Hoofdstuk 16, tip 7:
Heb engelengeduld
Spreekt het kind
alweer voor zijn beurt? Bestraf het niet, benoem het wel. Zeg: ‘Ik begrijp dat
jij het antwoord ook weet. Als jij straks je vinger opsteekt, mag jij het
zeggen.’ Wacht vervolgens niet zes beurten met het inlassen van zo’n belofte.
Geef het kind de ruimte om de vraag te beantwoorden en geef niet te snel de
beurt door. Korte feedback is belangrijk.
Ik heb wel wat leerlingen met ADHD en ik herken ze ook in
deze tip. Af en toe kan ik er flink van balen als ze wéér het antwoord roepen
zonder dat ze hun vinger opsteken. Snappen ze de regel dan niet? Als de rest
het wel kan, waarom zij dan niet? Dit onbegrip komt ook wel heel erg door mijn
onwetendheid over ADHD. Ik kan natuurlijk wat leerlingen met ADHD, ik heb al
wat dingen over ADHD gelezen op internet, zowel voor mijn portfolio op de
opleiding als voor mijn blog, ik heb mijn collega’s al over ADHD gehoord, maar
toch… Er iets over lezen betekent niet dat ik het snap. Er is niemand in mijn
omgeving die dit heeft en daarom heb ik er ook nooit iets van meegekregen. Aan
de ene kant natuurlijk heel fijn, maar aan de andere kant betekent dit wel dat
ik op dit moment ook nog niet heel goed kan snappen hoe zo’n leerling in elkaar
zit. Ja, ik weet dat ze druk zijn, ja, ik weet dat ze snel afgeleid zijn, ja,
ik weet dat ze af en toe de regels vergeten en dat ze dan inderdaad een
antwoord door de klas gaan roepen. Maar dat zijn maar feitjes.
Als het zou kunnen zou ik graag eens één dag willen wisselen
met iemand die ADHD heeft. Gewoon om eens te kijken hoe het is. Wat er in zo
iemand omgaat. Hoe het komt dat zo’n kind druk is, moeite heeft met
concentreren, moeite heeft met bepaalde regels. Dit zelfde geldt overigens ook
voor andere ‘stoornis’. Autisme bijvoorbeeld.
Omdat zoiets natuurlijk nooit in de praktijk gebracht kan
worden en er heel veel andere docenten zijn die, net als ik, geen ervaringen
hebben met ADHD of andere stoornissen, snap ik niet dat er hierover op de
lerarenopleiding geen aandacht aan wordt besteed. Je krijgt een half jaar lang
les in allerlei soorten werkvormen die met samenwerkend leren te maken hebben,
je krijgt drie maanden les in “Taalgericht onderwijs”, waar ik niets meer van
heb onthouden, je krijgt gedurende de hele opleiding studieloopbaancoaching,
waar over van alles wordt gepraat behalve over zinnige dingen. Het is natuurlijk
niet zo dat ik de hele lerarenopleiding af wil kraken, maar door de ogen van
een beginnend docent gezien is het wel handig als je leert om te gaan met
leerlingen die een stoornis hebben. Ik denk dat je daar een stuk meer aan hebt
dan aan vele andere dingen die – netjes gezegd – de revue zijn gepasseerd.
Maar dat is slechts een mening.
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten