Afgelopen vrijdag gaf ik een les waarbij de leerlingen een
alternatieve opdracht moesten uitvoeren. Dat wil zeggen een opdracht die
afwijkt van het normale lesprogramma. Bij mijn eerste brugklas ging dat goed.
Toen ik het uur daarna mijn tweede brugklas voor me had, wist ik meteen dat het
nu minder goed zou gaan. En waarom? De leerlingen hebben moeite met zich
aanpassen aan mijn regels.
Vorige week botste het al met deze klas. Ik heb ze een
kwartier voor de bel hun tas in laten pakken en ze moesten stil op hun stoel
gaan zitten. Ik had geen zin meer in dat geschreeuw door de klas en ik vond dat
het afgelopen moest zijn. Ik opende een lege pagina op het bord en ik schreef
bovenaan “Regels tijdens de wiskundeles”. Om de beurt zeiden de leerlingen een
regel die ik op het bord schreef. Ik vroeg aan alle leerlingen of ze de regel
snapten en of ze dachten dat ze zich eraan konden houden. “Ja,” klonk het
overal. De regels waren vrij simpel. “Ik mag niet praten als de docent aan het
woord is” of “Ik moet elke les mijn spullen in orde hebben”. En dat ging goed.
Twee lesuren lang.
Tot afgelopen vrijdag dus. Ik had de klas aan het begin van
de les al gewaarschuwd dat ze zich aan mijn regels moesten houden, maar er
waren vier leerlingen die dat niet konden. Ik had geen zin om weer met
strafregels te strooien, dus ik pakte het anders aan. Ik pakte een bordstift en
ik schreef groot “AANTAL MINUTEN NABLIJVEN: 3”. Ja, woehoe, drie minuten
nablijven. Maar de leerlingen vonden het een ramp.
“Ik ga echt niet nablijven, omdat zij niet opletten hoor,”
riep een leerling. “Dan is het aan jou om vanmiddag even een woordje te spreken met je klasgenoten,” kaatste ik terug. De klas tegen elkaar uitspelen, dat is wat ik deed. Ik weet dat het oneerlijk is voor de meerderheid van de klas, maar ik hoopte dat de drukke leerlingen op deze manier inzagen dat ze niet alleen zichzelf ermee hebben, of alleen mij, maar ook hun twintig klasgenoten. “En dat werkt bij mij goed,” zei een collega van me.
En het werkte ook goed. Iedereen werd pissig op die
leerlingen en ze kregen nare blikken toegeworpen. Het aantal minuten dat de
hele klas moest nablijven werd steeds verhoogd met een minuut en tien minuten
voor de bel stond de teller op 7. Niets schrokkends, maar wel vervelend voor de
leerlingen die echt goed mee hadden gedaan met de les. Aangezien ik tijdens de
tien laatste minuten van de les geen programma meer had, verzon ik snel een
alternatief. Ik deelde de leerlingen briefjes uit waarop ze moesten schrijven
wat ze van hun eigen gedrag vonden, wat ze van het gedrag van anderen vonden en
wat ze van het nablijven vonden. Zodra ze daarmee klaar waren, moesten ze die
bij me inleveren en moesten ze stil op hun plek blijven zitten. Ondertussen zou
ik de briefjes lezen.
Ik kwam er door deze briefjes achter dat de drukke
leerlingen bij de andere lessen ook zo zijn. Leerlingen kunnen zich daardoor
vaak niet goed concentreren en dat is jammer. Daarbij waren heel veel
leerlingen het oneens met het aantal minuten nablijven, maar dat had ik al
verwacht. Gelukkig schreven ze er wel bij dat het komt doordat de leerlingen
achterin zo druk waren en niet omdat ik zo’n vervelende en strenge docent ben.
:)
Na drie minuten in stilte zwijgen heb ik de namen opgenoemd
van de leerlingen die weg mochten. Uiteindelijk heb ik de drukke leerlingen
achtergehouden en met hen heb ik nog een woordje gesproken. Ze zagen wel in dat
zij schuldig waren aan het aantal minuten nablijven en ik denk ook wel dat ze
inzien dat het de volgende keer echt anders moet gaan. En zo niet, dan heb ik
nog wel wat ideeën in petto!
Liefs!
U lijkt niet door te hebben dat hoewel leerlingen niet schrijven dat ze u een vervelende docent vinden dat dit achter uw rug nog wel wordt gezegd. Grote kans dat de leerlingen die schuldig waren aan het drukke gedrag achteraf erg gelachen hebben om het woordje dat u met ze heeft gesproken.
BeantwoordenVerwijderenLeerlingen straffen voor wat andere doen komt bij de meesten over als dat uw onredelijk bent, niet hun medeleerlingen. Hetzelfde geldt voor verwachten dat leerlingen de hele les stil zijn en dat de les 100% productief is, geef ze ook wat tijd om wat te praten/overleggen (en niet gelijk stresses als het even niet over het onderwerp gaat). Ze zullen meer leren als ze niet het ook een beetje naar hun zin hebben in plaats van de hele tijd naar de klok zitten te staren.
Hallo anoniem,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je eerlijke reactie op deze blog. Een echte eye-opener! Ik ben er inmiddels ook achter dat ik de leerlingen af en toe ook wat vrijheid moet geven en ik moet zeggen dat het voor mij ook rustgevender werkt. Ik hoef niet meer continu alle gesprekken af te luisteren om er achter te komen of het wel echt over wiskunde gaat. ;-)
We zijn inmiddels al een paar maanden verder en ondertussen heb ik veel bijgeleerd. Ik ben niet voor niets een beginnend docent. Ik kan nu gaan opnoemen wat ik nu allemaal wel doe in tegenstelling tot medio september, maar dan lijkt het net alsof ik mezelf zit te verdedigen. Dat ga ik niet doen. Mijn blog is niet bedoeld om te vertellen wat de ideale manier is om les te geven, maar om mijn ei kwijt te kunnen en (eventueel) om anderen een kijkje te geven in mijn keuken.
Nogmaals bedankt voor je reactie!
Groet,
Elseline Snelten