En wow, wat een overlading aan informatie heb ik over me
gekregen vandaag! Ik wil niet zeggen dat ik alles even interessant vond, maar
ik kan er wel weer even mee vooruit. Daarnaast heb ik ook weer genoeg ideeën opgedaan
om over te schrijven voor mijn blog.De dag begon met een heel OBIT-verhaal. Ik had zelf nog
nooit van de term gehoord, maar toen deze werd uitgelegd, was het allemaal wel
vrij logisch. Onthouden, begrijpen, integreren en toepassen. We werden in
groepjes gezet waarna we in de expert-vorm (waarover
ik later nog eens uitgebreid over wil schrijven) aan elkaar moesten
uitleggen wat elk begrip inhield.
In de eerste workshop gingen we verder aan de slag met dit OBIT-verhaal. Bij een willekeurige (wiskunde)proefwerk moesten we bij elk vraagstuk bepalen of het een O-opgave, B-opgave, I-opgave of T-opgave was. Dat lijkt vrij simpel, maar door de vrij onduidelijke grenzen tussen de verschillende begrippen ontstonden er toch wat discussies. Ook moesten we in de eerste workshop bepalen welke opgaven typische basisopgaven zijn en welke opgaven meer uitdaging bieden en dus behoren tot de extra opgaven. Op basis van deze kennis en op basis van de bijbehorende puntenverdeling kun je aan de leerlingen drie cijfers geven: een gemiddeld cijfer, zoals de leerlingen gewend zijn, maar ook een havo-cijfer en een vwo-cijfer. Vooral in de heterogene brugklassen kan dit een uitkomst zijn, bijvoorbeeld als je aan de ouders van de leerlingen moet beargumenteren waarom je hun zoon/dochter naar de havo stuurt in plaats van naar het vwo.
Na het ochtendprogramma en de lunch volgde het middagprogramma. Eerst werden er drie stellingen gegeven waar (door de anderen…) flink over werd gediscussieerd. Daarna gingen we ons onderverdelen in groepen en kregen we nog twee miniworkshops. In totaal waren er vijf: ik koos voor een workshop waarin leerlingen met docenten discussieerden over een aantal stellingen en een workshop over het aanbieden van weekplanners aan de leerlingen om zo hun zelfstandigheid te bevorderen. Vooral over die laatste workshop wil ik graag nog eens een blog wijden.
Liefs!
In de eerste workshop gingen we verder aan de slag met dit OBIT-verhaal. Bij een willekeurige (wiskunde)proefwerk moesten we bij elk vraagstuk bepalen of het een O-opgave, B-opgave, I-opgave of T-opgave was. Dat lijkt vrij simpel, maar door de vrij onduidelijke grenzen tussen de verschillende begrippen ontstonden er toch wat discussies. Ook moesten we in de eerste workshop bepalen welke opgaven typische basisopgaven zijn en welke opgaven meer uitdaging bieden en dus behoren tot de extra opgaven. Op basis van deze kennis en op basis van de bijbehorende puntenverdeling kun je aan de leerlingen drie cijfers geven: een gemiddeld cijfer, zoals de leerlingen gewend zijn, maar ook een havo-cijfer en een vwo-cijfer. Vooral in de heterogene brugklassen kan dit een uitkomst zijn, bijvoorbeeld als je aan de ouders van de leerlingen moet beargumenteren waarom je hun zoon/dochter naar de havo stuurt in plaats van naar het vwo.
Na het ochtendprogramma en de lunch volgde het middagprogramma. Eerst werden er drie stellingen gegeven waar (door de anderen…) flink over werd gediscussieerd. Daarna gingen we ons onderverdelen in groepen en kregen we nog twee miniworkshops. In totaal waren er vijf: ik koos voor een workshop waarin leerlingen met docenten discussieerden over een aantal stellingen en een workshop over het aanbieden van weekplanners aan de leerlingen om zo hun zelfstandigheid te bevorderen. Vooral over die laatste workshop wil ik graag nog eens een blog wijden.
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten