Afgelopen vrijdag vroeg iemand aan mij of ik mentor zou
worden.
“Mentor? Nee! Dat denk ik niet. Dan zou ik het toch allang
gehoord hebben?”Mijn collega lachte. “Dat zou je denken. Bij onze school is het zo dat het ineens in je takenpakket valt.”
Pfff! Wat een ramp. Dan loop ik morgen (vandaag) dus de school binnen, open ik mijn postvakje, kijk op mijn takenplaatje voor komend jaar en dan zie ik daar ineens staan dat ik mentor word. Of niet. Wat een rare regeling.
Ik hoop heel erg dat ze mij nog een jaartje willen sparen.
Volgens mijn collega word iedereen mentor als je daar al meer dan een jaar in
dienst bent. Hopelijk wil mijn werkgever me dat nog even ontzien. Mentor worden
lijkt me namelijk niets voor mij. Ik vind dat meer iets voor mijn collega’s die
al vader of moeder zijn van een puber en die al ervaring hebben met al die
problemen die zich afspelen in de hoofden van pubers. Dat is niets voor mij. Ik
ben zelf nog maar een kind.
En stiekem lijkt het me ook heel eng om al die
oudergesprekken te voeren. Want reken maar dat het aantal op een tafeltjesavond
wordt verdubbeld. Iedere ouder moet je ook aan het begin van het jaar even
opbellen om te vertellen hoe het met hun zoon/dochter gaat. Je moet constant in
contact blijven als het even wat minder gaat met een leerling. En je krijgt
natuurlijk een hoop verwijtende blikken van de ouders als er iets niet goed
gaat op school. Want het ligt altijd aan jou, echt waar.
Voor het geval dat ik toch ineens mentor word, heb ik op
bol.com alvast een boek gekocht ter voorbereiding. Mentor voor het voortgezet onderwijs. Mocht ik nou morgen (vandaag dus) toch zien dat ik
mentor word, dan kan ik me in de zomervakantie alvast voorbereiden. Want ik heb
dus echt geen idee wat me naast de gesprekken met ouders, leerlingen en collega’s
allemaal te wachten staat.
Liefs!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten