De tweede studiedag was namelijk aangebroken. Over de vorige studiedag was ik al erg positief, maar deze studiedag paste voor mijn
gevoel nog beter bij mij. De dag bestond uit twee delen: het ochtendprogramma,
waarover later meer!, en het middagprogramma, met als onderwerp ‘executieve
functies’. Precies, ik had er ook nog nooit eerder van gehoord.
Als ik het nu zelf zou moeten omschrijven, zou het iets
worden in de trant van “vaardigheden (functies) die je kunt hebben bij het
zelfstandig werken”. Voor de zekerheid wilde ik de wikipediapagina erbij halen,
maar ook zij hadden geen eenduidige omschrijving. Laten we het dus maar bij
mijn definitie houden.
In totaal zijn er elf executieve functies, variƫrend van
emotieregulatie tot taakinitiatie en van organisatie tot doelgericht gedrag. Al
mijn collega’s en ik maakten een test waarbij we bij 33 stellingen moesten
aangeven in welke mate we het eens of oneens waren. Aan de hand daarvan kon je
bepalen welke functies sterk zijn ontwikkeld en welke functies minder sterk of
zelfs zwak zijn ontwikkeld.
Wat er daarna gebeurde is dat er een spiegel werd
voorgehouden. Figuurlijk dan. We werden in groepjes gezet met “lotgenoten”,
collega’s die dezelfde functie minder hadden ontwikkeld. Na het maken van de
test bleek dat ik bij de functie ‘flexibiliteit’ thuis hoorde. We gingen daar
in duo’s en vervolgens klassikaal over praten. Vooral de anderen waren aan het
woord, maar het leek net alsof ik mezelf steeds hoorde praten. Enkele citaten?
- “Ik vind het lastig als er onverwachte gebeurtenissen
plaatsvinden. Ik kan me daar moeilijk aan aanpassen.”
- “Het is niet dat ik een bitch ben, maar ik vind het
vervelend als iemand mijn planning omgooit. Ze zeggen dan altijd dat ik
flexibel moet zijn, maar zij mogen zich ook best eens inleven in mij. Laat hen
maar een keer flexibel zijn!”
- “Het zwak ontwikkelde flexibiliteit kan meerdere oorzaken
hebben. Autistische mensen en kinderen vinden het moeilijk als hun planning
wordt omgegooid, maar je kunt er ook moeite mee hebben als je een perfectionist
bent.”
- “De mensen die weinig flexibel zijn, zijn waarschijnlijk
enorm goede planners. En collega’s die minder met planningen werken, zijn
ongetwijfeld een stuk flexibeler.”
- “Ik kan het wel, aanpassen aan veranderingen. Maar van
binnen vreet het aan me. Ik kan me uiteindelijk wel neerleggen bij het omgooien
van een planning, maar ik vind het gewoon niet leuk.”
Het was zo ontzettend raar, maar bijna ook ontroerend. Ik
dacht altijd dat ik een geval apart was, maar blijkbaar – en gelukkig! – ben ik
niet de enige die lijstjes maakt voor wat dan ook en die het vervelend vindt
als deze lijstjes doorgescheurd moeten worden omdat er iemand tussendoor komt
met een “geweldig” ander plan. Het deed me wel wat om te horen dat er veel meer
collega’s zijn met precies dezelfde gedachtegangen als ik en plotseling voelde
ik me ook een stuk meer gebonden met ze.
Ik heb inspiratie voor minstens tien blogs na een dag als
vandaag en ik zou best de hele dag door kunnen schrijven. Het probleem is
alleen… Mijn planning was dat ik vanavond tv zou kijken, mijn boek zou lezen en
daarna vroeg naar bed zou gaan. Het schrijven van 10+ blogs past even niet in
mijn schema. Sorry!
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten