Om te beginnen: een kleine school zie ik als een school met
minder dan duizend leerlingen, of zelfs nog minder.
Ik heb twee ervaringen met
een kleine school. De eerste kleine school was een school met internationale
schakelklassen. Hier is al eerder een post over geweest (klik). Ik weet niet
precies hoeveel leerlingen op deze school zaten, maar ik schat tussen de
vierhonderd en vijfhonderd leerlingen.
Mijn tweede ervaring was op een school met
VMBO-tl-leerlingen, waar volgende week een post over zal komen. Op deze school
zaten ongeveer zeshonderd leerlingen.
Voordat ik begon met mijn stage op een kleine school had ik
geen idee van het bestaan van dit soort kleine scholen. Ik dacht altijd dat
middelbare scholen standaard rond de tweeduizend leerlingen hadden. Daarom
noemden we het op de basisschool ook altijd “de grote school”. Toen ik mijn
eerste stage had gelopen op een kleine school, had ik nog steeds geen benul van
wat een kleine school was. Oké, ik had een half jaar doorgebracht tussen
slechts vijfhonderd leerlingen, maar dat was toch omdat het speciaal onderwijs
was? Niet dus. Er zijn dus blijkbaar ook kleine scholen waar ze wel regulier
onderwijs geven. Wat een eyeopener.
Op de tweede kleine school kwam ik een oud-docent van mij
tegen. Ik vroeg haar waarom ze was geswitcht van school en daarop antwoordde ze
dat ze liever op een kleinere school les wilde geven. Vanaf dat moment ben ook
ik de voordelen in gaan zien van een kleine school. Je kent alle leerlingen, er
is vaak een goede band met de collega’s, je kent behalve de docenten ook al het
andere personeel, je kent het hele gebouw van onder tot boven en van links naar
rechts… Er zijn voor mij genoeg redenen om een kleine school boven een grote
school te verkiezen. Omdat ik voor deze post de voor- én de nadelen van een
kleine school wil noteren, heb ik diep zitten graven. Ik zie zelf geen nadelen
van een kleine school, maar ik kan me voorstellen dat anderen deze wel zien. De
twee grootste nadelen zijn dat er maar weinig klassen zijn en dat je er dus
niet altijd zeker van bent dat je je favoriete klassen lesgeeft, en dat er
weinig sectieleden zijn. Op een grote school is de kans veel groter dat je het
met iemand van je sectie goed kunt vinden dan op een kleine school. Ik heb hier
absoluut geen last van gehad, maar ik kan me voorstellen dat anderen dit als
een nadeel kunnen zien.
Dan, zoals altijd, nog even mijn voor- en nadelen op een rijtje.
Voordelen
Je kent alle leerlingen.
Je kent al het personeel, zowel de docenten als het personeel van de administratie, de conciërges, het personeel van de kantine etc.
Je kent het hele gebouw.
De vaksecties zijn klein, waardoor er vaak een goede band onderling is.
Nadelen
Er zijn weinig klassen, dus de kans is klein dat je je favoriete klas mag gaan lesgeven.
Als je het niet met je sectiegenoten kunt vinden, heb je pech. Heel veel pech. De secties zijn namelijk erg klein.
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten