Dit is wel iets wat elke les
werkt. Daarom houd ik dit er ook lekker in.
4: Elkaar helpen
Ook iets wat ik elke keer weer
probeer te stimuleren is dat de leerlingen elkaar moeten helpen. Er wordt vaak
gezegd dat je er heel veel van begrijpt als je het een ander uit moet leggen.
Als de leerlingen elkaar helpen sla ik als docent dus twee vliegen in één klap:
de ene leerling wordt geholpen met zijn vraag, de andere leerling begrijpt de
stof nog beter dan hij/zij ervoor al deed.
5: Eerst de vinger opsteken, dan pas langskomen
Toen ik dit vorige keer deed,
schreef ik alle namen van de leerlingen op. Dit werkte niet heel goed. Daarom
probeerde ik het zonder de namen op te schrijven. De leerlingen moesten wel hun
vinger opsteken en ik riep een leerling bij me als ik klaar was met de vorige.
Veel leerlingen vonden het vervelend om steeds te moeten wachten, dus gingen
daarom zelf verder puzzelen. Uiteindelijk vonden ze dan zelf het antwoord,
waardoor ze niet meer geholpen hoefden te worden.
Het nadeel is nog steeds dat de
leerlingen heel lang aan mijn bureau bleven hangen, omdat er niemand achter ze
stond te dringen. Het voelt voor mij ook niet natuurlijk om dit te doen, omdat
ik me net een dokter voelde die een spreekuur hield. Ik roep nog net niet “volgende
patiënt!”. Nee, ook dit gaat hem niet worden.
Ik heb dus nog steeds geen ideale
manier gevonden. Dat geeft niets, ik blijf gewoon proberen. Uiteindelijk zal ik
wel iets vinden wat voor mij en de leerlingen goed werkt en tot die tijd blijf
ik experimenteren!
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten