21: Lichaamstaal
Waarom kan de ene docent een klas prima onder controle
houden en de andere docent niet? Dat heeft voor een groot deel te maken met een
goede lichaamstaal. Leerlingen moeten aan je houding zien dat jij de baas bent.
En je moet zorgen dat je met je lichaamstaal hetzelfde zegt als met je woorden.
22: Moeilijke ouders
Je krijgt er hoe dan ook een keer mee te maken: ouders die
vinden dat jij slecht met hun kind omgaat, of die geen slecht nieuws over hun
kind kunnen verkroppen. Hoe ga je daarmee om? Wees duidelijk en práát met ze.
23: Overgewicht
Een op de zes kinderen is te zwaar. De gevolgen variëren van
een hoge bloeddruk, vervetting van de lever en suikerziekte tot een negatief
zelfbeeld én slechte schoolprestaties. Als leerkracht kun je je steentje
bijdragen om dit te voorkomen. Aandacht voor leefstijl helpt. Zoek eens uit met
je klas: hoeveel suikerklontjes zitten er eigenlijk in een glas cola?
24: Collega’s
Het is in het begin misschien wat overweldigend, al die
collega’s die meer ervaring hebben dan jij. Maar laat je niet intimideren, maar
liever gebruik van hun kennis en ervaring! Smeed een goede band met je collega’s,
want door goede contacten met je collega’s is de kans dat je het redt als
beginnende leraar, een stuk groter.
25: Politieke spelletjes
Gefluister in de wandelgangen. Ellebogenwerk. Humor ten koste
van iemand anders. Collega’s met geheime agenda’s. De cultuur van de
onderwijsinstelling waar je werkt, heeft invloed op je werk(plezier). Hoe ga je
om met politieke spelletjes?
26: Functioneringsgesprek
Veel mensen hebben een hekel aan het functioneringsgesprek.
Jammer, want met de juiste voorbereiding kun je juist met deze gesprekken je
carrière een zet in de juiste richting geven. Hoe? Door zelf sturing te geven
aan het gesprek.
27: Burn-out
Een op de tien werknemers krijgt een burn-out. Het is een
gevolg van langdurige overbelasting op meerdere fronten. En het voelt als
totale uitputting die niet overgaat na een paar nachten goed slapen. Sterker
nog, misschien kun je helemaal niet meer slapen. Het is lastig om de symptomen
bij jezelf te herkennen. Je hebt anderen nodig die je een spiegel voorhouden.
28: Onderwijsinspectie
Minstens eens per vier jaar bezoekt de Onderwijsinspectie
alle scholen voor basis- en voorgezet onderwijs. Om een goed beeld te krijgen
van de kwaliteit van de school woont de inspectie meestal ook lessen bij.
Misschien wel jouw les. Hoe bereid je je hier als leerkracht op voor? Doe zoals
je anders ook doet, want op een toneelstukje zit niemand te wachten.
29: De juiste baan
Je eerste baan is belangrijk. Toch gaan beginnende leraren
nogal eens in zee met de eerste de beste school die ze een plek aanbiedt. Niet
verstandig, want je kunt vreselijk afknappen op een baan die niet bij je past.
Hoe vind je een baan waar je wel gelukkig van wordt?
30: Lerarenbeurs
Met de Lerarenbeurs kun je als leraar een aanvullende
bachelor- of masteropleiding volgen. Niet alle schoolleiders staan daarbij te
juichen, want ook al is op papier de vervanging geregeld, het blijft veel gedoe
en geregel. Hoe pak je het als leerkracht aan?# Lees hier tip 11 t/m 20
Geen opmerkingen:
Een reactie posten