‘Het moet niet zo zijn dat tachtig procent van je energie in
twintig procent van je leerlingen gaat zitten,’ zei een wijze collega laatst.
Ik heb de zin onthouden, omdat ik het zo geniaal vond wat hij zei. Want
inderdaad, er is een tijd geweest dat al mijn energie ging zitten in de
leerlingen die al deze aandacht van mij vroegen. Zo’n twintig procent van mijn
leerlingen dus.
Vandaag ging het helaas niet zo. Ik had één klas die extreem
veel aandacht nodig had. Niet per se van mij, maar wel van elkaar. Elke keer
dat er iets werd gezegd, wilde iedereen daarop reageren. Werd er voorin het
lokaal iets gezegd, dan kwam er een reactie van iemand achterin. Ontzettend
vermoeiend. Ik heb de leerlingen tien minuten in stilte laten werken en dat
hielp. Voor die tien minuten. Helaas werd het daarna weer een kippenhok.
De les is, nu ik dit schrijf, al tweeënhalf uur afgelopen,
ik zit thuis en er is al van alles tussendoor gekomen. Toch blijf het maar
malen in mijn hoofd. Ik neem het grootste deel van de klas niets kwalijk. Zo
zijn kinderen. Toch zijn er drie leerlingen die echt het bloed onder mijn
nagels vandaan hebben gehaald. Twee meisjes die een bord voor hun kop hebben,
die qua gedrag nog thuishoren op de basisschool en die zo verschrikkelijk aan
het klieren waren, dat iedereen om hen heen gek werd. Vandaag ook dat
commentaar over en weer. Ze hadden er aan de andere kant van het lokaal last
van.
En dan is er nog een leerling, een jongen, die keer op keer
de grens op zoekt. Ik heb het al van hem gewend, ik heb al eerder een hele blogpost
over hem geschreven en toch kan ik maar niet aan hem wennen. Achterbaks,
bijdehand (op een verkeerde manier) en ontzettend brutaal. Nee, dat leerlingen
als hij zijn niet de reden dat ik voor het onderwijs heb gekozen.
Ik vind het echt lastig om met deze drie leerlingen te
handelen, omdat ik bij alle drie het idee heb dat ze hun eigen plan trekken.
Dat ik kan praten als brugman, maar dat er niets bij hen binnenkomt. Bleh. Een
geniale oplossing heb ik dus nog niet. Het enige wat ik vanaf morgen ga
veranderen, is dat ik deze leerlingen een apart plekje ga geven. Ik ga ze “isoleren”,
ik zet ze achterin het lokaal neer en ik ga ze zo veel mogelijk negeren. Ik
begin morgenochtend met een praatje, ik vertel de hele klas – niet alleen deze
drie leerlingen, maar ook de anderen – dat ik geen geduld meer heb om continu
te waarschuwen en dat de enige plaatswijziging die ik nu nog uit wil voeren, de
plaatswijziging van een plekje binnen het lokaal naar een plekje buiten het
lokaal is. De afgelopen lessen heb ik veel leerlingen een andere plek gegeven,
omdat niets leek te helpen, maar nu heb ik er genoeg van.
Pfff… En nu even uitademen, dineren en chillen!
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten