Vorige week stond centraal om de oudergesprekken. Twee
avonden lang was de kantine van de school omgetoverd tot een zaal met vijftig
tafels; de ene kant van de tafel voor de docent en de andere kant voor de tafel
voor de ouder(s) en eventueel de leerling.
Ik had dit jaar zes gesprekken, verdeeld over drie dagen. De
gesprekken vielen me dit jaar alles mee. Natuurlijk komt dat omdat ik al wat
ervaring had van vorig jaar. De eerste keer is altijd het spannendst, daarna
zwakt die spanning wel af. Daarnaast heb ik nu ook meer contact met de ouders,
doordat ik maandelijks voor een grote zaal vol ouders sta te spreken. Vooraf,
in de pauze en achteraf komen de ouders een praatje maken en dat helpt een hele
boel bij het verminderen van mijn zenuwen.
De inhoud van de gesprekken was voor de ouders ongetwijfeld
ook een stuk waardevoller. Door alles wat ik van collega’s hoor, weet ik veel
beter wat ik moet zeggen bij zo’n gesprek. Ik weet nu bijvoorbeeld dat ik
voorzichtig moet zijn over de uitspraken over de richting van een leerling.
Ouders willen nu al weten of ik denk dat hun kind naar het VWO kan. Hier moet
ik terughoudend in zijn, want als het uiteindelijk niet lukt, kunnen de ouders
met uitspraken gebruiken tegen de mentor. ‘Maar mevrouw Snelten zei dat het wel
kan.’
Dit jaar had ik twee gesprekken met ouders die alleen
langskwamen om even kennis te maken. De kernvakken worden de komende jaren erg
belangrijk, dus het is niet gek dat ouders langsgaan bij de docenten van
Nederlands, Engels en wiskunde. Het waren precies de ouders van leerlingen die
heel goed staan voor wiskunde. Van tevoren vroeg ik me enorm af waarom ze
zouden komen; als het niet aan de cijfers ligt, zal het wel aan mijn lesgeven
liggen, dacht ik. Gelukkig vielen deze gesprekken achteraf dus enorm mee.
Ook dit jaar had ik me weer goed voorbereid voor de
gesprekken. Sterker nog; ik had nog meer voorbereiding! Ik heb er al vaker over
geschreven, maar de leerlingen die onvoldoende hebben gescoord voor een wiskundetoets,
krijgen van mij een vragenlijst mee. Daarnaast kopieer ik ook hun toets. Deze
twee kwamen bij drie van de zes gesprekken erg goed van pas.
Ik twijfelde eerst nog heel erg of ik door wilde gaan met
het kopiëren van de toetsen, omdat het erg veel tijd in beslag neemt. Ik heb
namelijk ook bij iedere leerling opgeschreven wat er mis ging. Omdat ik zie dat
ik er zelf baat bij heb om die toetsen nog eens door te nemen, blijf ik dit zo
voortzetten. Het noteren van de fouten laat ik zitten, omdat ik hier geen
gebruik van gemaakt heb. Dit kan ik ook doen bij het voorbereiden van de
toetsen.
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten